Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 01-11-2011

Luis- en virusbestrijding in pootaardappelen

Het doel van dit onderzoek was om te komen tot een optimale wijze van bestrijding van zowel luis als virus in pootgoed. Het Y-virus is een toenemend probleem in de teelt van pootgoed. Meer Y-virus in de nacontrole van pootgoed resulteert in klasseverlaging, wat een financiële tegenvaller voor de teler betekent. In 2009, 2010 en 2011 is op 2 locaties per jaar onderzoek uitgevoerd naar het overbrengen van het Y-virus door luizen in pootaardappelen.

In dit onderzoek zijn 6 verschillende spuitstrategieën tegen het overbrengen van het Y-virus getoetst. Deze strategieën betroffen het spuiten van combinaties van minerale olie, pyrethroïde en extra luizendoder. In deze samenvatting zijn de resultaten van 3 jaar onderzoek beschreven.
Uit de beide proeven in Valthermond in 2010 en 2011 kan worden geconcludeerd dat door het spuiten van minerale olie, pyrethroïde of een extra luizendoder het percentage Y-virus in de nacontrole kan worden verlaagd. Hierbij resulteerde de hoogste dosering van wekelijks 15 l/ha minerale olie in de grootste verlaging van het Y-virus.Om het virusverlagende effect van wekelijks 15 l/ha minerale olie te benaderen zijn meerdere combinaties van minerale olie met een pyrethroïde of tweewekelijks een luizendoder mogelijk of een dekkend spuitschema met twee keer per week pyrethroïde.

Inleiding

Een hogere virusbesmetting kan resulteren in een klasseverlaging van de partij pootgoed. Het percentage klasseverlagingen van percelen pootgoed als gevolg van besmetting met het Y-virus neemt toe. Het non-persistente Y-virus in pootaardappelen wordt van tot plant voornamelijk overgedragen door luizen.
De huidige strategie van luis- en virusbestrijding is erop gericht om na opkomst wekelijks een pyrethroïde te spuiten gecombineerd met 7,5 liter minerale virusolie. Bij deze strategie is een aantal kanttekeningen te plaatsen:

  • Pyrethroïden is een groep synthetische insecticiden en deze hebben allemaal een vergelijkbare werking. Omdat deze groep insecticiden al 30 jaar wordt toegepast, neemt het risico op resistentie van bladluizen tegen de luiswerende pyrethroïde toe;
  • Bij regelmatig gebruik van minerale olie ontstaat een slapper gewas en het gewas blijft langer nat. De kans op infectieziekten als Phytopthora neemt toe.

Er zijn tegenwoordig veel goede luizenbestrijders op de markt. Over de werking van deze luizendoders ten opzichte van het overbrengen van het Y-virus is onvoldoende bekend.
    
Het hoofddoel van dit onderzoek was of de besmetting met het Y-virus in de teelt van pootgoed kan worden bestreden door bespuitingen met minerale olie, pyrethroïden en/of insecticiden.

Het onderzoek

Om te komen tot een optimale wijze voor het tegengaan van het overbrengen van Y-virus is op 2 locaties in de jaren 2009, 2010 en 2011 proefveldonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd op proefboederij ’t Kompas (Valtermond, Drenthe) in 2009, 2010 en 2011, op De Rusthoeve (Colijnsplaat, Zeeland) in 2009  en op De Oostwaardhoeve (Slootdorp, Noord-Holland) in 2010 en 2011.

Afbeelding 1. Foto vangbak bij proefveld Slootdorp 2010.

Vangbak bij Slootdorp

Om te komen tot een optimale wijze voor het tegengaan van het overbrengen van Y-virus zijn de 6 spuitstrategieën getoetst. Deze strategieën bestonden uit bespuitingen met minerale olie, een pyrethroide, een extra luizendoder of een combinatie van deze drie middelen.

Op ieder proefveld zijn tijdens het seizoen luistellingen uitgevoerd en is het percentage Y-virus in de nacontrole vastgesteld.

Resultaten 2009 - 2011

Het spuiten van minerale olie resulteerde duidelijk in een slapper gewas. De hoge dosering van 15 l/ha resulteerde in de minst goede gewasstand, gevolgd door het wekelijks spuiten met 7,5 l/ha of twee keer per week 3 l/ha. Dit bekende nadeel van het gebruik van minerale olie is visueel in de proeven geconstateerd.

In 2 proeven hebben de uitgevoerde bespuitingen met pyrethroïde en insecticide of een combinatie geresulteerd in een significant lager aantal luizen. Hierbij leek het niet zozeer uit te maken of er gespoten werd met pyrethroïde of met een extra luizendoder. Er kon geen duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de systemen met pyrethroïde of extra luizendoders.

Afbeelding 2. Foto kolonie wegedoornluizen op aardappelblad.

afbeelding 2

Uit de 6 uitgevoerde proeven bleek dat de uitgevoerde spuitstrategieën op de locatie Valtermond in 2010 en 2011 resulteerden in significante verschillen in Y-virusbesmetting van de geoogste knollen. Op deze locatie hadden de bespuitingen geen effect op het aantal luizen op het blad. Hierdoor konden geen conclusies worden getrokken over de luizenafwerende/-dodende werking van pyrethroïde of insecticide op het overbrengen van het Y-virus.

Uit de beide proeven in Valthermond in 2010 en 2011 kan worden geconcludeerd dat door het spuiten van minerale olie, pyrethroïde of een extra luizendoder het percentage Y-virus in de nacontrole kan worden verlaagd. Hierbij resulteerde de hoogste dosering van wekelijks 15 l/ha minerale olie in de grootste verlaging van het Y-virus. Door de combinatie van een lagere dosering olie van 7,5 l/ha met wekelijks een pyrethroïde of tweewekelijks een luizendoder kon het Y-virus-terugdringende effect van 15 l/ha minerale olie worden benaderd. Dit gold ook voor twee keer per week 3 l/ha minerale olie gecombineerd met wekelijks pyrethroïde en twee keer per week pyrethroïde. Om het virus verlagende effect van wekelijks 15 l/ha minerale olie te benaderen, zijn dus meerdere combinaties van minerale olie met een pyrethroïde of tweewekelijks een luizendoder mogelijk of een dekkend spuitschema met twee keer per week pyrethroïde.