Publicatie datum: 04-11-2009
Roodrot in aardappelen
Regelmatig komen we in bewaarplaatsen aantasting door roodrot tegen. Dit is meestal beperkt tot één of enkele plaatsen in de cel, omdat aangetaste knollen vaak van kopakkers of lage perceelsgedeelten afkomstig zijn.
De schimmel die roodrot veroorzaakt, is Phytophthora erythroseptica. Deze schimmel is in vrijwel iedere grond aanwezig, maar vooral in die percelen waar al eens eerder aantasting heeft plaatsgevonden.
Roodrot kan aantasting geven bij hoge bodemtemperaturen in combinatie met natte grond. De knolaantasting begint meestal aan het naveleinde en het aangetaste deel voelt rubberachtig aan. Na doorsnijden van de knol kleuren de snijvlakken na enkele minuten rose tot rood en later zwart. De aangetaste knollen ruiken naar terpentijn en trekken vliegen aan. Zieke knollen kunnen in bewaring gezonde knollen infecteren. Roodrot gaat meestal over in een secundaire bacterieaantasting (natrot). Door de snelheid van uitbreiding kan een hoop aardappelen binnen enkele weken in elkaar zakken.
Drogen en droog houden in de bewaring is zeer belangrijk. Een nadeel voor de vruchtwisseling is dat de schimmel langdurig in de grond kan overleven. Maatregelen voor de volgende teelt om schade te voorkomen/beperken zijn o.a. goede drainage/structuur, ondoorlatende lagen verwijderen (ploegzool breken), geen tulpen als voorvrucht telen, geen pootgoed met roodrot gebruiken, niet overmatig beregenen, ruime vruchtwisseling (1:4 of ruimer), rooibeschadiging voorkomen.