Publicatie datum: 15-09-2005
Vervroeging van de teelt van plantsjalotten
Plantsjalotten worden vroeg in het voorjaar (maart/april) geplant en in juli/augustus geoogst. Maar er zijn ook ui-achtigen, zoals knoflook, die voor de winter worden gepoot. Dit heeft enkele voordelen: geen bewaarverliezen, gezonder winterhard materiaal, hogere opbrengst en minder fungicidengebruik.
Een vraag uit de praktijk was of plantsjalotten ook voor de winter gepoot kunnen worden. In 2004 is daar onderzoek naar gedaan. Het onderzoek is gefinancierd door: de Stichting Proefboerderij "Van Bemmelhoeve" en de Provincie Noord Holland.
Uit het onderzoek kwam naar voren dat er mogelijkheden zijn om plantsjalotten voor de winter te poten. Wel neemt de kans op schieters iets toe. Er dient meer onderzoek uitgevoerd te worden om tot praktijkgerichte adviezen te komen.
Aanpak
In 2003 en 2004 is in een veldproef in St. Pancras (Noord-Holland) nagegaan of een aantal teeltmaatregelen en temperatuurbehandelingen gedurende de bewaring effect heeft op de productie en het schieten van plantsjalotten.
Onderzocht zijn:
- Rooitijdstip plantmateriaal : vroeg (begin juli) en normaal (begin augsutus);
- Maat plantmateriaal : 6-8 mm en 10-12 mm;
- Planttijdstip : 29 oktober 2003, 25 november 2003, 14 januari 2004 en 22 maart 2004;
- Bewaartemperatuur 5 weken voor planten : 3, 15, 20 en variabel 10-18 oC.
Gedurende de herfst, winter en voorjaar is het ras Pikant in de zandgrond geplant. Bij iedere planting is vroeg en normaal gerooid plantmateriaal gebruikt van een fijnere of grovere sortering. Op 29 oktober zijn ook de plantsjalotten die een temperatuurbehandeling hebben gehad geplant. Op 10 juni is het gewas beoordeeld en is het aantal schieters geteld. Op 7 juli is het gewas gerooid.
Resultaten
Van de vroegste planting (29 oktober 2003) gingen aantoonbaar meer sjalotten schieten (1,5%) dan van de latere beplantingen (figuur 1). Van de op 25 november 2003 geplante sjalotten ging slechts 0,4% van de planten schieten en van de na 14 januari 2004 geplante (15 januari en 22 maart 2004) ging geen enkele plant meer schieten. Bij de vroegste planting speelde ook de bolmaat een belangrijke rol. De sortering 10-12 mm gaf 2,4% planten met schieters, terwijl de kleinere bolmaat 6-8 mm 0,6% schieters gaf. Werd later geplant (25 november 2003, 15 januari 2004 of 22 maart 2004), dan had de bolmaat geen aantoonbaar effect meer op het schieterpercentage.
De veldopbrengst nam toe wanneer later wordt geplant. Sjalotten geplant op 29 oktober 2003 leverden een veldopbrengst van 28,5 ton/ha op. Werden geplant op 22 maart 2004 dan resulteerde dit in een aantoonbaar hogere veldopbrengst van 34,7 ton/ha.
Het rooitijdstip van het plantmateriaal had in 2004 ook een significant effect op het % schieters. Eerder gerooid plantmateriaal leidde tot minder planten met schieters (0,3 t.o.v. 0,7%). Vervolgonderzoek zal moeten aantonen of dit over de jaren ook aantoonbaar is (tabel).
De bolmaat had een groot effect op de veldopbrengst. Bij een bolmaat van 6-8 cm lag de gemiddelde veldopbrengst op 25,7 ton/ha, terwijl een grotere bolmaat (10-12 cm) een veldopbrengst van 36,5 ton opleverde. Dit effect was groter wanneer eerder geplant werd. Ook het 4 weken eerder gerooide plantmateriaal leverde uiteindelijk een lagere veldopbrengst op (25 ton/ha t.o.v. 37 ton/ha).
Factor | Stand van het gewas (waarderingscijfer) | Hoeveelheid blad (waarderingscijfer) | Schieters (%) | Opbrengst (ton/ha) |
Rooitijdstip plantgoed | ||||
Vroeg | 4,4 | 5,4 | 0,3 | 25,2 |
Normaal | 7,0 | 6,8 | 0,7 | 37,0 |
Bolmaat | ||||
6-8 cm | 4,7 | 5,9 | 0,3 | 25,7 |
10-12 cm | 6,6 | 6,4 | 0,7 | 36,5 |
Vijf weken voor het planten zijn de sjalotten bij verschillende temperaturen bewaard en daarna op 29 oktober 2003 uitgeplant. Er konden geen aantoonbare verschillen worden aangetoond (tabel 2). Het minste % schieters is waargenomen bij plantmateriaal bewaard bij 15 oC en het hoogste % schieters bij een bewaartemperatuur van 20 oC (respectievelijk 7,3 en 18,9%). De standaard bewaring tussen de 10-18 oC resulteerde in 12,6% schieters. Duidelijk is dus dat de bewaartemperatuur van het plantmateriaal effect heeft op het % schieters wanneer vroeg geplant wordt. Verder onderzoek is noodzakelijk om na te gaan welke temperatuur en hoe lang het plantmateriaal van het ras Pikant bewaard moet worden om zo min mogelijk schieters te krijgen.
Bewaartemperatuur (oC) | Stand van het gewas (waarderingscijfer) | Hoeveelheid blad (waarderingscijfer) | Schieters (%) | Opbrengst (ton/ha) |
3 | 7,3 | 7,0 | 13,6 | 18,2 |
15 | 7,0 | 7,0 | 7,3 | 18,7 |
20 | 7,0 | 7,3 | 18,9 | 19,4 |
10-18 | 6,7 | 6,3 | 12,6 | 9,3 |
Conclusies
Evenals vorig jaar is een grote milieuwinst te halen door plantsjalotten eerder te planten. In 2004 zijn er op het proefperceel 8 en in het praktijkperceel , dat rond half maart geplant is, 13 bespuitingen uitgevoerd. Door eerder te planten kon het gewas ook eerder worden geoogst, waardoor het aantal fungicidebespuitingen afnam van 9 bespuitingen naar 4 bespuitingen. Aan actieve stof voor fungiciden werd in het gangbare perceel twee maal zoveel gespoten als in het proefperceel (14,1 t.o.v. 28,3 kg/ha).
Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat voor het schieten van plantsjalotten de volgende factoren een rol spelen:
- De fysiologische leeftijd van de plant. Sjalotten geplant na 15 januari leverden de afgelopen 2 jaren geen schieters op;
- De bolmaat. Grovere plantsjalotten (10-12 mm), geplant op 29 oktober 2003, gaven in 2004 meer schieters dan een fijnere sortering (6-8 mm), maar gaven een duidelijk hogere opbrengst;
- Rooitijdstip plantmateriaal. Vroeger gerooide plantsjalotten gaven in 2004 iets minder schieters dan later gerooide sjalotten, maar later gerooide sjalotten gaven wel een hogere opbrengst;
- Bewaartemperatuur. Sjalotten, 5 weken voor planten bewaard bij een temperatuur van 15 oC, gaven wat minder schieters dan sjalotten bewaard bij 20 oC.
Wordt gekozen voor een zo hoog mogelijke veldopbrengst (bolmaat 10-12 mm, plantmateriaal dat normaal is gerooid) en zo vroeg mogelijk planten, dan neemt de kans op veel schieters toe. Omdat slechts 1 jaar schieters zijn waargenomen, is voortzetting van het onderzoek gewenst.