Publicatie datum: 21-04-2008
Stoppelresten goed onderwerken voor uitzaai!
In teeltseizoen 2007 kwam er in maïs op grote schaal een aantasting door Helminthosporium voor. De door het Praktijkonderzoek Plant & Omgeving (PPO) geschatte VEM-opbrengstreductie op basis van gegevens in 2007 komt uit op 5 tot 10% bij een vroege primaire aantasting (uit de grond). De secundaire aantasting (via de wind) komt veelal later en dan is de VEM-opbrengstreductie slechts 1-2%. Reducties in korrelopbrengst liepen op tot 10%.
Vanuit de literatuur is bekend en ook praktijkervaringen in 2007 leren, dat er rasverschillen bestaan in gevoeligheid voor de schimmel. Op basis van 1 jaar onderzoek kan er echter geen betrouwbare informatie op de Aanbevelende Rassenlijst worden gegeven. Anders had er met rassenkeuze al op ingespeeld kunnen worden.
Om mogelijke problemen met de schimmel in 2008 te voorkomen, moeten telers nu al teeltmaatregelen nemen. Het voorkomen van de primaire aantasting is van groot belang. Dit verlaagt ook de druk op een secundaire aantasting. De schimmel overleeft op gewasresten in de grond. Het is nu zaak de niet verteerde gewasresten goed onder te werken met een kerende grondbewerking, zodat de schimmel straks niet met opspattende regendruppels de onderste bladeren kan besmetten. Ploegen lijkt de voorkeur te hebben boven spitten.