Publicatie datum: 15-03-2003
Waardplantgeschiktheid van vlinderbloemige groenbemesters voor aaltjes
Vanuit de literatuur kwam naar voren dat de teelt van vlinderbloemige groenbemesters het nadeel heeft dat met name wortellesieaaltjes (Pratylenchus penetrans), vrijlevende wortelaaltjes (Trichodorideae spp.) en wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne spp) sterk vermeerderd worden. Op zandgronden is dit zeer ongewenst.
Uit onderzoek van PPO blijkt dat het merendeel van de onderzochte vlinderbloemigen inderdaad hoge dichtheden plantenparasitaire aaltjes nalaat. Pratylenchus penetrans heeft op alle klavers en wikke een goede vermeerdering. De meeste klavers zijn ook voor de drie wortelknobbelaaltjes een goede waardplant. De enige positieve uitzonderingen zijn witte klavers (met name het ras Aran), die matige tot slechte vermeerdering geven. Een mogelijk onderscheidend gewas is voederwikke Hifa. Dit ras lijkt geen waardplant voor Meloidogyne chitwoodi, een matige waard voor Meloidogyne fallax, terwijl het voor Meloidogyne hapla een goede waardplant is.
Bij Paratrichodorus teres zijn Alexandrijnse klavers en Perzische klavers veel minder vermeerderend dan de witte klavers. Omdat deze gewassen wel het TabaksRatelVirus kunnen vermeerderen, blijven ook deze groenbemesters risicovol. Een positieve uitzondering voor P. teres is voederwikke, waar zowel het aaltje als het virus slecht op vermeerderen.
Vanuit aaltjesoogpunt is , ook op basis van actuele gegevens, de teelt van klavers op de lichte gronden nog steeds een risico.
Inleiding
In de biologische landbouw wordt de stikstofvoorziening van de gewassen vooral met organische mest bewerkstelligd. In verband met verhoogde kans op stikstofuitspoeling voldoen veel biologische bedrijven zodoende niet aan de normen van MINAS. De teelt van meer vlinderbloemige groenbemesters zou hierin een aanzienlijke verbetering kunnen brengen. Vanuit de literatuur kwam naar voren dat de teelt van vlinderbloemigen het nadeel heeft dat met name wortellesieaaltjes (Pratylenchus penetrans), vrijlevende wortelaaltjes (Trichodorideae spp.) en wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne spp) sterk vermeerderd worden. Op zandgronden is dit zeer ongewenst. Over verschillen in vermeerderingsmogelijkheden tussen soorten en rassen is geen informatie bekend.
Proefopzet
Om op een snelle manier een eerste indruk te krijgen van de waardplantgeschiktheid van een aantal vlinderbloemigen en relevante aaltjessoorten werd gekozen voor potproeven. Het klavercysteaaltje werd hierbij bewust buiten beschouwing gelaten, omdat deze soort alleen in permanente gras/klaver-weilanden tot problemen leidt.
De objecten voor de verschillende aaltjessoorten zijn in de reguliere potproeven meegenomen en hebben niet gelijktijdig in één potproef in de kas gestaan.
Resultaten en conclusies
Het merendeel van de onderzochte vlinderbloemigen laat hoge dichtheden plantenparasitaire aaltjes na. Pratylenchus penetrans heeft op alle klavers en wikke een goede vermeerdering. De meeste klavers zijn ook voor de drie wortelknobbelaaltjes een goede waardplant. De enige positieve uitzonderingen zijn witte klavers (met name het ras Aran), die matige tot slechte vermeerdering geven. Een mogelijk onderscheidend gewas is voederwikke Hifa. Dit ras lijkt geen waardplant voor Meloidogyne chitwoodi, een matige waard voor Meloidogyne fallax, terwijl het voor Meloidogyne hapla een goede waardplant is.
Bij Paratrichodorus teres zijn Alexandrijnse klavers en Perzische klavers veel minder vermeerderend dan de witte klavers. Omdat deze gewassen wel het TabaksRatelVirus kunnen vermeerderen, blijven ook deze groenbemesters risicovol. Een positieve uitzondering voor P. teres is voederwikke, waar zowel het aaltje als het virus slecht op vermeerderen.
De indicaties uit deze potproeven zouden voor voederwikke en het witte klaverras Aran in het veld bevestigd moeten worden.
Gewas | Ras | Pratylenchus penetrans | Meloidogyne chitwoody | M. fallax | M. hapla | Paratrichodorus teres | Tabaksratelvirus |
Alexandrijnse klaver | Carmel | ••• | ••• | ••• | ••• | • | ••• |
Lexa | ••• | ••• | ••• | ••• | • | ••• | |
Tabor | ••• | ••• | ••• | ••• | • | ••• | |
Perzische klaver | Archibald | ••• | ••• | ••• | ••• | - | ••• |
Felix | ••• | ••• | ••• | ••• | • | ••• | |
Witte klaver | Aran | ••• | • | • | • | ••• | • |
Retor | ••• | •• | •• | •• | ••• | ••• | |
Rivendel | ••• | •• | • | •• | •• | ••• | |
Voederwikke | Hifa | ••• | - | •• | ••• | • | - |
Lupine | Rosalin | ? | ? | ? | ? | ••• | ••• |
Isabel | ••• | ? | ? | ? | ? | ? |
••• = goede vermeerdering
•• = matige vermeerdering
• = slechte vermeerdering
- = geen vermeerdering
? = vermeerdering onbekend
Vanuit aaltjesoogpunt is ook op basis van actuele gegevens de teelt van klavers op de lichte gronden nog steeds een risico.