Publicatie datum: 01-02-2010
Mesttoepassing in wintertarwe
In wintertarwe op kleigrond kan de tweede stikstofgift goed vervangen worden door een drijfmestgift. Deze bemesting wordt uitgevoerd tot in de tweede helft van april, zolang de tarwe nog in de uitstoelingsfase verkeert. Uit onderzoek blijkt dat zelfs bij toepassing in het begin van de strekkingsfase (gewashoogte 35 cm) de opbrengstreductie nog minimaal is. Om structuurschade te beperken is het sleepslangaanvoersysteem een goed systeem. Er gaat dan geen zware mesttank over het land en deze toepassing heeft een grote werkbreedte. Vanaf 2008 is het verplicht de drijfmest in één werkgang uit te rijden en onder te werken. Er gelden de volgende regels:
- In tarwe moet de mest in sleufjes van maximaal 5 cm breed in de grond worden gebracht. Diepte sleufjes?
- De mest kan op het grondoppervlak worden aangebracht en in één werkgang worden ondergewerkt of intensief gemengd met de grond. De mest is niet meer zichtbaar op het grondoppervlak.
Door het type kouters van het sleepslangaanvoersysteem is het inwerken van de drijfmest een zwak punt, vooral in de sporen en als de grond hard is. Het alternatief is het gebruik van een zodenbemester met tank. In tegenstelling tot het gebruik van sleepvoet en sleufkouter kan met de zodenbemester wel een voldoende diepe geul gemaakt worden om de mest emissiearm te plaatsen. Een tweede alternatief is de mestmachine met tank waarbij de mest op de grond wordt toegediend en met een wiedeg wordt ingewerkt. Deze wiedeg is dan gekoppeld aan de mesttank.
Meer informatie: jan.paauw@wur.nl