Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 21-08-2012

Oogst en bewaring pootgoed

Indien u gaat rooien, bekijk vooraf goed of de grond niet te ver is uitgedroogd. Kluiten veroorzaken behoorlijk veel beschadiging, waardoor de infectiekans voor bewaarziekten (Fusarium, Erwinia) wordt vergroot. Wachten op betere rooiomstandigheden is dan het advies. Enkele aandachtspunten voor het rooien en het bewaren:

Indien u gaat rooien, bekijk vooraf goed of de grond niet te ver is uitgedroogd. Kluiten veroorzaken behoorlijk veel beschadiging, waardoor de infectiekans voor bewaarziekten (Fusarium, Erwinia) wordt vergroot. Wachten op betere rooiomstandigheden is dan het advies. Enkele aandachtspunten voor het rooien en het bewaren:

  • Wacht ook met rooien van partijen waarin rotte moederknollen voorkomen. Rotte moederknollen geven versmering, wat erg gevaarlijk is met het oog op verspreiding van Erwinia. Dit geldt ook voor rooien onder natte omstandigheden.
  • Rooien onder warme omstandigheden (> 25 ºC) geeft een verhoogde kans op melkzuurschimmel.
  • Behandel rassen die gevoelig zijn voor Fusarium standaard bij inschuren. Er zijn meerdere mogelijkheden, mede afhankelijk van rasgevoeligheden. Rasinformatie kunt u vinden in de Aardappelrassengids van DLV Plant. De actieve stof thiabendazool (60 ml Tecto 500 SC per ton) werkt tegen Fusarium solani en Phoma, maar werkt minder op Fusarium sulphureum en zilverschurft. Imazalil (o.a. 150 ml Diabolo SL per ton) heeft een werking tegen Phoma, zilverschurft, Fusarium sulphureum. De werking tegen Fusarium solani kan wat minder zijn. De combinatie van imazalil en thiabendazool (120 ml Lirotect super 375 SC per ton) heeft de breedste werking. Naarmate aardappelen langer bewaard worden, neemt de vatbaarheid voor Fusarium solani toe. Zeker bij langer te bewaren pootgoed is daarom het advies te kiezen voor Lirotect super.
  • Behandelen op een rollenband geeft het beste resultaat, de capaciteit is echter beperkt. Onderzoek heeft aangetoond dat het resultaat van een schijfvernevelaar in de val van de aardappelen of boven de stortbakrollen tegenvalt. Komt de partij redelijk droog binnen met nauwelijks rotte knollen, dan geldt dat na het rooien een goede wondheelperiode nodig is (ca 5 dagen). Houd de temperatuur in deze periode op maximaal 18 ºC. Houd temperatuur in de partij egaal om condens te voorkomen. Daarna kan de partij geleidelijk teruggekoeld worden tot circa 4 graden.
  • Partijen die nat binnen komen of waarin moederknollen voorkomen vragen een andere behandeling. Droog de partij door veel te ventileren.
  • Houd de temperatuur afhankelijk van de omstandigheden op ongeveer 15 graden. Houd er rekening mee dat rotte (moeder)knollen hun vocht langzaam afgeven, stop niet te vroeg met drogen.