Publicatie datum: 29-02-2008
Rassenkeuze snijmais – Focus op zetmeelopbrengst onterecht
In deze tip wordt kort ingegaan op de rassenkeuze bij snijmaïs.
Momenteel wordt er bij de snijmaïsrassenkeuze in de praktijk onterecht veel gefocused op zetmeelgehalte en zetmeelopbrengst. Zetmeel is een heel belangrijke component in de voeding van melkkoeien, maar een gemiddelde maïs bestaat voor slechts 35% uit zetmeel, voor 40% uit celwanden en voor 25% uit ruwas, eiwit, vet en suiker. Bij een focus puur op zetmeel vergeet je dus gemakshalve de waardering van 65% van de maïs die ook door de koe moet.
Een eerste focus op de VEM/kgds en VEM-opbrengst is de enig juiste. Hierin wordt de voederwaarde van de hele maïs gewaardeerd. Aansluitend kan bedrijfsafhankelijk bewust gekozen worden voor rassen met een hoge VEM/kgds op basis van veel zetmeel of een hoge celwandverteerbaarheid. Of misschien wel op beide, want dat geeft uiteindelijk de hoogste VEM/kgds.
De waarde van de celwandverteerbaarheid moet zeker niet onderschat worden. Het verhoogt de passagesnelheid in de pens en daarmee de voeropname en uiteindelijk de melkproductie . Daarbij zorgt het voor voldoende energie op pensniveau, wat een gunstig effect heeft op het algemene functioneren van een koe en daarmee ook weer op de melkproductie.