Publicatie datum: 03-03-2010
Pootgoed ontvangen
De ontvangst van pootgoed is een belangrijk moment in de teelt van aardappelen. Een slechte partij pootgoed kan later geen goede aardappeloogst opleveren. Wees bij ontvangst dus kritisch op de kwaliteit van het afgeleverde pootgoed.
Let niet alleen op rotte knollen, Rhizoctonia en schurft, maar snij ook enkele knollen door om te controleren op kringerigheid, roest en hol. Na ontvangst is het belangrijk het pootgoed goed (met name droog) te bewaren. Vooral voor traag kiemende rassen is het verstandig deze nu te laten komen. Uit proeven blijkt dat voorkiemen van deze rassen een meeropbrengst kan geven. Als u niet kunt voorkiemen, doet u er ook verstandig aan om deze rassen al uit de koeling te halen. Het voordeel is dat de poters in temperatuur stijgen en hierdoor een beginontwikkeling maken. Na het poten ontwikkelen ze hierdoor sneller. Dit maakt ze minder gevoelig voor bijv. Rhizoctonia.
In onderstaande tabel staan enkele maximale toleranties vermeld voor klasse A (normen partijkeuring pootaardappelen NAK):
Ziekten en gebreken | Maximale tolerantie |
Natrot | Sporadisch (1 knol per 250 kg) |
Droogrot (na 1 februari) | 25/28 - 4 per 50 kg, 28/35 - 2 per 50 kg, 28/50, 35/40, 28/55, 35/45, 28/60, 40/55 - 1 per 50 kg, overige met bovenmaat 45 mm - 1 per 50 kg |
Phytophthora | 25/35 - 1 knol per 50 kg, en > 35 - 1 knol per 100 kg |
Rhizoctonia (ongewassen) | Maximaal 25% licht aangetast (S, SE - max. 10%) (matig of zwaar aangetaste knollen tellen mee bij uitwendige gebreken) |
Gewone schurft en poederschurft | Maximaal 1/8e van de oppervlakte (fotoschaal PD 2,5) |
Zilverschurft | Geen slappe of sterk gerimpelde knollen |
Totaal ziekten en gebreken | 28/45 - 6 knollen per 50 kg, en >45 - 4 knollen per 50 kg |
Kiemen | Niet meer dan 2 cm lengte |