Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 11-02-2011

Kalibemesting consumptieaardappelen

In het zuidwestelijk bouwplan is de aardappelteelt één van de meest kalibehoeftige teelten. Het K-getal geeft daarbij een aanwijzing hoe de kali het beste over het bouwplan kan worden verdeeld. Houd rekening met de kali die via dierlijke mest in een gewasrotatie of grondmonsternamecyclus (bijv. 1 keer in de 4 jaar) wordt gegeven. In de praktijk zien we dat het kaligehalte in varkensdrijfmest meestal iets lager ligt dan het stikstofgehalte. Door het toepassen van dierlijke mest is het niet nodig de volledige kali-onttrekking in een gewasrotatie (bijv. 4 jaar x ca. 150 kg K2O/ha/jaar) via kunstmest te compenseren. De resterende kali-onttrekking in een gewasrotatie kan goed met chloorhoudende K-60 voor de aardappelteelt worden gegeven.Voor zover nog niet uitgevoerd, benut dan de komende tijd een goede nachtvorst om zonder rijschade kali te strooien. Beperk bij rassen met een laag owg (o.a. Agria) de gift in februari tot maximaal 350-400 kg K-60 per ha. Gemiddeld viel er in de afgelopen 20 jaar op Westmaas in de maanden februari + maart 134 mm neerslag (hoogste: 203 en de laagste 40 mm). Meestal valt er nog voldoende neerslag voor het uitspoelen van chloor. Er waren 4 jaren waar in deze periode minder dan 100 mm neerslag viel. Hoe later het wordt in februari en hoe lager de neerslagkansen voor het poten, hoe meer de hoeveelheid chloorhoudende kali moet worden beperkt tot ongeveer 250 kg K-60 per ha.