Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-01-2007

Rassenonderzoek sojabonen op lössgrond

Van de teelt van droog te oogsten sojabonen is binnen Nederland niet veel bekend. Door ontwikkeling van nieuwe rassen en andere afzetmogelijkheden van soja dan veevoer, is de vraag naar voren gekomen of de teelt van droog te oogsten sojabonen perspectief biedt onder Nederlandse omstandigheden.

Het doel van dit onderzoek in de periode 2004-2006 was om te achterhalen welke teeltproblemen actueel zijn en of deze teelt kan concurreren met de sojateelt in bijvoorbeeld Frankrijk. Bij een voldoende hoog saldo zou deze sojateelt het rendement van veel agrarische bedrijven kunnen verbeteren. Naast de kg-opbrengst is ook de ruw vet- en ruw eiwitopbrengst bepaald.

Onderzoek

Het onderzoek is aangelegd op Proefboerderij Wijnandsrade in Zuid-Limburg. De volgende vragen waren bij dit onderzoek van belang:

  • hoe reageren de verschillende rassen op het Nederlandse klimaat?
  • welke teeltproblemen komen er naar voren?
  • wat is de zaad-, olie- en de eiwitopbrengst?

Het ruw vet en/of ruw eiwit zijn bruikbaar voor menselijke consumptie, als biobrandstof en als eiwitrijk schroot/veevoergrondstof. In het onderzoek zijn 10 rassen beproefd:

  • AOC Vision (3e jaar)
  • Lotus (2e jaar)
  • Victoria (3e jaar)
  • GS1001 (2e jaar)
  • Gallec (2e jaar)
  • Toliman (2e jaar)
  • Ohgata (1e jaar)
  • PR432622 (1e jaar)
  • PR416905 (1e jaar)
  • 05090 (1e jaar)

Resultaten 2004 - 2006

De resultaten zijn uitgesplitst naar opbrengst van ruw vet, ruw eiwit en zaad. Figuur 1 geeft de opbrengst van ruw vet weer, figuur 2 de opbrengst van ruw eiwit en figuur 3 de zaadopbrengst. Naast deze resultaten zijn ook de gehalten ruw vet en ruw eiwit bepaald. Deze zijn terug te vinden in het eindrapport.

Figuur 1. De opbrengst van ruw vet (2004-2006).

Figuur 2. De opbrengst van ruw eiwit (2004-2006).

Figuur 3. De zaadopbrengst (2004-2006).

Lotus is het ras met het hoogste gehalte aan ruw vet. Het verschil met de andere rassen is vrij groot. Victoria heeft het hoogste gehalte aan ruw eiwit. Het verschil met de andere rassen is vrij klein. Of deze gehaltes belangrijk zijn voor de financiële opbrengst is niet duidelijk. Van de in Nederland geteelde soja is geen opbrengstprijs bekend. Ook niet of de prijs bepaald wordt door de kwaliteit (ruw vet en ruw eiwit).
De rassen Victoria, Gallec, Toliman en Ohgata scoren goed in opbrengst van zaad, ruw vet en ruw eiwit. De rassen Lotus en 05090 scoren iets minder. Al deze rassen hebben een late afrijping.
De afrijping is wel een probleem in de sojateelt. In 2004 en 2005 kon er pas half oktober worden geoogst. In 2006 konden enkele rassen half september worden geoogst. De afbeelding laat het verschil in afrijping zien.

Afbeelding. Verschil in afrijping op 5 september 2006: links Toliman, midden Gallec, rechts Lotus.

Conclusies

De teelt van sojabonen heeft geen problemen opgeleverd met ziekten en plagen. Het gewas rijpte voldoende af, maar wel op een laat moment. Deze late afrijping houdt wel een zeker oogstrisico in. In de resultaten van drie jaar onderzoek scoren de rassen Victoria, Gallec, Toliman en Ohgata goed in opbrengst van zaad, ruw vet en ruw eiwit. Al deze rassen hebben een late afrijping. Omdat sommige rassen maar één of twee jaar in onderzoek hebben gelegen, gaat het hier slechts om een indicatie.
Er is weinig te zeggen over het saldo van dit gewas. Het is namelijk niet duidelijk wat de opbrengstprijs van de in Nederland geteelde soja is. En of de prijs bepaald wordt door de opbrengst ruw vet en ruw eiwit.
Of droog te oogsten sojabonen in Nederland geteeld gaan worden is dan ook niet duidelijk. Dit gewas zal dan moeten concurreren met de geïmporteerde soja. Volgens de heer Riemersma van Hendrix UTD zal de eigen teelt van soja tot extra kosten van verwerking leiden, zodat de prijs en daarmee het saldo te laag zullen zijn.