Publicatie datum: 30-05-2011
Waarom het Actieplan Aaltjesbeheersing?
Deze pagina geeft de aanleiding en een algemene introductie over het Actieplan Aaltjesbeheersing.
De bodemgezondheid is de laatste jaren steeds verder onder druk komen te staan door toename van de problemen met aaltjes. Telers lopen daardoor schade op door verlies van opbrengst in kilo’s en kwaliteit. Bij besmetting met quarantaineorganismen wordt de teelt van vermeerderingsmateriaal belemmerd. Bij de beheersing van aaltjesproblemen is vruchtwisseling een belangrijke spil, met veel aandacht voor monitoring, preventie en waar nodig ondersteund door bestrijdingsmaatregelen. Daarvoor is veel kennis nodig. Het is gewenst om reeds beschikbare kennis te verspreiden in de vorm van praktische handvatten en nieuwe kennis te ontwikkelen. Daarbij is het belangrijk om te kijken naar alle gewassen die elkaar in een vruchtwisseling tegen kunnen komen, zowel akkerbouw-, groente- als bolgewassen.
Om de aaltjesproblematiek aan te pakken is in 2005 op initiatief van LTO Nederland, de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) en het Productschap Akkerbouw (PA) het Actieplan Aaltjesbeheersing gestart. De belangrijkste doelstelling van het Actieplan Aaltjesbeheersing (AA) is het waarborgen van de continuïteit van teelt voor de land- en tuinbouw in Nederland. De (economische) schade door aaltjes in de teelten moet zoveel als mogelijk worden voorkomen of geminimaliseerd; beheersbaar worden gemaakt. Waar mogelijk zal het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen worden beperkt. De schade die aaltjes aanrichten is divers van aard en kan in verschillende categorieën onderverdeeld worden: (1) afkeuring, (2) opbrengstschade, (3) kwaliteitsschade, (4) exportbeperkingen en (5) economische schade. Hieronder wordt een voor een kort en bondig uitgelegd.
Afkeuring
Aaltjes kunnen schade aan het gewas teweeg brengen, waardoor de fabriek de producten niet meer wil ontvangen. Denk aan aardappelen of wortelen die in de verwerkende industrie belanden. Een vervormde wortel of aardappel verkoopt niet gemakkelijk...
Opbrengstschade
Aaltjes kunnen in het veld (grote) valplekken veroorzaken. Op deze plekken groeit minder biomassa.
Naast een opbrengstderving in tonnen kan er [tip:kwaliteitsschade=Bijvoorbeeld kringerigheid in aardappelen en vergroeiing van wortels of planten.] optreden. Dit kan leiden tot declassering van een product, zoals een partij pootgoed die door een aantasting van quarantaine-aaltjes wordt gedeclasseerd tot consumptie- of zetmeelaardappel. Ook kunnen producten worden afgekeurd ten gevolge van aaltjesaantastingen.
De Nederlandse land- en tuinbouw exporteert veel producten. Door de aanwezigheid van bijvoorbeeld aardappelcysteaaltjes in aardappelen ontstaat een gevaar voor de export. Aan de andere kant biedt dit ook kansen. Wanneer Nederland haar aaltjes goed weet te beheersen, kan Nederland een sterke marktpositie krijgen...
Tenslotte mondt alles uit in [tip:economische schade=Zelfs de grondprijs kan nadelig worden beïnvloed door een aaltjesbesmetting!] voor de teler. Economische schade zijn bijvoorbeeld kosten die nodig om besmette percelen te saneren, bemonsteringskosten, kosten voor de toepassing van vanggewassen, granulaten en/of natte grondontsmetting.
Een voorbeeld: |
Op een suikerbiet zitten meer dan 10 witte [tip:cysten=]. In elk wit bolletje (cyste) kunnen 300 eitjes en larven zitten. Er ontstaat al schade als er 150 eitjes en larven per 100 ml grond worden gevonden. Stel een teler heeft een besmetting van 500 eieren en larven van het witte bietencysteaaltje. De schade kan dan al snel oplopen tot 1.100 kg suiker per hectare. Dit betekent een opbrengstverlies van € 200,- per hectare. |
Vanuit het Actieplan is een bedrijfseconomische studie uitgevoerd voor drie regio’s, waarbij voor elke regio drie varianten worden doorgerekend. Op basis van deze deskstudie kan geconcludeerd worden dat het in alle regio's/situaties loont om beheersmaatregelen tegen schadelijke aaltjes te nemen!