Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 24-03-2011

Mogelijkheden en waarde van alternatieve meststoffen

Vloeibare meststoffen staan in de akkerbouw sterk in de belangstelling.

In dit artikel wordt aangegeven dat het van belang is vast te stellen welke landbouwkundige waarde deze producten hebben en of deze producten een goedkoop alternatief kunnen zijn voor gangbare meststoffen. De werking van alternatieve meststoffen is gemiddeld niet beter dan die van korrelmeststoffen. De kostprijs van het product en of een besparing op de toedieningskosten bepalen of de inzet ervan aantrekkelijk is op uw bedrijf. Daarnaast vraagt de inzet ervan maatwerk.

Inleiding

Vloeibare meststoffen staan in de akkerbouw sterk in de belangstelling. Er is een breed aanbod aan vloeibare minerale meststoffen beschikbaar (zie de website meststoffen.nmi-agro.nl).
De laatste jaren komen er in toenemende mate ook producten beschikbaar die afkomstig zijn uit mestscheiding en mestverwerking, luchtwassers en industriële reststromen (bijvoorbeeld uit de voedingsindustrie). Het betreft zowel vloeibare (bijvoorbeeld spuiwater) als vaste producten (bijvoorbeeld struviet). Een recente ontwikkeling is het verwerken van dierlijke mest tot mineralenconcentraten. In 2009 is een pilot gestart waarin wordt onderzocht of het mineralenconcentraat kan dienen als kunstmestvervanger.
Van belang is vast te stellen welke landbouwkundige waarde deze producten hebben en of deze producten een goedkoop alternatief kunnen zijn voor gangbare meststoffen.

Vloeibare meststoffen

Enkelvoudige en samengestelde meststoffen

Vloeibare minerale stikstof(N-)meststoffen zijn er al heel lang. De bekendste is urean. De laatste jaren zijn ook andere N-meststoffen op de markt gekomen. Dit zijn mengsels van ammoniumnitraat, ammoniumsulfaat en ureum (Tabel 1).

Tabel 1. Belangrijke vloeibare minerale N-meststoffen (gehalte in %).
NaamNNO3-NNH4-Nureum-NSnw
Bestaand
urean307,57,515 -30
ammoniumnitraat1899  -18
Vrij recent
Anasol155,59,5 4-21
Nitrosol152,47,84,86-25
NTS 27 3S276,57,5133-33

Werking vloeibare minerale meststoffen

De afgelopen jaren zijn in de akkerbouw legio proeven uitgevoerd met vloeibare, minerale meststoffen. De resultaten zijn wisselend. Soms is de opbrengst hoger en soms lager dan met korrelmeststoffen. Dit wordt deels beïnvloed door het weer. Onder droge omstandigheden kan een vloeibare meststof die in de grond gebracht wordt een hogere opbrengst geven dan korrelmeststoffen die aan de oppervlakte liggen. Onder droge omstandigheden lossen korrelmeststoffen minder goed op en kan de wortel er niet bij komen. Onder natte omstandigheden kan het tegenovergestelde het geval zijn. Vloeibare meststof die geplaatst is kan dan sneller uitspoelen. Per saldo verschilt de werking tussen korrelvormige en vloeibare meststoffen niet of nauwelijks (bij gelijke samenstelling). Vloeibare meststoffen zijn in kleine hoeveelheden vaak wat beter te doseren.

Financieel rendement

Verwacht wordt dat met vloeibare meststoffen meer maatwerk mogelijk is. Of vloeibare meststoffen op uw bedrijf aantrekkelijk zijn hangt af van of er:

  1. minder N en P nodig is door betere plaatsing;
  2. één of meerdere werkgangen worden uitgespaard;
  3. meer ruimte voor dierlijke mest ontstaat;
  4. bijzondere voorzieningen nodig zijn voor opslag van meststoffen.

Daarnaast spelen het bouwplan en de variatie in bodemvruchtbaarheid mee en of toediening in loonwerk moet of dat het met eigen apparatuur kan. Prijzen van meststoffen fluctueren de laatste jaren sterk. Ook zijn de afnamehoeveelheid en het tijdstip van bestellen van de meststof van invloed op de prijs. Het vraagt rekenwerk van u om vast te stellen wat voor u de meest interessante optie is.

Alternatieve meststoffen door mestbe- en verwerking

Algemeen

Het kenmerk van veel mestbewerkingsprocédé's is dat er een verrijkt, ingedikt product ontstaat met relatief veel fosfaat en organische stof en een dunne fractie met weinig fosfaat en organische stof. Bepalend voor de inzetbaarheid van mestverwerkingsproducten zijn:

  • de landbouwkundige werking
  • de samenstelling (zowel macro als micro-nutriënten)
  • vast of vloeibaar
  • wel of niet emissiearme toediening
  • de concentratie van vloeibare meststoffen (kan het met de veldspuit worden toegediend of is speciale apparatuur nodig)
  • de beschikbaarheid gedurende het seizoen
  • de toelating als meststof
  • de prijs

Een andere belangrijke reststroom is spuiwater dat vrijkomt bij luchtwassers, geplaatst op stallen in de intensieve veehouderij. Dit spuiwater bevat meestal 3% tot meer dan 5% N als ammoniumsulfaat en is toegelaten als meststof. Ammoniumsulfaat in spuiwater is direct beschikbaar en ammonium spoelt niet uit. Wel geeft toepassing van spuiwater op kalkrijke gronden ammoniakvervluchtiging. Het aanwezige ammoniumsulfaat werkt sterk verzurend. Per kg stikstof toegediend via spuiwater zijn 3 eenheden neutraliserende waarde nodig.

Met een hoeveelheid van 1.000 liter per ha wordt 50 kg N en 58 kg S gegeven. Deze hoeveelheid kan prima worden ingezet bij de teelt van aardappelen (voor het poten) of de teelt van granen. Om aantrekkelijk te zijn voor de akkerbouwer dient de prijs minimaal ongeveer 10% lager te zijn per kg N dan die van KAS, indien de toedieningkosten vergelijkbaar zijn met die van KAS.

Mestconcentraten en dikke fractie

De samenstelling van mestconcentraten varieert sterk (tabel 2).

Tabel 2. Samenstelling mineralenconcentraten op basis van 51 monsters (infoblad BO-12.02, nr 03).
ComponentGemiddeldeMinimumMaximum
droge stof, g/kg34,715,682,5
organische stof, g/kg14,62,639,7
pH7,97,38,6
N-totaal, g N/kg6,93,111,0
NH4-N, g N/kg6,32,99,5
organisch N, g N/kg0,70,12,5
kali, g K2O/kg9,05,013,6
fosfaat, g P2O5/kg0,50,01,4

Voor de praktijk betekent dit dat voor het gebruik bekend moet zijn wat de samenstelling is. Door de lage gehalten kunnen concentraten niet met de veldspuit worden toegediend, want er is ruwweg 10 ton nodig om 100 kg N per ha te geven. Door de hoge pH is emissiearme toediening nodig.

Ook de dikke fractie varieert sterk in samenstelling. Zo varieert N-totaal van 9,5-14 kg/ton, kali van 3,3-4,7 kg/ton en fosfaat van 4,2-8,3 kg/ton bij drogestofgehalten tussen 23 en 30%.

Bij proeven uit 2009 met mineralenconcentraten bleef de stikstofwerking duidelijk achter bij die van kalkammonsalpeter. Op bouwland bedroeg de N-werking op zand en klei respectievelijk 75 en 85% van die van KAS. Dit wordt vermoedelijk veroorzaakt door ammoniakemissie en/of denitrificatie van N, ondanks emissiearme toediening. De fosfaatwerking van de dikke fractie bedroeg na 24 weken maximaal 73% in vergelijking tot kunstmestfosfaat. Deze zal over meerdere jaren gezien 100% gaan bedragen.

Een gehalte van 7 kg N en 9 kg K2O per ton concentraat heeft een waarde van 12 euro. Indien alleen stikstof wordt gewaardeerd, dan bedraagt de waarde ongeveer 2,70 euro per ton. De marktwaarde van de dikke fractie is ongeveer gelijk aan die van drijfmest. Men krijgt echter wel ongeveer twee keer zoveel nutriënten per kuub dikke fractie dan met dunne mest. De dikke fractie is dus een goedkoper alternatief.

Struviet

Op verschillende plaatsen wordt gewerkt aan het defosfateren van afval- en reststoffen, bijvoorbeeld in de aardappelindustrie, in waterzuiveringen of bij mestverwerking. Daarbij ontstaat vaak struviet (magnesiumammoniumfosfaat). De totaalgehalten in zuiver ammoniumstruviet bedragen 5,7% N, 28,9% P2O5 en 16,0% MgO. Om toegelaten te worden als meststof dient struviet vrij van verontreinigingen te zijn. Op dit moment zijn er enkele producten die hieraan voldoen. Fosfaat en magnesium in struviet zijn even goed voor gewassen beschikbaar als dezelfde bestanddelen in referentie(kunst)meststoffen zo blijkt uit proeven.
In Nederland is weinig behoefte aan struviet als meststof, omdat de fosfaatruimte grotendeels met mest wordt ingevuld. Bovendien wordt per 100 kg product relatief veel fosfaat aangevoerd. De marktprijs voor een hoogwaardige struvietmeststof wordt geschat op de helft tot tweederde van de prijs van TSP die medio 2010 €1,00 kg per P2O5 bedroeg.
Door het verder aanscherpen van de fosfaatgebruiksnormen zal het niet plaatsbare overschot aan fosfaat uit dierlijke mest in Nederland verder toenemen, waardoor het gebruik van kunstmestfosfaat (27.000 ton per jaar) verder zal gaan dalen.

3. Conclusie

De werking van alternatieve meststoffen is gemiddeld niet beter dan die van korrelmeststoffen. De kostprijs van het product en of een besparing op de toedieningskosten bepalen of de inzet ervan aantrekkelijk is op uw bedrijf. Daarnaast vraagt de inzet ervan maatwerk.