Publicatie datum: 07-12-2011
UV-C licht tegen slakken op open grond
Kwiklampen die UV-C licht verspreiden worden veel toegepast om micro-organismen in water en lucht te bestrijden. Ook schimmels kunnen ermee bestreden worden.
Uit het hier gepresenteerde onderzoek blijkt dat zelfs naaktslakken het loodje leggen wanneer ze belicht worden met voldoende UV-C licht. De slakken moeten dan wel bereikbaar zijn voor het licht. Een flink deel van de slakken zit ’s morgens vroeg of ’s avonds laat bij rustige en vochtige weersomstandigheden aan het oppervlak. Door driemaal op zo’n tijdstip de slakken op kaal land te belichten, waren de meeste slakken blootgesteld aan het licht en kon de schade aan het gewas voorkomen worden, vergelijkbaar met een chemisch middel.
Inleiding
Slakken veroorzaken veel schade in landbouwgewassen. In de akkerbouw hebben de telers haast uitsluitend te maken met naaktslakken. Symptomen van slakkenvraat verschillen per gewas. In granen en suikerbieten veroorzaken deze slakken vraatschade in het kiemplantstadium, wat leidt tot het wegvallen van planten. Hoewel beide gewassen een bepaald compensatievermogen hebben om opbrengstderving te voorkomen, kan slakkenvraat bij een bepaalde omvang van de slakkenpopulatie leiden tot economische schadederving.
Op dit moment worden slakken in de akkerbouw voornamelijk bestreden met slakkenkorrels. Hiervoor zijn twee actieve stoffen beschikbaar: metaldehyde en ijzerfosfaat. Metaldehyde is in toenemende mate aan restricties onderhevig; gebruik is beperkt tot een deel van het jaar en het mag niet gebruikt worden in waterwingebieden. IJzerfosfaat is relatief duur. Vanwege deze laatste reden worden ook slakparasitaire nematoden nog nauwelijks gebruikt in akkerbouwgewassen. Redenen te meer om alternatieve methoden aan te dragen tegen slakken.
In deze samenvatting wordt het effect van UV-C behandelingen op slakken toegelicht. Deze behandelingen zijn in het najaar van 2010 toegepast in proefveldverband. Dit onderzoek was een vervolg op een eerdere [INVALID URL] naar de effecten van UV-C licht bij de bestrijding van ziekten op gewassen of producten.
Onderzoek en resultaten
In 2008 werden twee soorten slakken enige tijd belicht door UV-C lampen. Het bleek dat de slakken weinig tot niets meer vraten. Na tien dagen waren er vier maal zo veel slakken dood als op onbehandeld. De kleinere akkeraardslak bleek gevoeliger dan de grotere wegslak, maar ook deze laatste bleek na tien dagen voor 50% gedood te zijn en de akkeraardslak voor 90%.
In 2009 is een doses-responstest uitgevoerd om de hoeveelheid UV-C licht te bepalen die nodig is om de akkeraardslak te doden. Het bleek dat 6 dagen na een dosis van 360 mJ/cm2 50% van de slakken gedood was en 9 dagen na belichting 90% (figuur 1). Hierbij werd er in totaliteit weinig tot geen vraatschade waargenomen.
In een veldproef in 2009 met wintertarwe werden bakken geplaatst waarin eenzelfde aantal akkeraardslakken werden gezet. Kort na plaatsing op 16 november 2009 werden enkele bakken met slakken belicht met 360 mJ/cm2 en dit werd voor een deel van de bakken tweemaal herhaald op 20 november. Op geschikte momenten zijn minimaal de helft van de slakken aan de oppervlakte en kunnen dan belicht worden. 10-14 Dagen na belichting zijn op onbehandeld 47% van de planten aangevreten tegen 19% na eenmaal en 14% na 3 maal belichten (tabel 1).
UV-C aantal keer | Vraatschade (%) 18-11 | Vraatschade (%) 24-11 | Vraatschade (%) 30-11 | Vraatschade (%) 28-12 |
0 | 10.0 | 37 | 47 | 63 |
1 | 4.5 | 16 | 19 | 25 |
3 | (4.3) | 14 | 14 | 15 |
LSD | 2.2 | 4 | 4 | 6 |
Een maand later is de schade na drie maal belichten nauwelijks toegenomen, terwijl na eenmaal belichten bij 25% van de planten vraatschade is waargenomen, tegen 63% op onbehandeld. Dus een eenmalige belichting geeft al veel effect te zien.
In het najaar van 2010 is in Nieuw-Scheemda een veldproef aangelegd. Op een enkele wegslak na zijn op dit perceel uitsluitend gevlekte akkerslakken (Deroceras reticulatum) waargenomen. Van deze slak wordt verondersteld dat het de meest schadelijke soort in wintergraan is. Op basis van bemonstering van slakken met slakkenmatjes en oppervlakkige en ondergrondse waarnemingen van slakken en slijmsporen op de meest gunstige momenten werd de populatiedichtheid op ca. 10 slakken per m2 geschat. Dit betrof voor ca. 2/3e deel onvolwassen en ca. 1/3e deel volwassen akkerslakken. Ten tijde van deze waarnemingen was de grond geploegd.
Na zaaien is gestart met de UV-C lichtbehandeling met de Dubex-machine, Caragoal slakkenkorrels zijn meegenomen als referentie. De veldproef is in de vorm van een gewarde blokkenproef in drie herhalingen aangelegd.
Op basis van weersgegegevens (www.buienradar.nl, www.windfinder.com) zijn de momenten bepaald om te gaan kijken. Belangrijke criteria waren:
- Na regen (niet tijdens regen)
- Bij zacht weer
- Geen wind
- In de avond
- Vroeg in de morgen
Vooraf werd met lichtgevoelige UV-C sensoren bepaald hoe langzaam de machine moest rijden om 360 mJ/m2 te doseren. Op 7, 9 en 14 november was ca. 1 slak/m2 aanwezig en werd belicht met de Dubex-machine (afbeeldingen 1 en 2).
Op 9 november, ca. vier weken na de laatste UV-C behandeling, resulteerde de drievoudige UV-C behandeling in significant lagere aantallen beschadigde planten dan in onbehandelde veldjes (tabel 2). Op datzelfde moment wasn het aantal planten per m2 door de UV-C behandeling en de slakkenkorrels significant toegenomen van 103 naar 111-116. De UV-C behandelingen en de slakkenkorrels verschilden op geen enkel moment significant van elkaar.
Code | Behandeling | Aantal beschadigde planten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29 oktober | 9 november | A | Onbehandeld | 12.9 | B | 15.8 | B | B | Slakkenkorrels | 3.4 | A | 7.9 | A | C | UV-C belichting | 7.2 | AB | 8.2 | A | Gemiddeld | 7.8 | 10.6 | F-probability | 0.032 | 0.042 | Lsd (α = 0.05) | 6.22 | 6.36 |
Op basis van het aantal planten en het aantal beschadigde planten kan op basis van deze veldproef geconcludeerd worden dat driemaal behandelen met UV-C licht een gewas wintertarwe beschermt tegen slakkenvraat in haar meest kwetsbare periode: de opkomst- en kiemplantfase. Dit resultaat is in deze veldproef vergelijkbaar met eenmaal behandelen met slakkenkorrels (geadviseerde dosering Caragoal, actieve stof metaldehyde). De behandeling – het blootstellen van de slak aan UV-C licht – is in het veld waarschijnlijk dodelijk, gezien het verlies aan slijm na de blootstelling (foto 3).
Er zijn echter geen dode slakken waargenomen; waarschijnlijk hebben de slakken nog voldoende kracht om weg te kruipen. Dit verschijnsel wordt ook wel bij slakkenkorrels, afhankelijk van de actieve stof, waargenomen.
De uiteindelijke winst aan planten bedroeg ca. 8% ten opzichte van onbehandeld. De verwachting is dat bij hogere populatiedichtheden een hogere populatieafname en daarmee hogere winst te behalen is.
Voor het toepassen van 360 mJ/cm2 zijn de energiekosten per ha ongeveer € 65,-. Een driemalige behandeling komt dan op € 195,-. De middelenkosten voor het toepassen van metaldehyde zijn € 24,50, voor ferri III fosfaat varieert dit van € 37,50 tot € 145,- en voor het toepassen van de aaltjes 'Nemaslug' € 200. Daarmee komen de middelenkosten voor een eenmalige belichting met UV-C op het niveau van ferri III fosfaat en voor een driemalige belichting op het niveau van Nemaslug. De kosten voor mens, trekker en machine zijn bij een drievoudige toepassing relatief hoog.
Conclusies
- Er is een eenmalige dosering van 360 mJ UVC licht/m2 nodig, waarna de vreterij van de naaktslak grotendeels stopt en na 9 dagen 90% van de slakken dood is.
- Doordat een beperkt aantal slakken aan het oppervlak komt, wordt een beperkt aantal slakken per belichting opgeruimd. Door driemaal een belichting op een goed moment uit te voeren was het effect op slakken in wintertarwe vergelijkbaar met een chemische behandeling.
- De energetische kosten voor alleen de belichting zijn vergelijkbaar met de middelenkosten van chemische of biologische toepassingen. Voor de uitvoering zijn de kosten voor machine, trekker en chauffeur evenwel nog (te) hoog. Meer onderzoek kan deze wellicht omlaag brengen.