Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-06-2003

Wildschade in de praktijk

Het PPO-AGV heeft een verkennende studie uitgevoerd om inzicht te verkrijgen in de omvang van de wildschade in diverse land- en tuinbouwregio's in Nederland en in de technische mogelijkheden om deze wildschade te beperken.
De schadeproblematiek op bedrijven in zes regio's is d.m.v. een enquête zichtbaar gemaakt. Uit deze studie kwam naar voren dat de schade aan akker- en tuinbouwgewassen elk jaar aanzienlijk toeneemt.

Inleiding

In de publicatie “Wildschade in de praktijk” worden de uitkomsten beschreven van een enquête over wildschade, gehouden onder 49 akkerbouwers, groentetelers en fruittelers. Het rapport schetst een beeld van de wildschadeproblematiek, zoals die beleefd wordt door de agrarisch ondernemer. Daarmee zijn de gegevens subjectief, maar toch geven de cijfers een goed beeld van de problematiek zoals die leeft onder de telers.

De inventarisatie van wildschade maakt de schadeproblematiek op bedrijven in de regio’s Drenthe (Coevorden e.o.), Noordoost-Groningen (Winschoten e.o.), Limburg (Venray e.o.), Noord-Brabant (Zundert e.o.), Noord-Holland (West-Friesland en Wieringermeer) en Zeeland (Schouwen-Duiveland) zichtbaar. De gegevens zijn verkregen over de jaren 1998, 1999 en 2000 (voor de regio Noord-Holland over de jaren 1997, 1998 en 1999).

Opzet

Voor de inventarisatie zijn enquêtes afgenomen op verschillende bedrijven in de genoemde regio's.
Er wordt ingegaan op de door de ondernemers ingeschatte schadebedragen, op de uitgekeerde schadetegemoetkomingen door het voormalige Jachtfonds, op de meest schadelijke diersoorten en meest schadegevoelige gewassen en op het aantal toegepaste preventiemethoden, de kosten, de arbeidstijd en de effectiviteit ervan. De redenen waarom de ondernemers geen melding doen van de opgetreden schade aan hun gewassen worden tevens weergegeven. Ook wordt ingegaan op de landelijke schadeproblematiek door de uitkomsten van de verschillende regio’s te vergelijken.

Uit het onderzoek blijkt dat met name in de groente- en fruitsector de schadebedragen die door de ondernemers zijn ingeschat erg hoog kunnen oplopen. Ook in de akkerbouwsector kan wildschade een groot probleem vormen, mede gezien het aantal uren dat men aan preventie besteedt. Op alle bedrijven wordt veel aan preventie gedaan, maar een gering aantal methoden wordt effectief bevonden. Ondanks de hoeveelheid arbeid en toegepaste methoden treedt naar inschatting van de telers toch veel schade op, die in veel gevallen niet verhaald kan worden. De ervaringen van telers met het systeem van schadevergoedingen zijn over het algemeen niet positief en uit het onderzoek blijkt dat de uitgekeerde schadevergoedingen lager zijn dan de door de telers ingeschatte schade. De schade wordt veelal al niet (meer) gemeld, omdat men de kans op schadevergoeding zeer laag inschat.

Resultaat

De belangrijkste bevindingen in het onderzoek worden puntsgewijs hieronder weergegeven:

  • In alle regio’s ervaart men het schadeprobleem vele malen groter dan dat op basis van uitkeringen geconcludeerd zou kunnen worden.
  • De hoogste door de telers ingeschatte schadebedragen komen voor in de fruit- en groentesector.
  • Op de onderzochte akkerbouwbedrijven is de opgegeven schade per hectare lager dan op de groente- en fruitbedrijven. De uitgekeerde schade, als percentage van de door telers opgegeven schade, is op de akkerbouwbedrijven hoger dan op de andere bedrijven.
  • Weinig kans op schadevergoeding werd genoemd als voornaamste reden voor het niet melden van schade.
  • In de groente- en fruitsector worden de meeste uren per hectare aan het voorkomen van wildschade besteed.
  • Alle bedrijven doen veel aan het voorkomen van schade, maar een gering aantal methoden werkt goed volgens het onderzoek.
  • In de fruitsector is het percentage van de door de telers ingeschatte schade ten opzichte van de bruto geldopbrengst het hoogst.