Publicatie datum: 24-03-2014
Perspectieven van diverse bonen in het Zuidwesten
Waar gaat dit over?
In opvolging van het project “Verbetering ketenresultaat bruine bonen door beter uitgangsmateriaal” is in 2012 en 2013 door PPO, in opdracht van het Productschap Akkerbouw, een 2-jarig onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van de teelt van diverse soorten bonen in het Zuidwesten.
Inleiding
Nederland kent een rijke historie wat betreft de teelt van erwten en bonen. Van oudsher zijn er (en worden er) in alle regio’s diverse soorten geteeld, de meeste echter niet meer op grote commerciële schaal maar bij kleinere tuinders of op een hobbymatige wijze. Alleen de doperwt, stamslaboon, kapucijner en bruine boon hebben een wat groter (maar nog steeds bescheiden) areaal. Er zijn echter nog diverse andere bonen die we in Nederland zouden kunnen telen en waar veel belangstelling voor is en hoge prijzen (€750-1750/ton) voor worden betaald.
Voorbeelden hiervan zijn red kidneybonen, pintobonen, diverse witte bonen, kievitsbonen (borlottibonen, cranberry beans), zwarte bonen etc. De vraag is of deze bonen een voldoende hoge opbrengst en kwaliteit kunnen halen onder Nederlandse omstandigheden om een interessant saldo te kunnen leveren.
Onderzoek
In 2012 en 2013 is er op een praktijkperceel in Zeeuws Vlaanderen een bonenproef aangelegd met daarin diverse typen bonen van verschillende herkomsten. Ter vergelijking zijn ook de aldaar geteelde bruinebonenrassen Berna en Narda meegezaaid. Deze bonen zijn gedurende het seizoen gevolgd, en afrijping, opbrengst en kwaliteit zijn bepaald.
Resultaten
De opbrengst van de verschillende typen Phaseolus-bonen varieerde van 2800 tot 4300 kg per ha in 2012 en van 2900 tot 4100 kg per ha (bij 15% vocht) in 2013. De bruine bonen hadden in beide jaren de hoogste opbrengst en deze was in 2012 zo’n 800 kg hoger dan de eerstvolgende typen. In 2013 was het verschil veel minder groot en waren er enkele bonen die een vergelijkbaar opbrengstniveau haalden. De meeste bonen rijpten vroeger af dan de bruine bonen, wat een gunstig aspect is. Later afrijpen brengt meer (oogst)risico met zich mee. De kwaliteit van de bonen was in 2012 zeer goed en in 2013 goed. Enkele witte bonen bleken wel wat gevoelig voor schimmelaantasting.
Tabel 1. Opbrengst bonentypen Zeeuws Vlaanderen 2012 en 2013 (bij 15% vocht).
type | 2012 | 2013 |
Bruine boon | 4300 | 4100 |
Darkred kidney | 3000 | 3100 |
Lightred kidney | --- | 3800 |
Gespikkelde bonen | 2800 | 4100 |
Pintobean | 3400 | 3500 |
Great Northern (wit) | 3500 | 3800 |
Peabean (wit) | 3500 | 3700 |
Zwarte boon | 3100 | 2900 |
Conclusies
De proeven in Zeeuws Vlaanderen hebben laten zien dat er (naast bruine bonen) andere bonentypen zijn die commercieel interessant zijn om te telen, zoals enkele witte bonen, cranberry bonen, pintobonen en nierbonen. Deze typen blijken goed te kunnen groeien en op tijd af te rijpen. De opbrengst bleef weliswaar (iets) achter bij die van de bruine bonen maar afhankelijk van de marktprijs kunnen ook deze bonen een interessant saldo opleveren. Bovendien kan bij deze bonen via het selecteren van betere rassen de opbrengst nog verbeteren.
Naast bruine bonen zijn er goede mogelijkheden voor de teelt van enkele andere bonentypen in Nederland, zoals red kidneybonen en enkele witte bonen. | |