Publicatie datum: 30-04-2004
Teelthandleiding groenbemesters - Raketblad
In dit hoofdstuk van de teelthandleiding groenbemesters worden diverse aspecten van raketblad toegelicht.
Algemeen
In de late jaren '90 is vastgesteld dat raketblad eigenschappen bezit die de plant tot kandidaat-lokgewas maken voor de biologische bestrijding van aardappelcysteaaltjes (Scholte en Vos, 2001). Het onderzoek over de wijze van lokking en de mate van doding van larven uit aardappelcysten, zowel in laboratorium- als in veldsituaties, is nog gaande. Eerste resultaten in de praktijk wijzen, net als potproeven, op een potentiële bestrijding van aardappelcystenaaltjes van 90 procent (range loopt uiteen van 60-90 procent). Inmiddels is het gewas als aardappelcysteaaltjes bestrijdende groenbemester, voornamelijk bij pootgoedtelers op AM-besmette percelen, in de praktijk geïntroduceerd.
Deze uit Midden-Amerika stammende en tot de aardappelfamilie (Solanacea) behorende plantensoort kiemt pas bij een minimale bodemtemperatuur van 10 °C en heeft een trage beginontwikkeling. Vanaf het 4-5 blad stadium, onder zomerse omstandigheden is er een gestage gewasgroei. De plant heeft tomaatachtige bladeren en, zowel op stengel als blad, scherpe doornachtige uitsteeksels. Al snel in de ontwikkeling worden er witte aardappelachtige bloemen gevormd waaruit grote roodgekleurde bessen, zoals rozenbottels, ontstaan. Door de ontwikkeling van een stevige stengel en een groot aantal bessen heeft een volgroeid gewas, met een lengte tot 1,30 meter, een aanzienlijke biomassa.
Vanwege de trage groei en de benodigde warmte heeft raketblad voor een goede ontwikkeling een heel zomerseizoen nodig. Bij zaai na juli kan er niet op worden gerekend dat er nog een volwaardig gewas gevormd wordt. Alleen na een zeer vroeg ruimende voorvrucht (bijvoorbeeld conservenerwten of bepaalde bolgewassen) zou nog raketblad kunnen worden uitgezaaid. Vooralsnog moet er echter vanuit worden gegaan dat raketblad als braakgewas (en dus met uitzondering van de braakpremie, zonder enige financiële gewasopbrengst van het betreffende perceel) moet worden verbouwd.
Raketblad kan zowel op zand- als op kleigronden groeien mits een bouwvoor met een goede structuur en bodemvruchtbaarheid aanwezig is. Op kleigronden worden stevige gewassen gevormd, op zand is de gewasgroei wat weelderiger.
Zaaien
Raketblad kan vanaf half mei tot half juli worden gezaaid, maar het gewas heeft de meeste kans van slagen als in mei wordt gezaaid. Daardoor zijn de mogelijkheden om raketblad als volggewas, ná oogst van een voorgaand gewas, te telen heel beperkt. Inzaai vindt plaats met een standaard nokkenradzaaimachine of de pneumatische varianten daarvan, al of niet gecombineerd met een zaaibedbereiding. Bij een duizendkorrelgewicht van 2,5 g wordt 3 kg zaaizaad per hectare gezaaid. Dit resulteert in zo'n 100 planten/m2. De rijenafstand is 12,5 cm; de zaaidiepte tot max. 2 cm.
Rassenkeuze
Momenteel is er slechts één raketbladselectie in de handel; deze wordt verkocht onder de naam 'Sharp'. Middels veredeling wordt gewerkt aan koudetolerantere en mogelijk doornvrije selecties.
Bemesting
Raketblad is een stikstofbehoeftig gewas. Bij of na de inzaai dient als startgift 40 kg N per hectare te worden gegeven. Vanwege de trage beginontwikkeling van het gewas is een tweede gift (van 40-60 kg N/ha) niet eerder dan half juli nodig. Naarmate later wordt gezaaid kan er, zowel vanwege een hogere N-bodemvoorraad als de kortere resterende groeiduur, evenredig op de N-giften worden gekort.
Raketblad neemt de gegeven stikstof goed op. Voor een optimale gewasproductie wordt 70-80 kg N/ha onttrokken, de overige stikstof wordt als luxe consumptie in nitraatvorm opgeslagen.
Ziekten
Raketblad wordt lokaal (in de bladoksels) aangetast door Phytophtora infestans, maar gaat daar als gewas niet aan ten gronde. Onduidelijk is het gevaar voor Phytophthora in raketblad als infectiebron voor aardappelen en of, vanuit dat oogpunt, een bestrijding nodig is.
Raketblad is een matige waardplant voor bruinrot, wat betekent dat het gewas niet met besmette percelen en met oppervlaktewater in aanraking mag komen.
Naarmate de gewasontwikkeling vordert blijven, hoogstwaarschijnlijk door (licht)concurrentie, planten achter waarvan uiteindelijk een deel wegvalt. Ook kleuren de onderste bladeren geel en sterven af. Hoewel dit materiaal door schimmels wordt aangetast, lijkt het de gezondheid van het gewas niet te bedreigen.
Plagen
Op raketblad worden soms coloradokevers aangetroffen; bestrijding is niet noodzakelijk.
Onkruiden
Door de trage beginontwikkeling van raketblad kunnen onkruiden de gewasgroei ernstig belemmeren. Omdat laat wordt gezaaid, kan op onkruidrijke percelen door 'valse'-zaaibedbereidingen een deel van de onkruiden worden bestreden. Het is aan te raden om daarnaast het gekiemde onkruid kort voor opkomst van de raketblad, met een niet selectief herbicide "af te branden".
Indien veel onkruid wordt verwacht kan ook overwogen worden om op een rijenafstand van 25 cm te zaaien zodat, met een op het zaaisysteem aangepaste machine, kan worden geschoffeld.
Vooralsnog zijn in de teelt van raketblad geen herbiciden toegelaten. Probleemonkruiden moeten handmatig met een herbicide worden aangestreken of met de hak worden bestreden.
Het onkruidbestrijdingsmiddel Titus heeft voor teeltseizoen 2005 een vrijstelling gekregen voor raketblad en mag tussen 1 juni en 31 augustus ná opkomst in raketblad toegepast worden.
Aaltjes
Hoewel nog onvoldoende onderzocht lijkt raketblad een slechte waardplant voor het maïswortelknobbelaaltje en voor vrijlevende aaltjes te zijn. Over de waardplantgeschiktheid en gevoeligheid voor overige aaltjessoorten is niets bekend. De lokking van aardappelcysteaaltjes door raketblad is variabel en meestal niet sterk genoeg om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de beheersing van aardappelmoeheid. Maar het recht van herbemonstering na de teelt van raketblad blijft een pré.
Onderwerken
Hoewel een volgroeid gewas raketblad stevig en lang is zal het in oktober/november (als gevolg van nachtvorsten en veroudering) in elkaar zakken. Als er vroeg geploegd dient te worden moeten de raketbladstengels wellicht voordien met een klepelaar/hakselaar worden verkleind. Bij een late grondbewerking lijkt de gewasmassa zich goed onder te laten werken.
Opslag
In vroeggezaaide gewassen treedt besvorming op, zoals bij aardappel-bessen, welke bij goede afgerijping kiemkrachtig zaad opleveren. In het jaar daarop kan dit tot opslag leiden, maar problemen zijn niet te verwachten vanwege de trage beginontwikkeling en goede bestrijdingsmogelijkheden.
Drogestofopbrengst
Raketblad komt in proeven op zand en kleigrond, bij inzaai half mei en oogst in september waarbij zich een volgroeid gewas heeft gevormd, tot een productie van 7 ton droge stof per ha. Bij inzaai twee maanden later (half juli) en een oogst in oktober worden slechts halfvolgroeide gewassen geoogst met een droge stof opbrengst van 3 ton/ha.
Teeltkosten
De teeltkosten van raketblad zijn bijzonder hoog, maar moeten vergeleken worden met de kosten van een grondontsmetting. Vooral het zaaizaad is erg duur. Vóór het inzaaien is een grondbewerking en/of een zaaibedbereiding nodig; voor het onderploegen meestal nog een voorbewerking. Naast een chemische onkruidbestrijding vóór opkomst dient er nog mechanisch en/of handmatig onkruid betreden te worden.
Materiële kosten:
zaaizaad: 3 kg à € 100,00 (incl. BTW) = € 300
onkruidbestrijding: = € 30
N-bemesting: 80 kg à € 0,50 = € 40