Publicatie datum: 22-09-2009
Rassenkeuze wintertarwe zuidwestelijke zeeklei
De perceels- en rassenkeuze zijn de meest bepalende teeltmaatregelen. Bij de rassenkeuze bij wintertarwe spelen opbrengend vermogen en ziektegevoeligheid van een ras een belangrijke rol. Er zijn echter nog andere factoren die meegenomen moeten worden in de rassenkeuze; het is een algemeen advies en kan afwijken per regio.
- Baktarwe of overige tarwe: bij 1 cent extra voor baktarwe, levert baktarwe bij ca. 5% minder kg-opbrengst dezelfde financiële opbrengst als voertarwe;
- Oogstzekerheid: het afgelopen dorsseizoen was prima, maar de voorgaande jaren verliep de graanoogst moeizaam. Rassen die gevoelig zijn voor uitval of aarbreuk (o.a. Globus) zijn niet aan te bevelen;
- Legeringsgevoeligheid: Dit geldt vooral voor stikstofrijke percelen. Stevige rassen zijn Lincoln en Robigus;
- Aarfusarium: DON-productie is in de keten een serieus probleem. Spreid het risico en plan in ieder geval een groot deel van uw graanareaal met rassen die een cijfer van 6,5 of hoger scoren voor aarfusarium. Goede rassen zijn o.a. Anthus, Alves en Carenius;
- Vroegheid: op onderdrogende grond kan in een droge juli-maand het gewas door droogte te snel afrijpen, waardoor de kg-opbrengst sterk achterblijft. Op deze percelen hebben rassen met een vroege afrijping, zoals SW Tataros, Residence en Marconi, de voorkeur.