Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 02-02-2011

Wanneer kali bemesten?

De meest kalibehoeftige gewassen zijn aardappelen, peen, spinazie, erwten, suikerbieten en maïs.
Aardappelen en peen zijn chloorgevoelig. Voor aardappelen kan in februari nog chloorhoudende kali (b.v. K-60) gereden worden; het chloor spoelt dan voor het seizoen uit. Voor aardappelen op zand tot 400 kg/ha bemesten, op lössgrond de gift afstemmen op het bouwplan. Voor peen bij voorkeur geen chloorhoudende kali gebruiken of beperkt (100 kg K-60/ha) voor de latere teelten in mei.In aardappelen kan in Asterix en Fontane ook na het poten nog beperkt K-60 gestrooid worden ter verlaging van het onderwatergewicht (owg), bijvoorbeeld 100-150 kg K-60 per ha. Kali in aardappelen is vooral belangrijk voor beperking van blauwgevoeligheid, de invloed op het owg is beperkt.
Een goed alternatief om extra kali aangevoerd te krijgen is het gebruik van rundveedrijfmest in plaats van varkensmest; 22 m3 varkensdrijfmest (7/3.9/7,2 NPK) bevat 158 kg kali, 38 m3 rundveedrijfmest (4,5/1,9/6,8) 258 kg kali. In erwten, spinazie en suikerbieten kan nog prima na zaai aanvullend K-60 gereden worden. Maïs voert veel kali af, maar reageert weinig of niet op een goede kalivoorziening.