Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 04-09-2012

Wintertarwe: rassenkeuze 2012

De oogst is weer binnen, de officiële rassenlijst voor wintertarwe helaas nog niet. De perceel- en rassenkeuze zijn belangrijke teeltmaatregelen voor een goede tarwe-opbrengst. De ervaring van afgelopen jaar is weer dat de ziektebestrijding een belangrijke rol speelt in de laatste fase van de groei. Daarnaast bleek sinds jaren de vorstgevoeligheid een rol te spelen, zoals o.a.

De oogst is weer binnen, de officiële rassenlijst voor wintertarwe helaas nog niet. De perceel- en rassenkeuze zijn belangrijke teeltmaatregelen voor een goede tarwe-opbrengst. De ervaring van afgelopen jaar is weer dat de ziektebestrijding een belangrijke rol speelt in de laatste fase van de groei. Daarnaast bleek sinds jaren de vorstgevoeligheid een rol te spelen, zoals o.a. bij Einstein, maar de uiteindelijke gevolgen voor de opbrengst bleken erg mee te vallen. Naast het feit dat er nieuwe rassen op de markt komen speelt ook uw ervaring met een bestaand ras een rol in de keuze voor een ras. Voor veel telers zal het dit jaar de vraag zijn om het dit jaar tegenvallende ras Residence weer te zaaien. Dit ras is al vele jaren het ‘standaard’-ras geweest met een goede opbrengst, maar behoorde dit jaar duidelijk bij de laagste. Het bereiken van het hoogste financiële resultaat van uw tarweteelt start met een doordachte rassenkeuze. De volgende punten zijn altijd van belang:

  • Ziektegevoeligheid: Ga uit van hoogopbrengende gezonde rassen. Kies (in ieder geval voor het overgrote deel van uw areaal) voor rassen die weinig gevoelig zijn voor Fusarium in de aar (cijfer 6,5 of hoger). Daarnaast hebben op zwaardere gronden rassen die weinig gevoelig zijn voor bladvlekken en roesten de voorkeur. Op lichtere gronden speelt meeldauw een belangrijkere rol.
  • Baktarwe of overige tarwe: Uitgaande dat baktarwe ca. 1 cent extra oplevert, dan levert baktarwe bij 5% minder kg-opbrengst (± 500 kg) hetzelfde saldo als voertarwe van € 0,20.
  • Vroegheid: op verdrogende grond hebben vroegere rassen de voorkeur. Latere rassen lopen meer risico’s op droogteschade.
  • Legeringsgevoelige grond (veel N-nawerking): kies korte, gezonde, stevige rassen.