Publicatie datum: 06-07-2010
Stengelaaltjes zien en beheersen
Op een aantal percelen, vooral de wat zwaardere gronden boven 25% slib, komen we in de laatste 3 weken stengelaaltjes tegen. In uien is het heel goed herkenbaar en uit zich in [INVALID URL], maar er is ook kans op (aanzienlijke) schade met financiële gevolgen bij tulp, aardappel, suikerbiet, maïs, erwten, bonen, knolselderij en peen.
Stengelaaltjes verkeren het grootste deel van hun leven bovengronds in de plant. Niet alleen stengels, maar ook bloemknoppen en bladscheden zijn favoriete verblijfsplaatsen van deze soorten. De levenscyclus is bij 15oC in drie weken rond. In 3 weken tijd kan dit aaltjes zich dus wel 20-30 keer vermeerderen! De larven van de stengelaaltjes kunnen vele jaren overleven, zowel in de grond als op plantmateriaal en in zaad.
Wat kunt u doen:
- Wanneer ooit een besmetting is geconstateerd, is het vanwege risico op schade in uien en aardappel beter om erwten, stamslaboon en veldboon niet langer in het bouwplan op te nemen. Deze gewassen kunnen, symptoomloos, zware besmettingen met stengelaaltjes opbouwen. Hoe zwaarder de grond des te voorzichtiger men moet zijn met de terugkeer van gevoelige gewassen op percelen waar eerder problemen zijn geweest;
- Tarwe, gerst, triticale, cichorei, schorseneer, suikerbiet, rode biet, vlas, spinazie en witlof vermeerderen stengelaaltjes niet. Het is dus goed deze in het bouwplan op te nemen. Let op dat suikerbiet, rode biet, vlas en spinazie wel schade kunnen krijgen;
- Stengelaaltjes komen in haarden voor. Leg deze haard plus 3 meter langs de rand van de haard eventueel vast met GPS en voorkom versleping naar de gezonde percelen;
- Vernietig aangetaste gewassen zo snel mogelijk en drie meter in het gezonde gedeelte direct, zodat de aaltjes niet te sterk vermeerderen en gesleep wordt beperkt. Onder deze droge omstandigheden drogen bijv. de uien flink uit, waardoor de stengelaaltjes die in de uien zitten worden gedood;
- Natte grondontsmeting kan een populatie verlagen, maar doordat stengelaaltjes tot een diepte van 70 cm kunnen voorkomen, is de werkingsdiepte onvoldoende voor een goede beheersing.