Publicatie datum: 05-05-2011
Preventieve beheersing van slakkenschade
In 2010 is een scenariostudie uitgevoerd naar de mogelijkheden, kosten en effecten van preventieve en curatieve slakkenbeheersing voor het bouwplan van een akkerbouwbedrijf op de Noordelijke zeeklei en de Zuidoostelijk zandgronden.
Slakken kunnen grote schade aanrichten in pas ingezaaide graan-, graszaad en bietengewassen. Bovengronds levende slakken zijn veroorzakers van deze schade. De schade treedt op de Noordelijke zeeklei met name op in het Oldambt. Op de lössgronden in het Zuidoosten is schade geconstateerd in aardappels veroorzaakt door ondergronds levende slakken.
Doel van de scenariostudie is om de mogelijkheden van slakkenbestrijding in bouwplanverband te beschrijven.
Beschrijving problematiek
Noordelijke Zeeklei
Slakkenschade op de noordelijke zeeklei treedt voornamelijk op in het Oldambt. Dit gebied kent zware zeekleigronden die moeilijk bewerkbaar zijn. Een goed zaaibed bereiden is niet eenvoudig, er blijven door grove ligging goede schuilmogelijkheden aanwezig voor slakken.
In dit gebied worden hoofdzakelijk maaivruchten verbouwd zoals granen en koolzaad. Een veel voorkomende rotatie is wintertarwe-wintergerst-winterkoolzaad-wintertarwe. Winterkoolzaad is in deze rotatie het meest gevoelig voor slakkenschade: het aantal planten per m2 ligt laag en slakken vreten graag kiemplanten van koolzaad.
In het Oldambt veroorzaken 2 bovengronds levende slakkensoorten schade. De belangrijkste soort is de grauwe akkerslak (Decoceras reticulatum). Deze soort wordt in Nederland ook wel gevlekte akkerslak, grauwe veldslak, grauwe aardslak, akkeraardslak of melkslak genoemd. Daarnaast kan ook schade ontstaan door de zwarte wegslag (Arion hortensis).
Zuidoostelijke Lössgronden
Op de zuidoostelijke lössgronden zijn het ondergronds levende slakken die in aardappelgewassen schade aanrichten. Uit een inventarisatieonderzoek uitgevoerd door PPO en DLV Plant blijkt dat de gele en slanke kielnaaktslak (Tandonia sowerby en T. budapestensis) en de zwarte, donkere en bruine wegslak (Arion hortensis, A. distinctus en A. subfucus) de schadeveroorzakers zijn. De schade van deze ondergronds levende slakken wordt niet gedurende de teelt van het gewas geconstateerd, maar bij de oogst, tijdens het inschuren of gedurende de bewaring.
Een nieuwe belager van met name aardappelgewassen is de wormnaaktslak (Boettgerilla pallens Simroth). Deze wormnaaktslak is in 2010 op 2 percelen aangetroffen.
Daarnaast wordt door bovengronds levende slakken schade aangericht door vreterij aan bovengronds groeiende plantendelen. De schadeveroorzakers zijn dezelfde als op de noordelijke zeeklei: de grauwe akkerslak (Decoceras reticulatum)en de zwarte wegslag (Arion hortensis). Schade wordt gemeld in granen, suikerbieten en asperges.
Preventieve en curatieve bestrijdingsmogelijkheden
Preventieve slakkenbestrijding van bovengronds levende slakken komt neer op wegnemen van voedselaanbod, wegnemen van schuilmogelijkheden en zorgen voor optimale groei van het gewas zodat het gewas het voor schade gevoelige stadium snel is gepasseerd. Met wegnemen van voedselaanbod verloopt de groei en daarmee de vermeerdering van de slakken trager. Wegnemen van schuilmogelijkheden zorgt voor uitdroging en doding van slakken en aanwezige eieren. Optimale groei in het gevoelige stadium beperkt schade door aanwezige slakken. Een overzicht van preventieve bestrijdingsmogelijkheden is vermeld in tabel 1.
Maatregel | Doel | Effect |
Controleer percelen door middel van slakkenvallen of slakkenmatjes op aanwezigheid van slakken | Kennis van populatieniveau en daar aangekoppeld risico op schade | Gericht inzetten van bestrijdingsmaatregelen |
Zorg voor fijn en aangedrukt zaaibed | Wegnemen van schuilmogelijkheden en verminderen bewegelijkheid in de bodem, bevorderen snelle kieming | Minder aantasting gewas van zaai tot einde kieming |
Narollen grof zaaibed na zaaien | Wegnemen van schuilmogelijkheden | Minder aantasting gewas van zaai tot einde kieming |
Zorg voor snelle en gezonde opkomst van het gewas | Periode waarin gewas gevoelig is voor schade verkorten | Minder aantasting gewas van zaai tot einde kieming |
Zorg voor onkruidvrije percelen | Beperking voedselaanbod en schuilmogelijkheden | Slakkenpopulatie groeit minder snel |
Doodspuiten graanopslag en onkruid in graanstoppel | Beperking voedselaanbod en schuilmogelijkheden | Slakkenpopulatie groeit minder snel |
Regelmatige grondbewerking | Blootstelling van slakken en eieren aan uitdroging | Slakken gaan dood door uitdroging |
Vegetatie langs akkerranden kort houden | Akkerranden worden minder vochtig en daarmee minder aantrekkelijk voor slakken | Beperking van gewasschade vanuit akkerranden |
Bij verplicht inzaaien groenbemesters kiezen voor vorstgevoelig gewas | Beperking voedselaanbod en schuilmogelijkheden | Geen schuilmogelijkheid in de winter; geen voedselaanbod in het voorjaar |
Klepelen van winterharde groenbemesters | Beperking voedselaanbod en schuilmogelijkheden | Geen schuilmogelijkheid in de winter; geen voedselaanbod in het voorjaar |
Bouwplan aanpassen bij hoge slakkenpopulaties, inwisselen gevoelige gewassen voor minder gevoelige gewassen | Vertragen opbouw slakkenpopulaties | Afnemende schade door tragere opbouw slakkenpopulatie |
Grond zoveel mogelijk zwart houden bij hoge slakkenpopulaties | Wegnemen voedselaanbod en schuilmogelijkheden | Afnemende slakkenpopulatie door hogere natuurlijke doding en tragere vermeerdering |
Om teeltmaatregelen gericht en effectief in te kunnen zetten, is het eveneens belangrijk bekend te zijn met de aanwezige slakkenpopulatie. Effecten van teeltmaatregelen zijn niet uitgedrukt in dodingspercentages, omdat deze percentages niet zijn vast te stellen op basis van deze scenariostudie.
Er zijn op dit moment geen preventieve bestrijdingsmogelijkheden bekend voor ondergronds levende slakken.
Curatieve bestrijding van slakken is mogelijk. Er zijn slakkenkorrels op basis van metaldehyde en op basis van ferri III fosfaat beschikbaar. In tabel 2 worden de producten en kosten weergegeven van curatieve bestrijding van slakken. Een overzicht van toelatingen van slakkenkorrels is vermeld in tabel 3.
Product | Werkzame stof | Dosering | Kosten product | Kosten middel per ha per toepassing |
Caragoal Gr | metaldehyde | 7 kg/ha | €3,50/kg | €24,50 |
Brabant Slakkendood | metaldehyde | 7 kg/ha | €3,50/kg | €24,50 |
Sluxx | ferri III fosfaat | 7 kg/ha | €5,40 | €37,80 |
Ferramol | ferri III fosfaat | 25-50 kg/ha | €2,90 | €72,50 - 145 |
Nemaslug | aaltjes | 500 miljoen aaltjes | €200 | €200 |
Nematode SLK | aaltjes | onbekend | €29,50 * | onbekend |
Toelatingsnr. | Werkzame stofgehalte | Merknaam | Dosering | Toepassing | Expiratie-datum |
4377 | Metaldehyde / 6 % | Brabant slakkendood | 7 kg/ha | - toepassen tussen 1 maart en 31 augustus - niet in grondwaterwingebieden - geen beperking qua grondsoort | 1-8-2012 |
12989 | Metaldehyde / 6 % | Brabant slakkendood | 7 kg/ha | - toepassen 1 januari tot 1 maart en 1 september tot 31 december - niet in grondwaterwingebieden - niet op gronden < 25% afslibbaar - toegelaten alleen in wintergraan, graszaad en koolzaad - max. 2 x per teelt toepassen | toelating vervallen per 1-1-2011; opnieuw aangevraagd |
4379 | Metaldehyde / 6,4 % | Caragoal Gr | 7 kg/ha | - toepassen tussen 1 maart en 31 augustus - niet in grondwaterwingebieden - geen beperking qua grondsoort | 1-8-2012 |
12990 | Metaldehyde / 6,4 % | Caragoal Gr | 7 kg/ha | - toepassen 1 januari tot 1 maart en 1 september tot 31 december - niet in grondwaterwingebieden - niet op gronden < 25% afslibbaar - toegelaten alleen in wintergraan, graszaad en koolzaad - max. 2 x per teelt toepassen | toelating vervallen per 1-1-2011; opnieuw aangevraagd |
12118 | IJzer (III) fosfaat / 1% | Ferramol Ecostyle slakkenkorrels | 25-50 kg/ha | - geen beperkingen in toepassing t.a.v. teelt, grondsoort en waterwingebieden | 31-12-2015 |
13316 | IJzer (III) fosfaat / 29,7 gr/kg | Sluxx | 7 kg/ha | - geen beperkingen in toepassing t.a.v. teelt, grondsoort en waterwingebieden | 31-10-2011 |
Curatieve bestrijding wordt toepast bij constatering van schade of bij uitzaai van schadegevoelige gewassen.
Preventieve bestrijding van slakken door middel van slakkenkorrels wordt door spruitkooltelers in het Zuidwesten toegepast. Slakken kunnen in spruitkool ook veel schade aanrichten door aanvreten van spruiten die daarmee ongeschikt worden voor consumptie. In graangewassen voorafgaand aan spruitkool, worden slakkenkorrels gestrooid nadat het gewas in de aar is gekomen en voor de oogst. Slakken zijn in het gewas in beweging en de grond blijft vochtig door een dicht gewas. Dodingspercentages tot 90 % zijn op deze manier mogelijk.
Voor ondergronds levende slakken zijn geen curatieve bestrijdingsmogelijkheden bekend. Schade wordt hoofdzakelijk in aardappelen geconstateerd. Strooien van slakkenkorrels bij het poten of opfrezen van de ruggen heeft geen effect.