Toepassing van MH in consumptieaardappelen

Toepassing van MH kan in de volgende situaties worden afgewogen:

• Bij rassen met een zwakke kiemrust en/of rassen die extra gevoelig zijn voor schilbrand, poederschurft of inwendige kiemvorming als vervanging van een inschuurbehandeling of de eerste ruimtebehandelingen met chloorprofam. Voor een langere bewaring (na begin januari) is de werking van MH echter onvoldoende.
• Voor opslagbestrijding of (tijdelijke) bewaring van aardappelen in bewaarruimtes zonder chloorprofam.

Er zijn diverse aandachtspunten voor de MH-toepassing. Om een voldoende hoge concentratie MH in de aardappelknollen te krijgen, moet het gewas nog voldoende vitaal zijn om het middel op te kunnen nemen. De belangrijkste stelregel is dat het gewas nog minimaal 3 weken (optimaal 5 weken) voldoende groen en vitaal blijft om MH naar de knollen te transporteren. Het gewas moet daarbij uitgebloeid zijn, omdat dan de maximale loofhoeveelheid bereikt is. Daarnaast moeten de kleinste knollen minimaal 25 mm zijn.
Belangrijk zijn ook de weersomstandigheden op het moment van spuiten zodat het middel voldoende opgenomen kan worden (max. 25˚C, hoge RV en niet afgehard gewas) en moet het minimaal 10 uur droog blijven om het middel niet te laten afspoelen.
Toevoegen van een uitvloeier kan negatief werken en wordt daarom niet geadviseerd. Om een voldoende hoge concentratie MH te krijgen, is de dosering 5 kg/ha (ca. € 150). Gebruik 500 liter water en niet mengen met andere gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen. Ter vergelijking: een inschuurbehandeling met bv. Gro-Stop Basis kost bij een bruto opbrengst van 65 ton ca. € 127 per ha (prijzen seizoen 2010).