Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-02-2005

Ontwikkeling van geleide bemestingsystemen in de open teelten

Uit dit onderzoek is gebleken dat het succes en vooral het falen van bepaalde geleide bemestingssystemen vaak afhangt van één component van het geleide bemestingssysteem. De bepaling van N-giften kan alleen goed zijn als zowel N-opname als N-levering met de nodige precisie ingeschat worden.
De kosten van de extra benodigde metingen werden in aardappel bijna geheel gedekt door de besparingen in N-kunstmest.

Onderzoek

Geleide bemestingssystemen helpen om bij krappere stikstofnormen de stikstof zo te verdelen over ruimte en tijd dat in de meeste gevallen toch de maximale financiële opbrengst kan worden gehaald.

In de afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar geleide bemestingssystemen in vooral aardappelen, prei en bloembollen. Dit geleide bemestingsonderzoek had als doel om uit te vinden of de opbrengst gehandhaafd kan worden bij lagere stikstofgiften (ten opzichte van adviesbemesting) wanneer het stikstofaanbod beter wordt afgestemd op de stikstofopname en -behoefte van het gewas.
Verschillende bestaande en nieuwe geleide bemestingssystemen zijn getest in praktijkproeven in aardappelen, prei en bloembollen, waaronder NBS-bodem en verschillende NBS-gewassystemen, aangevuld met testen naar meststofplaatsing en gebruik van langzaam werkende meststoffen.

Afbeelding. Meten van de gewasreflectie met de CropScan.

Resultaten en conclusies

Het bleek dat het succes en vooral het falen van bepaalde geleide bemestingssystemen vaak afhing van één component van het geleide bemestingssysteem. Zo bleek de gehanteerde standaard N-opnamecurve voor aardappel in NBS-bodem een grote onderschatting van N-opname en behoefte te geven in de eerste zeven weken van het groeiseizoen en een grote overschatting van N-opname in de periode daarna (zie figuur). Met bijkomende risico’s voor onderbemesting in de beginperiode en grote N-verliezen naar het grondwater voor en na oogst.

Figuur. N-opnamecurves uit proeven en uit de adviesbasis NBS-bodem voor aardappel.

Aan de andere kant hielden NBS-gewassystemen (bijvoorbeeld de bladsteeltjesmethode in aardappel of de nieuwe CropScanmethode in aardappel en prei) geen rekening met bovengemiddelde stikstofvoorraden in de bodem, zoals voorkwamen in het droge jaar 2003, en werd bij deze systemen stikstof toegediend wanneer dit nog in grote voorraad in de bodem aanwezig was.
Kortom, de bepaling van N-giften kan alleen goed zijn als zowel N-opname als N-levering met de nodige precisie ingeschat worden.

Bloembollen

Behalve een juiste timing en schatting van benodigde hoeveelheid N, werden in bloembollen de beste resultaten (gelijke opbrengst bij verlaagde N-gift) bereikt door beddenbemesting toe te passen, waarbij de rijpaden niet bemest werden. Bloembolwortels reiken niet tot in de paden, waardoor bemesting van de paden alleen de onkruidgroei daar kan bevorderen. Beddenbemesting in bloembollen vraagt wel aanpassingen in bemestingsmaterieel.

Werking meststoffen

Langzaamwerkende meststoffen hadden geen of een negatief effect: De opbrengst van prei en bloembollen bleef gelijk of nam af en de N-gift nam niet af. Uitspoeling werd misschien wel vertraagd, maar dat zou alleen zin hebben wanneer een volggewas de achterblijvende stikstof nog op zou kunnen nemen.

Financiële consequenties

De kosten van de extra benodigde metingen werden in aardappel bijna geheel gedekt door de besparingen in N-kunstmest. In prei werd 20-50% gedekt door de besparingen in kunstmest, en in bollen was er geen noemenswaardig verschil tussen kosten van de standaardmethode (NBS-bodem) en NBS-CropScan.