Publicatie datum: 15-02-2003
Sommige herbiciden werken slechter in basisch of hard water
Om gewasbeschermingsmiddelen goed te verdelen, worden ze in water opgelost en verspoten. De werking van sommige herbiciden verslechtert doordat ionen in het spuitwater zich binden aan ionen van de actieve stof. Bij het middel Round-Up (glyfosaat) is dit voor calclium en magnesium aangetoond.
PPO zette kennis op een rij en deed onderzoek naar de invloed van waterkwaliteit op de werking van herbiciden. Uit proeven met Basagran en Ally bleek dat lage doseringen van deze herbiciden alleen bij extreme waarden van hardheid en zuurgraad slechter werkten.
Inleiding
Problemen met de werking van gewasbeschermingsmiddelen doen zich vooral voor als ze in lage doseringen worden toegepast. Bij het toepassen van lage doseringen van herbiciden wordt die dosering gekozen waarbij het onkruid nog net voldoende wordt bestreden. In veel gewassen worden lage doseringssystemen toegepast. Als de omstandigheden niet optimaal zijn, kan de werking van een middel onder het acceptabele niveau zakken. De kwaliteit van het water waarmee de middelen worden verspoten, kan aanzienlijk variëren. In de formulering waarmee middelen op de markt worden gebracht, zijn stoffen toegevoegd die de werking van de middelen ondersteunen. Onder extreme omstandigheden kunnen hulpstoffen worden toegevoegd dier er aan bijdragen de omstandigheden zo optimaal mogelijk te maken. De producenten van gewasbeschermingsmiddelen verwachten ten aanzien van pH en hardheid meestal geen problemen bij de toepassing van hun middelen.
Er is weinig onderzoek gedaan naar de invloed van hulpstoffen, de zogenaamde waterconditioners, bij gebruik van water met een sterk afwijkende chemische samenstelling. De producenten van deze stoffen hebben hun argumenten voor gebruik weinig onderbouwd. Veel kennis berust op ervaring en inschatting van de praktijkomstandigheden.
Overzicht onderzoek
Uit buitenlands onderzoek (Frankrijk en Schotland) bleek dat bij toepassing van zeer hard water de effectiviteit van bepaalde middelen (glyfosaat en sulfosaat, toegepast in lage doseringen) verminderd. Bij sommige formuleringen van deze actieve stoffen trad dit niet op. Het gebruikte water had een hardheid die onder Nederlandse omstandigheden niet of sporadisch voorkomt. Naast hardheid en pH had ook spuitvolume (concentratie van de actieve stof) invloed op de effectiviteit. Verder is van een aantal middelen bekend dat zij pH- en hardheidgevoelig zijn, zoals 2,4 D-amine en MCPA (zie Pesticide Manual). Voor andere is allen de pH van belang, bijvoorbeeld Lontrel 100 en Banvel 4S. Er is weinig onderzoek gedaan naar de effecten daarvan op de werking van deze herbiciden. Of hardheid en pH van het spuitwater invloed hebben op de werking van de actieve stof wordt mede bepaald door de formulering van het middel.
Proeven jmet Limburgs bronwater
Om onder de Nederlandse omstandigheden enig advies te kunnen geven, heeft PPO-agv onderzoek gedaan naar de invloed van pH en hardheid op de effectiviteit van twee herbiciden.
In een kasproef werden Ally (op muur) en Basagran (op melganzevoet) getest. Ally is gevoelig voor een lage pH, Basagran is niet pH-gevoelig. Voor beide middelen wordt geen gevoeligheid voor hardheid van het water onderkend.
Beide herbiciden werden in vier doseringen verspoten. Er werd water uit vier natuurlijke waterbronnen gebruikt, geleverd door Waterleidingmaatschappij Zuid-Limburg. Ter controle werden vijf hardheden gemaakt door CaCl2 toe te voegen aan demiwater. Daarnaast werd door zuur en loog aan demiwater toe te voegen de pH op 4, 7 en 11 gebracht.
Bij een waterhardheid van meer dan 20 °DH trad bij Basagran verminderde bestrijding op (zie tabel 1). De bestrijding daalde van ruim 30% naar slechts 7%. Dit effect werd bij water dat met CaCl2 hard was gemaakt niet geconstateerd.
Natuurlijke hardheid (°DH) | pH | Bestrijding van muur door Ally | Bestrijding van melganzevoet door Basagran |
3,1 | 57 | 38 | |
8,0 | 66 | 32 | |
11,9 | 74 | 31 | |
17,9 | 70 | 23 | |
22,4 | 62 | 7 | |
4 | 73 | 32 | |
7 | 77 | 30 | |
11 | 69 | 24 |
Gevoeligheid van Basagran voor een hoge pH was gering
Ally bleek minder gevoelig voor zowel pH als hardheid. Wel traden er verschillen in effectiviteit op bij gebruik van water van verschillende pH en hardheid. Het gebruik van zeer zacht en basisch water (bassinwater) of een hard bronwater is af te raden. Beiden kunnen een verminderde bestrijding geven.
Mogelijk kan het toevoegen van waterconditioners bij extreme hardheid en pH van spuitwater risico's verminderen. Deze stoffen werden in het onderzoek niet meegenomen.
Waterkwaliteit in Nederland
In Nederland wordt voor bespuitingen water van verschillende oorsprong gebruikt, namelijk oppervlaktewater, leidingwater, regenwater (bassins) en water uit putten of bronnen. In tabel 2 wordt van elke watersoort de variatie in pH en hardheid, de mogelijke risico's bij gebruik en een advies gegeven.
watersoort | pH | Hardheid (°DH) | Risico's bij gebruik | Advies |
Leidingwater | 6-8 | 3-18 | Goed bruikbaar | |
Oppervlaktewater | 6-11 | zacht | Algen verhogen pH | Goed bruikbaar, controleer pH |
Bassinwater | 3-11 | zacht | Goed bruikbaar, voorkom algengroei | |
Water uit geslagen putten (bronnen) Limburg/Noord-Brabant Noordoostpolder Oostelijk Flevoland Zuidelijk Flevoland | 4-8 7 7-8 7-8 | 1-zeer hard 2-hard 0,8-zeer hard 1,4-zeer hard | Mogelijk extreme hardheid en hoog ijzergehalte | Analyse, bij zeer hard water niet gebruiken |