Tarwe drogen

Het bewaren van tarwe gebeurt de laatste jaren steeds vaker in een aardappel- of uienbewaarplaats. Houd er wel rekening mee dat tarwe bewaren kan, maar drogen moeilijk is! Ons advies is dan ook om tarwe met een vochtpercentage van 20% of hoger niet zelf te drogen. Indien u tarwe zelf gaat bewaren, let dan op de volgende punten:

Het bewaren van tarwe gebeurt de laatste jaren steeds vaker in een aardappel- of uienbewaarplaats. Houd er wel rekening mee dat tarwe bewaren kan, maar drogen moeilijk is! Ons advies is dan ook om tarwe met een vochtpercentage van 20% of hoger niet zelf te drogen. Indien u tarwe zelf gaat bewaren, let dan op de volgende punten:

1. Tarwe geeft aanzienlijk meer tegendruk tegen zowel de wand van de cel als voor de luchtdoorvoer. Heeft uw ventilator nog voldoende luchtopbrengst bij een tegendruk tot 500 Pa?
2. De storthoogte is afhankelijk van het vochtpercentage. Bij partijen met een vochtpercentage beneden 20% kan een storthoogte van 2,5 tot 3 meter worden aangehouden.
3. Zorg voor een goede luchtverdeling. Bij bovengrondse kanalen is het verstandig om de tarwe boven de kanalen hoger te storten dan midden tussen de kanalen. De lucht neemt de weg van de minste weerstand en zal bij gelijke storthoogte het product midden tussen de kanalen niet bereiken.
4. Gebruik bij voorkeur buitenlucht om de tarwe droog te blazen. Wanneer een inblaastemperatuur hoger dan 35°C wordt gebruikt bestaat kans op kiembeschadiging. Teveel opwarmen kan condens in de bovenste laag geven, waardoor de weerstand toeneemt. Met buitenlucht zal nooit een te hoge inblaastemperatuur worden bereikt. Koel uw partij dan ook niet te snel in, omdat dit de droogmogelijkheden daarna vermindert. Houd constant lucht op het product. Ventileer intern als de buitenlucht niet geschikt is (te koud of te warm).
5. Zaaizaad kan niet in een aardappelbewaarplaats worden gedroogd in verband met kiemremmers.