Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 01-07-2003

Ontwikkeling van geleide bemestingssystemen bij de teelt van zetmeelaardappelen

Doelstelling van dit onderzoek is om aan de hand van geleide bemesting een maximale opbrengst en kwaliteit te realiseren met een zo nauwkeurig mogelijk op de gewasbehoefte afgestemd aanbod van nutriënten, waarbij de benutting van de nutriënten zo hoog mogelijk is en het verlies zo laag mogelijk.

Bij Seresta leken de CropScan-methode en de bladsteeltjesmethode het juiste bijmestadvies te geven en kon 60 kg N per ha worden bespaard ten opzichte van bemesten volgens de stikstofbemestingsrichtlijn uit de adviesbasis bemesting, zonder verlies van opbrengst en kwaliteit. Bij Mercator gaven aardappelmonitoring en de SPAD-methode daarentegen het juiste advies en kon 65 kg N per ha worden bespaard. Het verschil tussen de vier bovengenoemde bijmestsystemen was echter klein en het is nog niet mogelijk te beoordelen welk van de vier het beste is. Toepassing van NBS-bodem kan tot (veel) te hoge bijmestadviezen leiden.

Dit is een product van Agrobiokon

Inleiding

In het kader van het LNV-onderzoeksprogramma Mest- en Mineralen zijn verschillende stikstofbijmestsystemen vergeleken in zetmeelaardappelen. Het betrof de volgende in praktijk beschikbare en in ontwikkeling zijnde systemen:

SysteemIndicator voor bijbemesting
NBS-bodemde bodemvoorraad stikstof
Bladsteeltjesmethodehet nitraatgehalte in de bladsteeltjes van de planten
Aardappelmonitoring van Altichet nitraatgehalte in de bladsteeltjes en het loofgewicht
CropScan-methodede lichtreflectie door het gewas, gemeten met de CropScan
SPAD-methodede bladkleur (chlorofylgehalte), gemeten met de SPAD-meter

Proefopzet en resultaten

Deze systemen zijn beproefd in twee verschillend op stikstof reagerende rassen: het vroege ras Seresta en het late ras Mercator. Bij alle systemen is een basisgift toegediend van 150 kg N per ha bij Seresta en 120 kg N per ha bij Mercator (ca. 2/3 van de adviesgift volgens de stikstofbemestingsrichtlijn uit de adviesbasis bemesting).

De CropScan-methode adviseerde om 30 kg N per ha bij te bemesten bij Seresta en 20 kg N per ha bij Mercator. Volgens de bladsteeltjesmethode moest bij beide rassen 30 kg N per ha worden bijbemest. Aardappelmonitoring en de SPAD-methode gaven voor beide rassen het advies om niet bij te bemesten en NBS-bodem om tenminste 50 kg N per ha bij te bemesten.

Een bijbemesting van 30 kg N per ha was voor Seresta waarschijnlijk het juiste advies. Daardoor werd 60 kg N per ha bespaard ten opzichte van bemesten volgens de stikstofbemestingsrichtlijn, zonder verlies van opbrengst en kwaliteit. Bovendien leidde het delen van de stikstofgift tot een betere stikstofbenutting dan het als eenmalige gift toedienen van de stikstof aan de basis.
Bij Mercator was niet bijbemesten het juiste advies. Daardoor werd 65 kg N per ha bespaard ten opzichte van bemesten volgens de stikstofbemestingsrichtlijn. Bovendien leidde het tot een hoger uitbetalingsgewicht dan wanneer de adviesgift volgens de stikstofbemestingsrichtlijn als eenmalige gift vóór poten was toegediend.

Toepassing van NBS-bodem kan tot te hoge bijmestadviezen leiden. De gehanteerde stikstofopnamecurve in NBS-bodem lijkt te moeten worden herzien. Verder is nader onderzoek gewenst naar de betrouwbaarheid van de Nmin-meting als indicator voor de hoeveelheid beschikbare stikstof in de bodem voor aardappel.

Voor de overige vier bijmestsystemen is het na één proefjaar, mede gelet op het wisselende resultaat per ras en de kleine verschillen in bijmestadvies, nog te vroeg om deze goed ten opzichte van elkaar te kunnen beoordelen. In elk geval bleek wel dat de toepassing van deze systemen duidelijk een stikstof-besparing opleverde.

Er was geen duidelijk verschil in de hoeveelheid minerale stikstof die na de oogst in de bodemlaag 0-60 cm achterbleef. Deze was zowel bij bemesting volgens de stikstofbemestingsrichtlijn, toegediend als eenmalige gift vóór het poten, als bij de stikstofbijmestsystemen waarbij 60-65 kg N per ha minder werd gestrooid, vrij laag (<45 kg N per ha bij Seresta en <30 kg N per ha bij Mercator).

Conclusie

Bij Seresta leken de CropScan-methode en de bladsteeltjesmethode het juiste bijmestadvies te geven en kon 60 kg N per ha worden bespaard ten opzichte van bemesten volgens de stikstofbemestingsrichtlijn uit de [INVALID URL] , zonder verlies van opbrengst en kwaliteit.
Het delen van de stikstofgift bij Seresta leidde tot een wat betere stikstofbenutting dan het als eenmalige gift toedienen van de stikstof aan de basis.

Bij Mercator gaven aardappelmonitoring en de SPAD-methode daarentegen het juiste advies en kon 65 kg N per ha kon worden bespaard ten opzichte van bemesten volgens de stikstofbemestingsrichtlijn. Bovendien werd door toepassing van deze bijmestsystemen een hoger uitbetalingsgewicht verkregen dan wanneer de adviesgift volgens de stikstofbemestingsrichtlijn als eenmalige gift vóór poten was toegediend.
Er had bij Mercator mogelijk een nog grotere besparing kunnen worden behaald, als met een lagere basisgift was gestart.

Het verschil tussen de vier bovengenoemde bijmestsystemen was echter klein en het is nog niet mogelijk te beoordelen welk van de vier het beste is (of dat ze überhaupt veel van elkaar verschillen). Wel bleken alle vier deze systemen een duidelijke besparing op de stikstofgift te geven.

Toepassing van NBS-bodem kan tot (veel) te hoge bijmestadviezen leiden. De gehanteerde stikstofopname-curve in NBS-bodem lijkt te moeten worden herzien. Verder is nader onderzoek gewenst naar de betrouwbaarheid van de Nmin-meting als indicator voor de hoeveelheid beschikbare stikstof in de bodem voor het aardappel.