Publicatie datum: 15-11-2003
Isoproturon kritisch doseren
Op kleigronden werd de laatste 25 jaar in de wintertarwe vaak kort na zaai in het najaar of in de winter gebruik gemaakt van bodemherbiciden. Sinds het wegvallen van het middel Tribunil zijn dit voornamelijk producten geweest die isoproturon bevatten. Ze worden met name ingezet tegen problemen met duist en windhalm in het Noordoosten en kamille in het Zuidwesten. Sinds de introductie van Puma, en later Topik, tegen duist en Ally tegen kamille zijn er overigens alternatieven die ook in het voorjaar ingezet kunnen worden.
Werking herbiciden
De meeste producten die onkruiden in granen kunnen bestrijden bestaan uit combinaties van verschillende werkzame stoffen. Daarbij worden zwakke punten van de ene werkzame stof gecompenseerd door een andere werkzame stof. In tabel 1 is een aantal van deze werkzame stoffen en de producten waarin ze voorkomen vermeld, met hun werkzaamheid op diverse onkruiden.
Werkzame stof | Soort onkruid | Productnaam | |||||||||
duist | straatgras | windhalm | dovenetel | ereprijs | kamille | kleefkruid | muur | viooltje | zwaluwtong | ||
isoproturon | + | + | + | - | ± | + | - | + | - | - | IP flo en in Bifenx N, Javelin en Azur |
Fenoxaprop-p-ethyl | + | - | ± | - | - | - | - | - | - | - | Puma SEW ( vergelijkbare werking Topik) |
Metsulfuron-methyl | - | - | ± | ± | ± | + | - | + | ± | Ally | |
fluroxypyr | - | - | - | - | - | ± | + | + | - | ± | Starane |
bifenox | - | - | - | + | + | - | ± | - | + | ± | In Bifenix N en Verigal |
Juiste toepassingstijdstip
Voor een goede bestrijding is het belangrijk om de middelen op het juiste tijdstip toe te dienen. Isoproturon werkt alleen tegen klein onkruid en tegen het onkruid dat tot een maand na toediening kiemt. Echter op gronden waar frequent isoproturon wordt gebruikt wordt deze versneld afgebroken ( [INVALID URL] ) en is de werkingsduur korter. Starane, Puma/Topik en Ally daarentegen werken nauwelijks via de bodem en moeten toegediend worden als het onkruid er al staat.
Na een wat latere zaai van de wintertarwe is een bestrijding van het onkruid met bodemherbiciden in het najaar niet meer nodig. Het onkruid kiemt dan namelijk later en is gedurende de winter en in het vroege voorjaar nog klein. Wanneer het perceel vroeg in het voorjaar bewerkt kan worden en het onkruid is nog klein, geven eggen of lagere doseringen een goed bestrijdingsresultaat.
Als er echter vroeg gezaaid wordt of als men in het voorjaar pas laat het veld op kan, is het resultaat van alleen eggen onvoldoende. Het is dan beter om eerst in de winter of het vroege voorjaar het onkruid te bestrijden. Isoproturon, Ally en bifenox komen hiervoor onder andere in aanmerking, omdat ze ook goed werken bij lagere temperaturen (vijf tot tien graden). Puma/Topik en Starane werken alleen goed boven de tien graden.
Aangepaste dosering herbicide
De dosering van herbiciden kan worden aangepast zonder effectiviteitsverlies indien rekening wordt gehouden met soort en grootte van het onkruid en de toepassingsomstandigheden. Het PPO onderzoekt wat de mogelijkheden zijn voor kostenreductie door de dosering van isoproturon, Ally en Starane of Verigal en Starane te verlagen. In vijf proeven gedurende drie jaar op kleigronden (Ebelsheerd en Rusthoeve) werd isoproturon gespoten op verschillende tijdstippen en in een volle, halve of kwart dosering. Kamilleplantjes met maximaal twee echte blaadjes werden met een kwart dosering (een liter per hectare) nog volledig bestreden. De bestrijding van plantjes die na deze bespuiting nog moesten opkomen was wisselend.
De werking van isoproturon op kamille was voor opkomst van de kamille minder bedrijfszeker dan na opkomst. De beste werking werd verkregen als de kamille twee echte blaadjes had. Bij grotere planten nam de werking van lagere doseringen langzaam af (zie tabel 2).
Dosering | Aantal echte bladeren bij kamille | Aantal bladeren bij duist | ||||
0-2 | 4-6 | >8 | Maximaal 1 | 1-3 | 6 | |
Vol 1 | 100 | 100 | 100 | 83 | 90 (100) | 85 (96) |
Half | 100 | 100 | 96 | 81 | 88 (98) | 84 |
Kwart | 100 | 92 | 61 | 76 | 71 (98) | 62 |
1 : vol is 4-4,5 l/ha 50% actieve stof
Het tijdstip waarop de kamille twee echte blaadjes had, varieerde met de zaaidatum van de tarwe. Na zaai op 2 november 1993 werden half januari de eerste kiemplanten aangetroffen, die half maart pas twee echte blaadjes hadden. Na zaai op 19 oktober 1994 had de kamille eind november al twee echte blaadjes en half februari vier tot zes echte blaadjes.
De werking tegen duist was ook het beste als de meeste duist al was opgekomen, maar nog wel heel klein was (zie tabel 2). Na zaai op 25 september 1992 was dat begin december. Na zaai op 20 oktober 1993 was dat half januari, en na zaai op 7 november 1994 pas half maart.
Om het bestrijdingsresultaat verder te verbeteren en om resistentie risico’s te verkleinen, is het soms zinnig om na een kritisch gedoseerde bespuiting te eggen (zie tabel 2). Onkruiden die met een lage dosering zijn bespoten, zijn vaak veel makkelijker met eggen te bestrijden.
Omgaan met isoproturon
Isoproturon werkt dus het best op kleine onkruiden ( ca. twee echte blaadjes). Indien de onkruiden het juiste stadium voor de bespuiting in de winter bereiken, is het verstandig ook niet meer isoproturon te gebruiken dan nodig is (1 à 2 l/ha). Een volledige dosering isoproturon over de vorst, vlak voor een strenge kale vorstperiode, kan namelijk extra uitwintering van tarwe veroorzaken. Ook toediening van hoge doseringen op een gewas dat er niet goed bijstaat moet worden ontraden.
Voor een goede bodemwerking van isoproturon is het belangrijk dat de structuur van de grond fijn is. Grote kluiten zijn voor de contactwerking nadelig omdat de kluiten onkruidjes kunnen afschermen. Optimale werking wordt verder verkregen als de grond op het moment van toepassing vochtig en het gewas droog is. Een korte droge periode na de bespuiting (vier tot zes uur) verbetert het resultaat. Bij aanhoudend droogte na de bespuiting kan het resultaat echter tegenvallen.
Duurzaamheid en kosten
Voor een goede onkruidbeheersing op de langere termijn is het belangrijk verschillende bestrijdingsmethoden en bestrijdingsmiddelen af te wisselen.
Puma/Topik- en/of isoproturon-resistente duist is al op diverse plaatsen in het Noordoosten gevonden en ook het risico van resistentie tegen sulfonylurea, zoals Ally, is reëel. Daarom is het belangrijk om kritisch met de beschikbare middelen om te gaan en zoveel mogelijk gebruik te maken van afwisseling, preventieve maatregelen (zoals later zaaien) en mechanische bestrijding.
Volgens de milieumeetlat is het gebruik van Ally en Puma/Topik weinig milieubelastend. Isoproturon is giftiger voor het waterleven en geeft met name op lichtere gronden in het najaar een grotere uitspoeling naar het grondwater. De werkzame stof isoproturon komt in verschillende concentraties in producten voor. Alleen gelet op de hoeveelheid isoproturon komt een kwart dosering IP flo of Stefes isoproturon (1 l/ha, 6 €/ha) overeen met 1,25 l Azur (22,5 €/ha), 1,5 l Bifenix N (22,5 €/ha) of 1 l Javelin (23 €/ha). De inzet van middelen onder de optimale omstandigheden in een lagere dosering spaart het milieu, maar ook de portemonnee.