Publicatie datum: 20-03-2008
Roestvlekken in aardappelknollen
Roestvlekken in aardappelknollen vormen bij consumptieaardappelen een probleem waar geen afdoende oplossing voor aan te geven is. Het kan zowel door virusziekten veroorzaakt zijn als fysiologisch van aard zijn.
In deze samenvatting worden resultaten van virusonderzoek van praktijkmonsters met roestsymptomen in 2005 gegeven en wordt ingegaan op de theorie van het ontstaan van calciumgebrekssymptomen en tot welke proefopzet dit geleid heeft.
De resultaten van een in 2006 uitvoerde pottenproef worden kort besproken. Kort, omdat er, evenals in de praktijk, maar weinig knollen met roestsymptomen ontstonden. In 2007 is er opnieuw een proef in potten uitgevoerd met een vergelijkbare opzet. Doel van het onderzoek was aanknopingspunten vinden voor teeltmaatregelen om roestvlekken in de praktijk te voorkomen. Dit is niet bevredigend gelukt.
Virusonderzoek
Er zijn enkele potentiële oorzaken voor bruine, door virus veroorzaakte vlekken in het knolvlees:
- tabaksratelvirus, dat kringerigheid veroorzaakt (TRV);
- zwabbertopvirus, een virus dat heel zeldzaam in Nederland voorkomt (PMTV);
- ABC-ziekte, veroorzaakt door het tabaksnecrosevirus (TNV), en
- Yntn-virus.
TRV wordt overgebracht door bepaalde soorten vrijlevende aaltjes die vooral op lichtere gronden voorkomen. Er zijn verschillen in rasgevoeligheid. Daarnaast kan TRV van moeder- op dochterknollen overgaan. Dit bekent dat ook op zwaardere gronden partijen als gevolg van kringerigheid kunnen worden afgekeurd. Belangrijk is ook dat in veel gevallen van TRV er geen sprake is van de voor TRV typerende symptomen, maar veel vaker vlekken optreden die op het oog niet van roestvlekken te onderscheiden zijn. ABC-ziekte komt slechts in bepaalde jaren voor. Het Yntn –virus komt regelmatig voor, maar knolsymptomen worden gelukkig nog weinig waargenomen.
In 2005 zijn in totaal 15 partijen met roestvlekken door de NAK met gevoelige toetsmethoden onderzocht op TRV, PMTV, Yntn –virus en TNV. De monsters waren afkomstig uit het zuidwesten en Flevoland.
Monster | Grondsoort | Ras | Uitslag* | |||
TRV | PMTV | PVYntn | TNV | |||
1 | leem | Asterix | neg | neg | neg | niet |
2 | zand | Asterix | pos | neg | neg | niet |
3 | zand | Hansa | neg | neg | neg | niet |
4 | lichte zavel | Innovator | pos | neg | neg | niet |
5 | zavel | Innovator | pos | neg | neg | niet |
6 | klei | Innovator | pos | neg | neg | niet |
7 | klei | Melody | neg | neg | neg | niet |
8 | klei | Melody | neg | neg | neg | niet |
9 | klei | Melody | neg | neg | neg | neg |
10 | klei | Melody | neg | neg | neg | niet |
11 | klei | Melody | neg | neg | neg | niet |
12 | klei | Melody | neg | neg | neg | niet |
13 | klei | Melody | neg | neg | neg | niet |
14 | klei | Melody | neg | neg | neg | niet |
15 | klei | Melody | neg | neg | neg | niet |
*: pos=positieve reactie, neg=negatieve reactie
In tabel 1 is te zien dat vooral monsters van het ras Melody zijn onderzocht. Uit de tabel blijkt voorts dat PMTV en het Yntn-virus niet zijn aangetoond in de knollen. Ook TNV, dat maar in één monster is onderzocht, is daarin niet vastgesteld. Alleen TRV is in 4 van de 15 monsters vastgesteld, waaronder alle Innovator-monsters.
De conclusie van dit onderzoek was dat bij het grootste deel van de praktijkmonsters consumptieaardappelen met bruine vlekken in het knolvlees de vlekken niet toegeschreven konden worden aan virusaantastingen.
Theorie en proefopzet calciumgebrek
Voor zover roestvlekken een fysiologisch verschijnsel zijn, wijst de literatuur lokaal calciumgebrek in de knollen aan als oorzaak. De groeiomstandigheden spelen een rol bij het optreden van roestvlekken. In de praktijk heeft men de indruk dat roestvlekken vooral optreden als sprake is geweest van een tijdelijke groeistilstand ten gevolge van droogte, gevolgd door een groei-explosie. In de literatuur wordt verondersteld dat het optreden van roestvlekken samenhangt met de snelheid van verdamping van vocht door het gewas, ook in relatie tot de droge stofproductie.
Bij dit onderzoek is de volgende hypothese getoetst. De cellen waaruit de knollen zijn opgebouwd hebben calcium nodig. Bij te weinig calciumaanbod sterven de cellen af. Calcium, als bouwstof voor de knollen, wordt vooral aangevoerd door de wortels die aan en dicht bij de knollen aan de stolonen zitten. Calcium wordt niet aangevoerd via het ploëemsap waarmee de cellen met suikers vanuit de groene delen aangevoerd worden. Naarmate het calciumgehalte in het bodemvocht lager is, is de kans op problemen groter. Dit is ook het geval als de knollen sneller groeien en als de verdamping geringer is. Daarentegen komt er extra calcium in de knollen als de verdamping zo hoog is dat overdag ook vocht aan de knollen wordt onttrokken. Vocht dat ’s nachts vanuit het bodemvocht weer wordt aangevuld. Dit is nagegaan door een proefopzet met aardappelen geteeld in 10 liter potten waarbij weinig calcium aanwezig was en waarbij de potten in de periode dat de knollen voor roest vatbaar zijn in een lichte of deels verduisterde kas werden gezet en wel of niet werden behandeld met een antiverdampingsmiddel. De periode in de kas was óf de eerste óf de tweede helft van augustus óf de hele maand augustus.
Resultaten roestproef 2006
De planten, ras Melody, ontwikkelden zich goed, maar vormden weinig knollen met roestsymptomen ondanks lage calciumgehaltes in de knollen. De knollen werden vrij warm bewaard en kiemden begin januari. Er ontstonden ook zwarte groeipuntjes; een verschijnsel dat ook aan een lokaal calciumtekort wordt toegeschreven. Er kon geen duidelijk behandelingseffect worden vastgesteld en ook tussen de objecten met roestvlekken en zwarte afgestorven puntjes was er geen duidelijk verband.
Resultaten roestproef 2007
De planten, ras Santé, ontwikkelden zich eerst slecht door een tekort aan calcium. De gewasgroei herstelde zich door het geven van enig calcium. Er ontstonden betrouwbare verschillen in roestsymptomen tussen de knollen tussen de objecten. Bij beperkt en onregelmatig water geven ontstond minder roest in vergelijking met regelmatig en voldoende water geven waarmee is aangetoond dat het ontstaan van roestvlekken wordt bevorderd door een regelmatige vochtvoorziening.
Ook ontstond meer roest in een lichte kas in vergelijking met een donkere kas wat erop duidt dat een hoge groeisnelheid eveneens bevorderlijk is voor het ontstaan van roestvlekken. Tussen oktober en januari nam de hoeveelheid roest in de bewaring duidelijk toe en er ontstonden zelfs bruine vlekken op de knollen, die waarschijnlijk ook door calciumgebrek werden veroorzaakt.
Conclusies
Roestvlekken in aardappelenknollen ontstaan vooral in perioden met snelle knolgroei, bij een regelmatige en voldoende vochtvoorziening én weinig calciumaanbod.
De hoeveelheid roest kan tijdens de bewaring toenemen en er kunnen zelfs bruine vlekken op de schil ontstaan.
Dit resultaat leidt niet direct tot een praktisch advies hoe roest bij aardappelen kan worden voorkomen.
Wat wel kan is; waar problemen verwacht worden, geen voor roest gevoelige rassen telen.