Teelt en rassenkeuze korrelmais/ccm – Focus niet op dubbeldoel

In deze tip wordt kort ingegaan op de rassenkeuze bij korrelmaïs/ccm.

Sommige maïstelers willen het teeltdoel open houden tot aan het eind van het groeiseizoen; wordt het snijmaïs of toch korrelmaïs? Vaak wordt dan gekozen voor een "dubbeldoelras". Dat betekent zoveel als geschikt voor beide, maar eigenlijk voor beide geen topras. Snijmaïsrassen hebben voor korrelmaïs een te laag drogestofgehalte in de korrel en ook de oogstbaarheid kan te wensen overlaten om het te kunnen oogsten op het moment van korrelmaïs. Korrelmaïsrassen daarentegen zijn niet geselecteerd op kwaliteit van de plant, waardoor dit vaak gepaard gaat met een matige voederwaarde (VEM/kgds).
Ook de teelt is voor beide teeltdoelen afwijkend. Snijmaïs teel je bij een 95.000 pl/ha en korrelmaïs bij 85.000 pl/ha. Een hoger plantaantal bij korrelmaïs betekent een lagere kolfaandeel en een lager drogestofgehalte van de korrel. Dit betekent uiteindelijk hogere droogkosten. Snijmaïs bij een lager plantaantal kost drogestofopbrengst, hoewel het zetmeelgehalte en daarmee de voederwaarde wel hoger zullen zijn.

Het advies is: kies zowel qua teelt en ras bewust voor snijmaïs of korrelmaïs, dit geeft het hoogste resultaat. Wil je echt niet kiezen, stem de teelt dan in ieder geval af op korrelmaïs, dus 85.000 pl/ha. Geef ook qua rassenkeuze de voorkeur aan een korrelmaïsras in verband met de betere oogstbaarheid (stevigheid en stengelrotresistentie).