Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-01-2005

Spitten versus ploegen in waspeen

De praktijk zet nog wel eens vraagtekens bij de werking van een spitmachine. Imants heeft PPO opdracht gegeven de spitmachine te vergelijken met de ploeg. Dit éénjarige onderzoek is uitgevoerd op de zandgrond van Proefbedrijf Vredepeel in het gewas waspeen. Het doel was te onderzoeken welk effect de spitmachine had op de opbrengst, de sortering, het tarrapercentage en de mate van onkruidbestrijding. Dit is uiteraard vergeleken met de resultaten van het standaard ploegen.

Uit het onderzoek van 2004 komt naar voren dat de resultaten van de ploeg en de spitmachine niet betrouwbaar van elkaar verschillen. De resultaten hebben betrekking op de onkruidbezetting, de kwaliteit, de kg-opbrengst en de financiële opbrengst. De keuze van een ploeg of een spitmachine moet dan genomen worden op basis van andere factoren.

Inleiding

Op lichte gronden, waar de hoofdgrondbewerking in het voorjaar wordt uitgevoerd, zijn er steeds meer ervaringen met andere machines dan ploegen. Naast ervaringen met een vaste tandcultivator zijn er ook ervaringen met spitmachines. Bij spitten is de onderwerking van het onkruid, een goede aansluiting van de bewerkte laag met de ondergrond en de bewerkingscapaciteit erg belangrijk. De schaalvergroting zet door, zodat een grote capaciteit nodig is om het grotere areaal te bewerken in een zelfde aantal werkbare dagen.

De praktijk zet nog wel eens vraagtekens bij de werking van een spitmachine. Imants heeft PPO opdracht gegeven de spitmachine te vergelijken met de ploeg. Dit éénjarige onderzoek is uitgevoerd op de zandgrond van Proefbedrijf Vredepeel in het gewas waspeen. Het doel was te onderzoeken welk effect de spitmachine had op de opbrengst, de sortering, het tarrapercentage en de mate van onkruidbestrijding. Dit is uiteraard vergeleken met de resultaten van het standaard ploegen.

Onderzoek

Voor een goed vergelijk van de beide machines is er voor gekozen om beide machines op twee dieptes in te zetten. De volgende objecten zijn aangelegd:

  1. S1: spitten 27 cm
  2. S2: spitten 35 cm
  3. P1: ploegen met vorenpakker 20-25 cm
  4. P2: ploegen met vorenpakker (praktijk) 20-25 cm en woelers daar circa 15 cm onder.
Afbeelding 1. Spitmachine in bedrijf.

Afbeelding 2. Onderkant spitmachine.

Resultaat

Het onkruid is op twee momenten geteld. Bij de eerste telling waren er geen betrouwbare verschillen in onkruidbezetting tussen de grondbewerkingsmethoden. Ook bij de tweede telling waren er geen betrouwbare verschillen. Dit betekent dat er bij de spitobjecten in 2004 niet meer onkruid stond dan bij het ploegen.

Figuur. Percentage tarra en financiële opbrengst (10-20 mm) van waspeen bij de verschillende grondbewerkingsmethoden.

Uit de figuur komt naar voren dat er verschillen zijn in kwaliteit is tussen de verschillende objecten. Tussen de objecten P2 en S2 zit bijna 5% tarraverschil. Hoewel dit niet betrouwbaar verschillend is, heeft dit wel invloed op de financiële opbrengst.
Een fijnere sortering van de objecten S1 en S2 zou een hoger financieel resultaat op kunnen leveren in vergelijk met P1 en P2. Uit de figuur komt dit ook naar voren, maar de verschillen zijn niet betrouwbaar.

Conclusies

Het onderzoek van 2004 laat zien dat de resultaten van de ploeg en de spitmachine niet betrouwbaar van elkaar verschillen. Het gaat hier om de resultaten van onkruidbestrijding, kwaliteit, kg-opbrengst en de financiële opbrengst. Bij de aanschaf van een ploeg of een spitmachine moeten andere factoren dan de keuze bepalen.