Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-07-2007

Reductie van het schilbrand- en poederschurftrisico bij de inschuurtoepassing van chloorprofam bij aardappelen

Het kiemremmingsmiddel met de werkzame stof chloorprofam (CIPC) leidt, als het wordt toegepast tijdens het inschuren van aardappelen, soms tot problemen met schilbrand en/of uitbreiding van poederschurft. Daarom is er een onderzoek uitgevoerd waarbij is nagegaan of dit door het verhogen van de hoeveelheid spuitvloeistof door verdunning met water, of het verlagen van de hoeveelheid werkzame stof, of door een andere formulering van Gro-Stop, kan worden beperkt.

Dit onderzoek heeft niet tot de gewenste resultaten geleid. Er kwam uit dat een andere formulering van chloorprofam, verlaging van de dosering tot een kwart of verhoging van de waterhoeveelheid, de symptomen van schilbrand en poederschurft niet of nauwelijks verminderen.

Inleiding

Tegenwoordig is er vanuit de praktijk een toenemende belangstelling voor het gebruik van chloorprofam tijdens het inschuren van consumptieaardappelen. Deze toepassing heeft een aantal voordelen, maar ook nadelen. Het leidt soms tot problemen met schilbrand en/of uitbreiding van poederschurft. Hierdoor wordt vooral het uiterlijk van de knollen benadeeld. Daarnaast leidt het ook tot extra schilverliezen.

Afbeelding 1. Aardappelknol zonder ziektesymptomen (ras Redstar).

Afbeelding 2. Aardappel met poederschurftsymptomen in de lenticellen (ras Redstar).

Diepe schurft

Plan van aanpak

Er is nagegaan of het nadelige effect van Gro-Stop BASIS (een kiemremmingsmiddel van Luxan op basis van chloorprofam), toegediend tijdens het inschuren, door het verhogen van de hoeveelheid spuitvloeistof door verdunning met water, of het verlagen van de hoeveelheid werkzame stof, kan worden beperkt. Behalve Gro-Stop BASIS is ook een nieuwe formulering van Luxan, Gro-Stop READY, in drie doseringen getoetst. Bij de waterhoeveelheden werden de advieshoeveelheid, de dubbele en de viervoudige hoeveelheid getoetst.
De toetsing op schilbrand vond in het bewaarseizoen 2005/2006 plaats bij drie rassen en op poederschurft bij één ras.
Het onderzoek is een voortzetting van in bewaarseizoen 2004/2005 uitgevoerd onderzoek.

Conclusies

De verschillende behandelingen met Gro-Stop leidden tot duidelijke ontwikkeling van schilbrand. Er waren flinke verschillen tussen de rassen, waarbij de rassen Laura en Nicola duidelijk meer werden aangetast dan het ras Victoria.
Er deden zich geen verschillen voor tussen de beide formuleringen, Gro-Stop BASIS en Gro-Stop READY. Er waren eveneens geen verschillen door de verschillende doseringen (het maximale advies voor lange bewaring, de helft en een kwart hiervan) en de waterhoeveelheden.
Bij poederschurft was er wel effect van de dosering. Bij een kwart dosering ten opzichte van de maximale dosering was de aantasting betrouwbaar lager. Ten opzichte van onbehandeld was de omvang van deze verlaging echter gering.