Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-11-2002

Zetmeelaardappeltelers vinden rassenkeuze het belangrijkst

Gevraagd naar de interessantste onderwerpen van de zetmeelaardappelteelt, noemt bijna 75% van de telers de keuze van het ras. Ook aaltjes en bemesting worden door veel telers als belangrijk aangemerkt, terwijl er duidelijk minder interesse is voor Rhizoctonia, rooibeschadiging en vocht. Dat zijn resultaten die komen uit een enquête die eind vorig jaar vanuit Agrobiokon 3 werd gehouden onder alle aardappelzetmeeltelers.

Dit is een Agrobiokon-document

Inleiding

Agrobiokon-3 is een platform van Avebe, HPA en kennisinstellingen voor innovatie van zetmeelproductieketens dat wordt medegefinancierd door het Samenwerkingsverband Noord-Nederland, EZ/Kompas en door het Ministerie van LNV. Dit platform heeft zichzelf het doel gesteld om binnen enkele jaren een sterke verbetering van het rendement van de zetmeelteelt op bedrijfsniveau te realiseren. Dat wil Agrobiokon bereiken door enerzijds nieuwe kennis te ontwikkelen door middel van onderzoek en anderzijds de beschikbare kennis toepasbaar op de boerenerven te brengen.

Opzet

Bij de start van Agrobiokon-3 is er een enquête naar alle telers gestuurd om daarmee de wensen en knelpunten te inventariseren. Zo kunnen de onderzoeks- en voorlichtingsactiviteiten voor de komende jaren goed aansluiten op de verwachtingen van telers.

In figuur 1 staat weergegeven hoe de telers de mogelijkheid tot verbetering van het rendement van hun teelt inschatten.

Figuur 1. Hoeveel mogelijkheden zien telers om rendementsverbetering te realiseren?

Uit de grafiek blijkt dat de meeste van de 471 telers die de enquête retourneerden, ‘normale’ mogelijkheden zien, maar dat er relatief veel zijn die ‘veel’ mogelijkheden zien. In elk geval is deze groep aanzienlijk groter dan de groep die ‘weinig’ mogelijkheden ziet. Er is dus nog genoeg optimisme en motivatie voor het realiseren van verbeteringen.
Die positieve instelling blijkt ook uit het feit dat 45% van de respondenten aangeeft 4 of meer halve dagen per jaar te willen besteden aan Agrobiokon-projecten. Iets meer dan 30% van de telers is bereid om er 2 halve dagen per jaar in te steken. De cijfers geven aan dat er voor Agrobiokon genoeg voedingbodem is om met de telers in contact te komen en hen te helpen bij het streven naar rendementsverbetering de individuele telers en samen te werken aan de nagestreefde rendementsverbetering.

Rassen, aaltjes en bemesting belangrijk

Telers zijn voornamelijk geïnteresseerd in de rassenkeuze. Dat onderwerp wordt door bijna driekwart van de respondenten genoemd als een mogelijkheid om rendementsverbetering te realiseren. Ook de aaltjes- en bemestingsproblematiek leeft sterk onder telers, zoals te zien is in figuur 2. Deze onderwerpen zullen dus in het Agrobiokon project ook zeker de revue passeren.

Figuur 2. Het percentage van de respondenten dat interesse heeft voor een bepaald onderwerp.

Minder interesse is er voor Rhizoctonia, rooibeschadiging en vocht. Dat rooischadiging minder hoog genoteerd staat heeft wellicht te maken met het feit dat daar de laatste jaren al veel aandacht aan besteed is, onder andere het afgelopen najaar in de vorm van een grote demonstratie op proefboerderij Kooijenburg en de mogelijkheid om door het HLB een eigen monster op rooibeschadiging te laten beoordelen. In de categorie “anders” (1 en 2) vermeldden telers op eigen initiatief, naast specificaties van de problemen rondom rassen en bemesting, ook nog thema’s als certificering, bodembewerking en onkruidbestrijding.

Conclusie

De geënquêteerden werd ook gevraagd aan te geven in welke vorm zij de informatie het liefst aangeboden krijgen. Uit de antwoorden blijkt dat telers het liefst teelttechnische informatie uit Agrobiokon vernemen door middel van een nieuwsbrief. Hiermee kan periodiek een overzicht worden aangeboden van de nieuwste ontwikkelingen en innovaties op het gebied van aardappelzetmeelteelt en kan ook de voortgang van Agrobiokon worden gemeld. Ook persoonlijke begeleiding wordt door de telers van waarde geacht. Veel minder interesse is er op dit moment nog voor e-mail en internet. Onze verwachting is echter dat die wel zal toenemen. Opmerkingen die telers zelf nog toevoegden betreffen veelal de verwachting dat juist de interactie tussen en met collega’s erg leerzaam kan zijn.

Hoe verder?

In de komende jaren wil Agrobiokon samen met de telers hard werken aan een verbetering van het rendement op bedrijfsniveau. Een goede afstemming van kennisvraag en kennisaanbod, zowel wat betreft de inhoud en de vorm, is daarbij cruciaal. Wij blijven ons aanbevolen houden voor uw suggesties en opmerkingen daarover.
De resultaten uit de enquête zullen dan ook heel duidelijk mede-richtinggevend zijn voor de activiteiten vanuit Agrobiokon. Zo is het accent voor 2003 gelegd op rassenkeuze en voor 2004 op aaltjes en op pootgoedkwaliteit. Voor dat laatste vinden in 2003 voorbereidingen plaats.