Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-12-1999

Teelthandleiding winterrogge - onkruidbestrijding

Dit deel van de teelthandleiding winterrogge gaat in op de onkruidbestrijding in winterrogge.

Onkruidontwikkeling

In de beginontwikkeling kenmerkt rogge zich door een vlotte groei en een forse uitstoeling. Tegenover onkruiden bezit rogge een sterke concurrentiekracht wat betreft de groeifactoren licht, water en mineralen. Veronkruiding levert vaak geen of weinig problemen op en op vele percelen wordt een bestrijding achterwege gelaten. Een bestrijding wordt alleen uitgevoerd wanneer op basis van perceelservaring veel onkruiden worden verwacht (windhalm) of wanneer er (in het voorjaar) toch veel onkruiden tot ontwikkeling komen. Met name op zandgronden heeft in de meeste jaren geen onkruidbestrijding plaats.

Rogge is meer dan andere graansoorten gevoelig voor menig herbicide; de keuze van de middelen moet dan ook kritisch zijn. Op grond hiervan dient een chemische onkruidbestrijding niet routinematig maar op basis van onkruidbezetting te worden uitgevoerd. Omdat er voor onkruiden geen schadedrempels voorhanden zijn zal een gerichte bestrijding op basis van ervaringen aangaande de bezetting en de ontwikkeling van onkruiden moeten plaatshebben. De zaaitijd, de grondsoort, de grondbewerking, de weersomstandigheden en het volggewas zullen daarbij in acht moeten worden genomen.

Mechanische onkruidbestrijding, welke thans weer in de belangstelling komt, biedt in rogge uitstekende mogelijkheden. Door zijn uitgebreide wortelstelsel staat rogge stevig verankerd in de grond zodat het gewas een goede weerstand bezit tegen (herhaald) eggen. Eggen mag niet in het kiemplantstadium plaatsvinden. Vanaf het driebladstadium tot het begin van de stengelstrekking wordt door eggen in rogge geen noemenswaardige schade aangericht. Onkruiden worden het beste bestreden als ze klein zijn (maximaal twee echte blaadjes). Naarmate ze groter zijn wordt het moeilijker om ze mechanisch te bestrijden. De bestrijding van onkruiden wordt beter wanneer vrij kort (1 à 2 dagen) na de eerste keer eggen nogmaals in tegenovergestelde richting wordt geëgd. Er moet niet dwars op de rijen worden geëgd, omdat er dan te veel roggeplanten worden uitgetrokken. Bij de mechanische onkruidbestrijding zijn de weersomstandigheden wel in sterke mate bepalend voor het bestrijdingsresultaat.

Een chemische onkruidbestrijding is bedrijfszeker. Beter dan bij eggen kan men inspelen op de grootte van het onkruid en kan het optimale spuitmoment beter worden gevonden. Chemische middelen kunnen bovendien gedurende langere tijd worden ingezet. Al enige jaren wordt het gebruik van chemische middelen in de akkerbouw teruggedrongen. Bij de bestrijding van onkruiden zal daarom in toenemende mate gebruik gemaakt (moeten) worden van mechanische methoden. Aanvullend zal echter veelal een chemische bestrijding uitgevoerd (moeten kunnen) worden, zeker als de mechanische bestrijding bij ongunstige weersomstandigheden tekort schiet.

Onkruidbestrijdingsmiddelen

Chemische onkruidbestrijding in rogge kan plaatshebben met bodemherbiciden en met contactherbiciden (waaronder groeistoffen en combinaties). Meer dan de andere granen is rogge gevoelig voor (te) hoge doseringen van herbiciden. Voor toepassing van herbiciden wordt daarom bij rogge meestal de laagst aangegeven dosering aanbevolen. Bij de keuze van de middelen moet men rekening houden of men in een grondwaterbeschermingsgebied ligt. Voor de keuze van de middelen wordt verwezen naar de handleiding Gewasbescherming die door DLV wordt uitgegeven.

Herfstbespuitingen

Een chemische bestrijding met bodemherbiciden vindt in de herfst nauwelijks plaats. Na opkomst kan een bespuiting het beste worden uitgevoerd wanneer de rogge 3 à 4 bladeren bezit.

Voorjaarsbespuitingen

Rogge die in de winter door vorst heeft geleden kan een vroegtijdige chemische bestrijding in het voorjaar slecht verdragen. Een dergelijke bespuiting kan alleen in goed ontwikkelende gewassen zonder problemen plaatsvinden. Tijdens de uitstoelingsfase is een chemische bestrijding goed uitvoerbaar. Nadien neemt de kans op opbrengstderving toe; dit geldt zeker als het gewas is gaan strekken.

Bodemherbiciden kunnen alleen vroeg in het voorjaar nog worden ingezet. Een combinatie met contactherbiciden is dan mogelijk. Tot het begin van de strekking kunnen contactherbiciden, al dan niet met een groeistof, worden toegepast. De keuze van het middel zal afhangen van de dichtheid en de samenstelling van het onkruiden bestand.