Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-03-2005

Teelthandleiding korrelmais en Corn Cob Mix (CCM) - rassenkeuze

In dit hoofdstuk van de teelthandleiding vindt u informatie over de rassenkeuze bij korrelmaïs en Corn Cob Mix (CCM).Voor een juiste rassenkeuze kan men het beste gebruik maken van de gegevens van de jaarlijks verschijnende onafhankelijke "Rassenlijst van Landbouwgewassen". Dezelfde gegevens staan ook in het eveneens jaarlijks verschijnende Rassenbulletin snijmaïs, korrelmaïs en CCM. In dit ...

Beginontwikkeling

De beginontwikkeling is afhankelijk van het ras maar ook van de kwaliteit van het zaaizaad. Rassen met een vlotte beginontwikkeling bereiken eerder een volledige grondbedekking dan de zich wat trager ontwikkelende rassen. Dit is met name met betrekking tot de onkruidbestrijding een belangrijk aspect. Tussen een waardering van een 6 en een 9 op de rassenlijst zit jaarsafhankelijk gemiddeld 1,5 week in sluiten van het gewas.

Vroegheid

Vroegrijpheid is vooral bij korrelmaïs zeker zo belangrijk als opbrengst. De droogkosten bepalen namelijk in belangrijke mate het financiële rendement. Het drogestofgehalte van de korrel is het belangrijkste beoordelingscriterium voor de vroegrijpheid van het ras. Het cijfer voor vroegrijpheid van de korrel is hiervan afgeleid. Voor korrelmaïs worden alleen rassen aanbevolen met minimaal een 7 voor vroegrijpheid korrel. Voor CCM en MKS kunnen iets lagere eisen gesteld worden aan de vroegrijpheid. Bij de beoordeling van de vroegheid van een ras kan de vroegheid van de vrouwelijke bloei als aanvullend criterium gebruikt worden, in die zin dat naarmate het ras vroeger bloeit het risico kleiner is dat het ras tegenvalt in vroegrijpheid van de korrel.

Plantlengte

De eigenschap plantlengte moet in relatie worden gezien met de stevigheid van een ras. Het risico van legering, door hoofdzakelijk stengelzwakte, kan op basis van deze twee eigenschappen beter worden ingeschat.

Oogstbaarheid

Om het gewas goed machinaal te kunnen oogsten is het noodzakelijk dat er weinig omgevallen planten aanwezig zijn. In de eigenschap oogstbaarheid is zowel het gebrek aan stevigheid als de gevoeligheid voor stengelrot meegenomen. Omdat het gewas, met name voor de oogst als korrelmaïs, meestal tot diep in de herfst op het land blijft staan, moeten aan deze eigenschappen zwaardere eisen gesteld worden dan bij snijmaïs.
Een gebrek aan stevigheid wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door wortelzwakte en soms door stengelzwakte. Legering door wortelzwakte, waarbij de planten bij de grond scheefgroeien of omvallen, komt zowel bij korte als bij lange rassen voor. Bij lange rassen is het risico op legering echter groter (zie plantlengte). Deze vorm van legering treedt vooral op aan het eind van het groeiseizoen. Soms is het gewas ook rond de bloei gevoelig voor legering door wortelzwakte, de zogenaamde zomerlegering. Deze treedt meestal op bij zware buien met windvlagen in perioden dat de maïs zeer sterk groeit. Bij zomerlegering treedt, in tegenstelling tot herfstlegering, meestal herstel van het gewas op. Er vormen zich dan de karakteristieke "wandelstokken". Bij legering door stengelzwakte breken of knikken de groene stengels meestal een meter boven de grond. Dit komt hoofdzakelijk voor bij lange rassen met een hoge kolfaanzet.
Stengelrot wordt veroorzaakt door Fusariumschimmels (zie "Plagen en Ziekten") en komt vooral voor bij een afrijpend gewas. Het is te herkennen aan de voze stengelvoet, hangende kolven en het omvallen van de voze stengels. Na droogte bestaat er een grotere kans op een stengelrotaantasting. Stengelrot kan leiden tot een sterke verhoging van het drogestofgehalte. Voor meer informatie over stengelrot wordt verwezen naar het handboek snijmaïs.

Dorsbaarheid

Dorsbaarheid is voor korrelmaïs en in iets mindere mate voor CCM een belangrijke eigenschap. Er zijn rasverschillen in het gemak waarmee de korrels vrij komen van de spil. In de praktijk levert de dorsbaarheid echter vrijwel nooit grote problemen op.

"Dubbeldoel"-maïs

Soms worden snijmaïsrassen gebruikt voor de teelt van korrelmaïs of CCM. Deze “dubbeldoel”-gewassen geven nooit een optimaal resultaat voor alle gebruiksdoeleinden. Wil men toch niet van tevoren kiezen, dan is het raadzaam de teelt en de rassenkeuze te richten op korrelmaïs.