Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-04-2005

Teelt van raketblad ter bestrijding van aardappelcysteaaltjes

Als een perceel bestemd voor de teelt van aardappelpootgoed (en andere vermeerderingsmateriaal) besmet is met aardappelcysteaaltjes ([INVALID URL]), moet een bestrijdingmaatregel worden genomen. Eén van de door de PD erkende bestrijdingsmaatregelen is de teelt van een 'vanggewas'.
In opdracht van het HPA heeft het PPO in de periode 2001 tot 2004 onderzoek gedaan naar de mate waarin aardappelcysteaaltjes door raketblad worden gelokt. Daarnaast is teeltonderzoek aan dit gewas gedaan.

Raketblad kan uiterlijk tot half juli worden gezaaid, maar het gewas heeft de meeste kans van slagen als in mei wordt gezaaid. Daardoor zijn de mogelijkheden heel beperkt om raketblad als volggewas ná oogst van een voorgaand gewas te telen. Het onkruidbestrijdingsmiddel Titus heeft voor teeltseizoen 2005 een vrijstelling gekregen voor raketblad en mag tussen 1 juni en 31 augustus ná opkomst in raketblad toegepast worden. De lokking van aardappelcysteaaltjes door raketblad is variabel en meestal niet sterk genoeg om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de beheersing van aardappelmoeheid. Maar het recht van herbemonstering na de teelt van raketblad blijft een pré.

Inleiding

Aardappelcysteaaltjes kunnen bij een zware besmetting bij gevoelige aardappelrassen grote opbrengstverliezen veroorzaken. Bij teelt van vermeerderingsmateriaal (bijvoorbeeld van aardappelpootgoed) is een 'vrijverklaring' van aardappelcysteaaltjes (aardappelmoeheid) vereist.
Bestrijding van aardappelcysteaaltjes is mogelijk door natte grondontsmetting, maar de frequentie van grondontsmetting is gemaximaliseerd tot éénmaal per vijf jaar en is vooral op zwaardere gronden niet effectief.
Vruchtwisseling is heel belangrijk om besmetting te beheersen. Als geen aardappelen worden geteeld, komt een beperkt gedeelte van de cysten uit rust. Dit wordt "spontane lokking" genoemd. De larven die dan gevormd worden, kunnen zich echter niet voeden en sterven af.
Raketblad (Latijnse naam: Solanum sisymbriifolium) is een verwant van aardappel en is afkomstig uit Zuid-Amerika. Eind jaren negentig werd uit onderzoek van de Landbouw Universiteit duidelijk dat raketblad in staat was om eieren van aardappelcysteaaltjes uit rust te laten komen. Omdat raketblad resistent is tegen aardappelcysteaaltjes, kunnen de larven die uit de cyste komen zich echter niet voeden, waardoor ze afsterven. Daardoor kan de aaltjespopulatie bij raketblad sterker afnemen dan door spontane lokking bij braak of door de teelt van een niet-waardplant.
Raketblad zou daardoor als een (niet chemische) bestrijdingsmaatregel tegen aardappelcysteaaltjes ingezet kunnen worden. Vooral de teelt ná een (vroeg) ruimende voorvrucht zou interessant kunnen zijn. Allereerst om aardappelcysteaaltjes te bestrijden, maar daarnaast ook om van de voordelen van een groenbemestingsgewas te profiteren, zoals aanvoer van organische stof, tegengaan van verslemping, vastleggen van voedingsstoffen en onderdrukking van onkruiden.

Onderzoek

Er waren eind jaren negentig een aantal vragen rondom de praktische toepasbaarheid van raketblad. Allereerst was de vraag hoe groot de (extra) lokking van aaltjes onder praktijkomstandigheden was. Daarnaast waren er vragen rondom de teelt van raketblad wat betreft de periode van zaaien, de hoeveelheid zaaizaad, de rijafstand(en), de te gebruiken zaaimachines, de hoogte van de stikstofbemesting en chemische onkruidbestrijding.
Het HPA heeft aan PPO opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de teelt van raketblad en de lokking van aaltjes. De resultaten van dit onderzoek worden hieronder kort weergegeven en er wordt apart ingegaan op de chemische onkruidbestrijding in raketblad met het middel Titus.
Het onderzoek is uitgevoerd in jaren 2001 tot 2004 op proefvelden en op praktijkpercelen op zavel- en zandgronden met in de meeste gevallen een hoge besmetting met aardappelcysteaaltjes. In de proeven is de mate van lokking door het raketbladras Sharp vergeleken met de "spontane" lokking die ook optreedt zonder dat een gewas aanwezig was (braak). Daarbij is niet alleen gekeken naar de van nature aanwezige aardappelcysteaaltjes, maar is ook gewerkt met kunstmatig aangebrachte cysten.

Resultaten

Teelt

Raketblad moet vóór half juli gezaaid worden, want daarna is de groei meestal zo gering dat er onvoldoende gewas wordt gevormd (afbeelding 1). Het gewas heeft echter de meeste kans van slagen als in mei wordt gezaaid. Bij goede omstandigheden is 1,5 kg zaaizaad per ha voor raketblad voldoende.

Afbeelding 1. Raketblad moet op tijd gezaaid worden. Gewas eind augustus: links eind juli gezaaid, rechts: half mei gezaaid.

Bij minder goede kiemings- en groeiomstandigheden moet wat méér zaaizaad gebruikt worden om zekerheid te krijgen dat er voldoende planten tot ontwikkeling komen. Ook een ter verwachten grote onkruiddruk kan aanleiding zijn om een wat hogere plantdichtheid van raketblad na te streven. In de praktijk zal daardoor, afhankelijk van de omstandigheden, tussen 1,5 en 3 kg zaaizaad per ha nodig zijn.
Er kan gekozen worden voor een systeem waarbij wordt gezaaid op een rijafstand van 12,5 of van 25 cm. Raketblad kan met een nokkenrad zaaimachine, maar ook met een precisiezaaimachine of met een pneumatische zaaimachine gezaaid worden.
Het gewas heeft niet veel stikstof nodig. Bij zaai in mei kan worden volstaan met een gift van 80 kg N per ha en bij zaai in juli met een gift van 40 kg N per ha.

Afbeelding 2. Een goed geslaagd gewas raketblad kan 'manshoog' worden en levert dan ongeveer 50 ton vers en 10 ton droog materiaal per ha.

Chemische onkruidbestrijding

Voor het teeltseizoen 2005 heeft het onkruidbestrijdingsmiddel Titus een vrijstelling gekregen voor toepassing in raketblad vanaf 1 juni tot en met 31 augustus. Er is nog weinig ervaring met Titus in raketblad. Het middel kan een reactie van dit gewas veroorzaken in vorm van verkleuring en groeiremming. Titus moet ná opkomst worden toegepast op een droog gewas, maar moet niet in het kiembladstadium van het raketblad gespoten worden, wegens te grote kans op gewasschade.
Titus dient gespoten te worden op heel jong, actief groeiend onkruid (bij voorkeur in het kiemblad-stadium van de onkruiden). De adviesdosering in raketblad is 10 tot 20 gram per ha, met een maximum van 30 gram per ha. Altijd Trend toevoegen (100 ml Trend per 100 liter spuitvloeistof). Als ná de toepassing nieuwe onkruiden opkomen, dan de toepassing van Titus zo nodig herhalen, maar er mag maximaal 70 gram Titus per ha per seizoen gespoten worden.
Onkruidsoorten die gevoelig zijn voor Titus zijn onder andere: kamille, knopkruid, klein kruiskruid, kleefkruid, muur, herderstasje, kleine brandnetel, hennepnetel, zwaluwtong en perzikkruid. Melganzevoet en bingelkruid zijn matig gevoelig. Zwarte nachtschade, ereprijssoorten en varkensgras zijn ongevoelig. Titus heeft een (goede) nevenwerking op een aantal belangrijke grassen, zoals straatgras, hanepoot en opslag van raaigrassen en granen.

Lokking van aaltjes

In het onderzoek is de lokking van aardappelcysteaaltjes door raketblad steeds vergeleken met de lokking zonder gewas (braak). In de PPO-proeven liep de lokking van aardappelcysteaaltjes uiteen van 15 tot 72 procent en bedroeg gemiddeld 52 procent. Bij braak werd gemiddeld 23 procent van de aaltjes gelokt. De extra lokking door raketblad was gemiddeld dus 29 procent.
Daarnaast zijn bij vijf telers in de praktijk de ontwikkelingen van drie aardappelcysteaaltjes-populaties bij raketblad en 'braak' gevolgd. Van deze vijftien 'bedrijfspopulaties' waren er maar vier waarbij de lokking door raketblad betrouwbaar toenam door de teelt van raketblad en er was één populatie waarbij door raketblad een daling van de lokking optrad. Gemiddeld was de lokking door raketblad op de praktijkbedrijven 34 procent, tegen 23 procent bij braak. De extra lokking door raketblad was bij de praktijkbedrijven dus 11 procent.

Conclusies

Raketblad kan uiterlijk tot half juli worden gezaaid, maar het gewas heeft de meeste kans van slagen als in mei wordt gezaaid. Er is 1,5 tot 3 kg zaaizaad per ha nodig en 40 tot 80 kg stikstof per ha. In 2005 kan het onkruidbestrijdingsmiddel Titus ná opkomst in raketblad worden ingezet.
In de PPO-proeven liep de lokking van aardappelcysteaaltjes bij raketblad uiteen van 15 tot 72 procent en bedroeg gemiddeld 52 procent. Dit is méér dan braak, waarbij de lokking gemiddeld 23 procent was, maar minder dan de 80 procent [INVALID URL]. De lokking van aardappelcysteaaltjes door raketblad is dus variabel en meestal niet sterk genoeg om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de beheersing van aardappelmoeheid. Maar het recht van herbemonstering na de teelt van raketblad blijft een pré.