Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-06-2001

Warmwaterbehandeling tegen zilverschurft in aardappelen

Zilverschurft is een schimmelziekte die bij bewaring van aardappelen ernstige aantastingen van knollen kan veroorzaken. Deze schade bestaat voor zowel poot- als consumptieaardappelen niet alleen uit het veroorzaken van extra vochtverlies, wat tot een vermindering van de opbrengst leidt, maar ook voor een verslechtering van de kwaliteit. Voor pootgoed kan dit leiden tot een minder vitaal product en in extreme gevallen een product dat niet meer kiemt. In consumptieaardappelen veroorzaakt de schimmel naast vochtverlies een cosmetisch probleem.

PPO heeft in opdracht van LNV onderzocht of het mogelijk is zilverschurft op een bedrijfszekere manier te bestrijden met behulp van een warmwaterbehandeling. Er is gezocht naar een dosis warmte welke enerzijds de schimmeldoding bewerkstelligt en anderzijds geen negatieve effecten op de kieming heeft. Deze dosis is niet gevonden, zodat een warmwaterbehandeling geen perspectief biedt op beheersing van zilverschurft.

Proefopzet

Dit onderzoek bestaat uit twee experimenten, waarbij er in de uitvoer van het tweede experiment rekening gehouden is met de bevindingen en uitkomsten van het eerste:

  1. Het eerste experiment is uitgevoerd in het voorjaar (eind maart), waarbij er monsters met gelijke gewichten (2,5 kg) zijn samengesteld. Het kiemgewicht van de monsters is na incubatie van het eerste experiment direct na de zilverschurftbeoordeling vastgesteld. Naast het onbehandelde object telde het eerste experiment 13 temperatuur/tijd-combinaties, welke in viervoud werden uitgevoerd.
  2. Drie maanden na het eerste experiment is het tweede experiment uitgevoerd, bestaande uit 11 temperatuur/tijd-combinaties en een onbehandeld object in viervoud. Tijdens deze exercitie is gewerkt met kleinere monsters van 25 knollen (zelfde partij als experiment 1) in plaats van 2,5 kg, zoals in de eerste warmwaterbehandeling. Verder is het kiemgewicht na incubatie van het tweede experiment niet alleen aansluitend aan de zilverschurftbeoordeling na 3 weken incubatie bepaald, maar ook vijf weken daarna. Deze veranderingen zijn gemaakt op basis van opgedane ervaringen ten aanzien van het temperatuursverloop bij de eerste warmwaterbehandeling en het standaardiseren van de beoordelingsmethodiek in dit en in ander zilverschurftonderzoek.

Resultaten en conclusies

Warmwaterbehandelingen kunnen de ontwikkeling van zilverschurft remmen. Bij een relatief lage dosis warmte wordt de ontwikkeling van het aangetaste knoloppervlak geremd, maar blijkens de waargenomen sporulatie wordt de schimmel niet gedood. Uit een oogpunt van inoculumproductie op de moederknol na het poten zou dit resultaat zelfs negatief kunnen uitpakken voor de nateelt. Naarmate het nog niet aangetaste deel van het knoloppervlak op het moment van poten groter is, kan de sporenproductie na het poten groter zijn. Bij hogere doses wordt minder of geen sporulatie meer waargenomen, maar deze doses gaan samen met ernstige remming van de kieming, waardoor deze doses voor de behandeling van pootgoed ongeschikt zijn. Bovendien wordt de kans op problemen met rotontwikkeling groter met de dosis warmte.