Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-02-1994

Teelthandleiding karwij - onkruidbestrijding

Dit deel van de teelthandleiding karwij gaat in op de onkruidbestrijding in karwij.

Voor de bestrijding van onkruiden in karwij zijn betrekkelijk weinig chemische middelen toegelaten of mogelijk. Vooral bij een graangewas als dekvrucht kunnen problemen ontstaan. Over mechanische onkruidbestrijding in winter- en zomerkarwij en chemische onkruidbestrijding in zomerkarwij zijn ...

Mechanische onkruidbestrijding

Er zijn geen ervaringen bekend met mechanische onkruidbestrijding. Voor schoffelen moet de rijenafstand minimaal 25 cm zijn. Schoffelen in de dekvrucht met ondergezaaide karwij is alleen mogelijk als de karwij in de rij van de dekvrucht gezaaid is. Dit is niet aanbevelenswaardig. Omdat in granen de chemische onkruidbestrijding moeilijk is te combineren met inzaai van karwij, is het aanbevelenswaardig om voor inzaai van de karwij een eg- of schoffelbewerking uit te voeren.

In de nazomer na de oogst van de dekvrucht met uitzondering van granen of in het voorjaar, lijkt schoffelen een goede optie. Een aanvulling met een chemische of mechanische behandeling in de rij (eggen of aanaardend schoffelen) is natuurlijk nodig. Volvelds eggen van al enigzins ontwikkelde karwij moet goed mogelijk zijn daar de plant een penwortel heeft. Ook bij zomerkarwij lijken goede mogelijkheden voor een mechanische onkruidbestrijding aanwezig.

Een groot nadeel van eggen kan zijn, dat door beschadigingen van de wortel invalspoorten ontstaan voor verbruiningsziekte (Mycocentrospora acerina). De kans hierop is groter bij vochtige omstandigheden, dus omstandigheden waaronder een mechanische onkruidbestrijding niet wordt uitgevoerd. Daar komt bij dat de schimmel zich minder thuis voelt in losse droge grond. Een ander nadeel van eggen en aanaardend schoffelen kan zijn, dat planten geïnfecteerd worden door besmette grond die op het blad blijft liggen. Voorts kunnen potentiële infectiebronnen bovengebracht worden. Eggen in het voorjaar geeft minder kans op infectie dan eggen in het najaar.

Chemische onkruidbestrijding

In de dekvrucht

Bij bespuitingen in de dekvrucht dient men rekening te houden met de ondergezaaide karwij. Karwij verdraagt geen groeistoffen. Tussen het spuiten met verschillende bodemherbiciden (onder andere isoproturon) en het zaaien van karwij dient een ruime periode in acht genomen te worden om schade te voorkomen. Bij een graangewas als dekvrucht zijn de chemische bestrijdingsmogelijkheden zodoende zeer beperkt. Bij winterkarwij is het zeer belangrijk om al in de herfst een bodemherbicide te spuiten. Met het zaaien van de karwij moet daarna nog lang gewacht worden. Voor opkomst van de karwij kunnen contactherbiciden gespoten worden. Groeistoffen kunnen alleen voor het zaaien van de karwij worden toegepast. Vanwege mogelijke persistentie in de bodem is dan een termijn van ongeveer twee weken tussen het spuiten en het zaaien van de karwij nodig. Deze methode komt niet goed overeen met de gewenste zaaitijd van karwij: maart tot april.

De in de diverse dekvruchten toegelaten grassenbestrijdingsmiddelen geven geen van alle schade aan ondergezaaide karwij. Met alle andere in de dekvrucht toegelaten bestrijdingsmiddelen is de kans op ernstige schade aan de ondergezaaide karwij groot tot zeer groot.

Na de oogst van de dekvrucht

Tijdens de groeiperiode voor de winter is het van belang dat het gewas niet al te veel concurrentie van onkruiden ondervindt in verband met de diktegroei van de wortel.

In winterrust

Tijdens de winterrust kunnen eenjarige en overblijvende onkruiden worden bestreden.

In het voorjaar

Bij sterke vervuiling kan een mechanische onkruidbestrijding (schoffelen) nodig zijn voordat een bespuiting met een bodemherbicide wordt uitgevoerd.