Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 01-07-2003

Schurft in aardappelen

In deze introductie wordt ingegaan op enkele resultaten van het onderzoek naar de beheersing van schurft in aardappelen.

Poederschurft

Sinds 1994 is er hernieuwde aandacht voor poederschurft bij aardappelen. Veel meer schurft blijkt poederschurft te zijn dan op dat moment werd gedacht. Daarom is in 1996 onderzoek begonnen op het PAGV, waarbij naar 3 aspecten is gekeken:

  1. Rasverschillen;
  2. Mogelijkheden tot chemische bestrijding, en
  3. Lokgewassen.

Rasverschillen

Er bleken rasverschillen te zijn, maar niet zo duidelijk. Een ras dat in de ene proef heel slecht was was in een andere soms redelijk goed. Ook bleek dat er een duidelijke samenhang was met het cijfer dat vroeger voor schurft in de Rassenlijst stond, een cijfer waarvan werd aangenomen dat dit vooral een cijfer was voor de vatbaarheid van gewone schurft. Een link naar alle proeven met rassen is er nog niet. Het rassenonderzoek i.v.m. poederschurft moet nog samengevoegd worden. Tot de vatbare rassen behoren Agria, Désirée, Diamant, Karnico en tot de minst vatbare Nicola, Saturna, Santé, Elkana.

Chemische bestrijding

Hierbij is zowel naar knolbehandeling als naar grondbehandeling gekeken. Knolbehandeling leek niet effectief, grondbehandeling (met grote hoeveelheden middel) drukte in sommige proeven de schurftaantasting enigszins. Maar een chemische bestrijding leek niet perspectiefvol.

Lokgewassen

Hierbij zijn in het jaar voorafgaand aan aardappelen koolzaad en doornappel geteeld. Dit leek niet effectief tegen poederschurft. Ook is voorvrucht maïs met kunstweide vergeleken. Hierbij was de indruk dat kunstweide minder gunstig was dan maïs. Daarnaast bleek het moment van onderwerken van de kunstweide, het gras, van belang. Dit moet vooral niet kort voor het poten van de aardappelen plaatsvinden. Dus bijvoorkeur voor de winter.

Het PAV heeft verder aangetoond dat [INVALID URL] het ontstaan van symptomen van poederschurft sterk kan bevorderen. Daarom wordt dit toepassingstijdstip bij aardappelen van percelen waar eerder problemen met poederschurft waren, sterk afgeraden.

Het probleem bij het poederschurftonderzoek was dat de symptomen, vooral de lichtere symptomen, op het oog vaak niet goed van die van gewone schurft en zelfs netschurft zijn te onderscheiden (afbeelding 1).

Afbeelding 1. Knol van het ras Agria. De lichtgekleurde bulten worden door poederschurft veroorzaakt. Daarnaast komt gewone schurft op de schil voor.

Gewone schurft

Kort nadat het onderzoek aan poederschurft was gestart, werd in Nederland bruinrot ontdekt. Bruinrot wordt via het oppervlaktewater verspreid. En oppervlaktewater was het belangrijkste middel om aantasting door gewone schurft (zie afbeelding 2) te beperken. Dus is in 1996 onderzoek gestart naar praktisch toepasbare alternatieven voor water tegen gewone schurft. Dit heeft in 2002 tot [INVALID URL] geleid waarin een groot aantal proeven is beschreven. De conclusie is dat er geen vergelijkbaar alternatief is voor beregenen rond de periode van knolaanleg. Met maatregelen, zoals gebruik van de verzurende meststof zavelzure ammoniak, iets dieper poten, de grond aandrukken voor het gewas opkomt, kan in beperkte mate iets tegen gewone schurft worden gedaan.

In 2002 is besloten dat het gebruik van oppervlaktewater bij pootaardappelen niet meer kan, omdat hierin steeds weer bruinrot wordt aangetoond. Daarom moet er extra energie gestoken worden in mogelijke alternatieven. Dit heeft geleid tot een [INVALID URL] waarin de alternatieven voor dit moment zijn samengevat en waarin de stand van het onderzoek op basis van een internationale literatuurstudie wordt weergegeven. Ook zijn er aanbevelingen voor onderzoek op het gebied van gewone schurft geformuleerd. Bij alternatieven voor dit moment worden ook genoemd beregenen vanuit een bron, druppelbevloeiing, de mogelijkheden van water met een verhoogd zoutgehalte, het gebruik van drinkwater vanuit een buffer en dergelijke.

Afbeelding 2. Knolaantasting van gewone schurft bij het ras Santé.

Netschurft

Aan netschurft (zie afbeelding 3) is de laatste jaren geen apart onderzoek gedaan. Het komt niet op alle gronden in gelijke mate voor en maar bij weinig rassen, maar hieronder horen wel de belangrijke rassen Bintje en Désirée. De aantasting is hoger naarmate vaker aardappelen zijn geteeld en naarmate de omstandigheden tijdens de knolaanlegperiode vochtiger zijn. In een aantal proeven is de aantasting door netschurft wel apart genoteerd. Zo bleek de aantasting op lössgrond fors te kunnen zijn en toe te nemen bij bekalking tot een pH van 6,5 à 7.

Afbeelding 3. Knol van het ras Ottena met de heel typerende nettige schurftstructuur van netschurft.