Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 12-12-2007

Invloed van waterconditioners en hulpstoffen op de effectiviteit van gewasbeschermingsmiddelen

Er bestaat in de praktijk veel en toenemende onduidelijkheid over de mogelijkheden en beperkingen van hulpstoffen. Het is vaak niet duidelijk of de door de leveranciers geclaimde baten van hulpstoffen wel opwegen tegen de kosten ervan. Aan het gebruik van hulpstoffen zijn mogelijk ook nadelen verbonden (b.v. een grotere kans op gewasschade bij toevoeging aan herbiciden of een verminderde werking van het gewasbeschermingsmiddel).
In 2005 heeft de gebruikerscommissie naar aanleiding van een literatuurstudie over hulpstoffen drie aanbevelingen voor verder onderzoek geformuleerd. In 2006 zijn twee daarvan in onderzoek genomen om de effectiviteit van herbiciden te verbeteren: toevoegen van waterconditioners aan hard water en invloed van hulpstof op de zuurgraad van de spuitvloeistof. In 2007 is tenslotte nagaan of de doseringen van fungiciden voor de bestrijding van valse meeldauw in ui met 50% konden worden verlaagd als de juiste hulpstof werd toegevoegd.

Toevoeging van hulpstoffen had een (zeer) geringe invloed op de effectiviteit. Het is echter middelafhankelijk wat de mate van invloed zal zijn en óf de invloed positief dan wel negatief zal zijn. Promotor toegevoegd aan spuitvloeistoffen met verschillende pH’s waaraan Basagran was toegevoegd, liet de buffende eigenschappen van dit product zien. Het is de vraag of dit voor de effectiviteit van het middel noodzakelijk is. Bij glyfosaat was toevoeging van Promotor als extra pH-buffer niet zinvol.
Het effect van Acrobat 100% dosering op bladvlekken in ui werd significant versterkt door de hulpstof Certain en de hulpstoffencombinatie Fullstop + Zipper, het effect van Tridex werd significant versterkt door de hulpstoffencombinatie Fullstop + Zipper, zowel in de 100% als in de 50% dosering. Hoogstwaarschijnlijk kan de dosering van de fungiciden omlaag bij de bestrijding van valse meeldauw.

Inleiding

Literatuurstudie
PPO-agv heeft een literatuurstudie uitgevoerd waarbij een gebruikerscommissie is gevraagd onduidelijkheden te formuleren. Deze hebben vooral aandacht gekregen. Ook zijn aanbevelingen voor vervolgonderzoek gedaan. De formulering van veel gewasbeschermingsmiddelen is in veel gevallen al geoptimaliseerd. Daarom heeft toevoegen van hulpstoffen vooral zin: als de fabrikant het voorschrijft, de hulpstof bewezen heeft meerwaarde te hebben en/of als de spuitomstandigheden minder gunstig zijn.

Invloed waterconditioners
Van glyfosaat is bekend dat dit herbicide gevoelig is voor hard water (>12 DH). Van Aramo (werkzame stof: tepraloxydim) bestaat er het vermoeden dat het gevoelig is voor de hardheid van water. Beide herbiciden werken systemisch.
Promotor heeft bufferende eigenschappen. Door toevoeging van Promotor worden vloeistoffen met een lage pH in beperkte mate in pH verhoogd en vloeistoffen met een hoge pH in pH verlaagd.

Hulpstoffen voor fungiciden in ui
Er bestaat in de praktijk momenteel veel onduidelijkheid over de (on)mogelijkheden en de beperkingen van hulpstoffen. De onduidelijkheid wordt verder vergroot doordat de laatste jaren ook vanuit het buitenland producten op de markt worden gebracht, waarvan wordt geclaimd dat ze de werking van gewasbeschermingsmiddelen kunnen verbeteren. Het is vaak niet duidelijk of de door de leveranciers geclaimde baten van hulpstoffen wel opwegen tegen de kosten ervan.

Onderzoek

Literatuuronderzoek

Gewasbeschermingshandelaren in de akkerbouwsector zijn aangeschreven met de vraag een overzicht te geven van de hulpstoffen die zij verkopen. Aan de hand daarvan is een lijst met meest gebruikte hulpstoffen samengesteld. Per hulpstof zijn de karakteristieken beschreven. Om tot een goede afstemming te komen met de praktijk is een gebruikerscommissie samengesteld. Deze commissie heeft per groep of per specifieke hulpstof de meest relevante vragen verwoord. Daarna is in de literatuur en door persoonlijk contact met specialisten en producenten gezocht naar antwoorden op deze vragen.

Invloed waterconditioners

In een kasproef is de invloed van drie waterconditioners op de effectiviteit van Aramo en glyfosaat bij gebruik van bron- en leidingwater getest. De volgende drie waterconditioners werden getest: Easi-mix (Verdi Crop Ltd), Intake (Headland Agrochemicals), X-Change (Loveland Industries). De effectiviteit van de twee herbiciden is al dan niet in combinatie met de drie waterconditioners getest met twee watersoorten: bronwater met een hardheid van 20 DH en leidingwater met een hardheid van 8 DH.
Als testonkruid is hanepoot gebruikt. Deze onkruidsoort is gevoelig voor beide herbiciden.

Hulpstoffen voor fungiciden in ui

In zaaiuien is in een veldproef het effect van diverse hulpstoffen onderzocht op de effectiviteit van de twee meest gebruikte fungiciden tegen valse meeldauw in ui (Tridex en Acrobat). In theorie kunnen hulpstoffen het beschermingseffect van de fungiciden zodanig versterken, dat de dosering van deze middelen verlaagd kan worden. De fungiciden zijn daarom ook in de volle dosering en in 50% van de dosering toegepast. De gebruikte hulpstoffen waren Certain, Fullstop en Zipper.
De middelen zijn gespoten in een spuitinterval van ca 1 week. De ontwikkeling van valse meeldauw en bladvlekken werd regelmatig waargenomen.

Resultaten

Literatuuronderzoek

Voor de groep oliën:

  • Vraag: Wat zijn de verschillen tussen veresterde en niet-veresterde plantaardige oliën voor de effectiviteit van de hulpstof?
  • Antwoord: De verschillen in effectiviteit worden vooral bepaald door het herbicide waaraan ze worden toegevoegd, de omstandigheden waaronder en de soort onkruiden waarop ze gespoten worden. Toch blijken niet-veresterde plantaardige oliën in veel gevallen goed te voldoen. Maar bij sommige herbiciden, zoals bijvoorbeeld MaisTer, Hussar, Puma SEW en Targa Prestige, is het raadzaam om voor de keuze van de hulpstof de aanwijzingen van de fabrikant op te volgen om tot een optimaal bestrijdingsresultaat te komen.

Voor de groep superuitvloeiers:

  • Vraag: Wat is de optimale toe te voegen hoeveelheid hulpstof in relatie tot de hoeveelheid spuitvloeistof?
  • Antwoord: Op deze vraag blijkt geen eenduidig antwoord mogelijk te zijn. Dit is afhankelijk van o.a. de eigenschappen van de hulpstof, het gewas en het doel dat men wil bereiken.
  • Vraag: Wat is het effect van het vaker gebruiken van een superuitvloeier op de uitvloeiende werking van het toegevoegde gewasbeschermingsmiddel op de dikte van de waslaag en op de gevoeligheid van de verschillende gewassen voor o.a. ziekten?
  • Antwoord: Als steeds de adviesdosering van de superuitvloeier wordt toegepast, zijn geen nadelige effecten van het vaker gebruiken bekend. Bij overdosering kunnen er wel negatieve effecten optreden. Er zijn geen gegevens bekend waaruit blijkt dat door een ophopend effect bij vaker gebruiken de dosering van superuitvloeiers kan worden verlaagd.

Voor de groep hechters:

  • Vraag: Wat is de meerwaarde van hechters in relatie tot de verschillende mancozeb-bevattende producten?
  • Antwoord: Proeven geven aan dat hechters de regenvastheid van mancozeb verbeteren. De mate van verbetering kan niet worden afgeleid uit de verhouding tussen de hoeveelheid uitvloeier en hechter van een product.

Voor de groep superuitvloeiers + hechters:

  • Vraag: Wat is de meerwaarde van dit combinatieproduct (Designer) ten opzichte van producten met alleen een uitvloeier of alleen een hechter?
  • Antwoord: Er is wel onderzoek uitgevoerd met Designer, maar hierin wordt niet de vergelijking gemaakt met superuitvloeiers of hechters. Verder zijn er onvoldoende onderzoeksgegevens beschikbaar om deze vraag te kunnen beantwoorden.

Voor de groep waterconditioners:

  • Vraag: Wat is de invloed van waterconditioners op de hardheid van water? En hoeveel product is nodig om de hardheid te verlagen?
  • Antwoord: Er is vrijwel geen onderbouwd onderzoek dat de bovenstaande vraag beantwoordt. Slechts in incidentele gevallen zal de hardheid van het oppervlaktewater of bronwater in Nederland de kwaliteit van de spuitoplossing verminderen. Toevoeging van waterconditioners heeft in die gevallen dan ook zeker zin en geadviseerd wordt om de richtlijnen voor gebruik te volgen. Naast een lijst van stoffen die gevoelig zijn voor de pH en hardheid is een lijst met adviezen opgesteld, om de invloed van pH en hardheid te beperken.

Promotor en Aminosol zijn apart onderzocht, omdat van deze producten specifieke meerwaarde wordt geclaimd ten opzichte van de groepen uitvloeiers en hechters. Promotor zou vooral de contactwerking van herbiciden tegen onkruid verbeteren en daarnaast de opname van systemische fungiciden bevorderen (BASF-onderzoek). Aminosol heeft een verzachtende werking op het gewas. Vooral bij tijdelijk voedingstekort en/of of stress lijkt het te werken. Als het gewas optimaal groeit, lijkt Aminosol niet veel te kunnen verbeteren (proefresultaten aangeleverd door de leverancier). Onafhankelijke proefresultaten waaruit de voordelen van Promotor en Aminosol als hulpstof moeten blijken, zijn echter niet gevonden.
Naar aanleiding van de uitkomst van deze literatuurstudie zijn in overleg met de begeleidingscommissie aanbevelingen voor vervolgonderzoek gedaan.

Invloed waterconditioners

In de kasproef werden voor Aramo geen betrouwbare verschillen tussen de verschillende behandelingen gevonden. Voor dit herbicide is toevoeging van een waterconditioner dan ook niet nodig om de werking bij hardwater te waarborgen of te verbeteren.
Voor glyfosaat werden wel betrouwbare verschillen gevonden, maar deze waren minimaal en niet duidelijk ten voordele van het gebruik van een hulpstof. Bij de lagere doseringen (2 en 3 l/ha) werd enig effect van Easi-mix gevonden. Echter verhoging van de dosering glyfosaat (naar 4 l/ha) is ook een optie en bespaart ongeveer € 35-40/ha in de kosten ten opzichte van het toevoegen van een waterconditioner. Toevoeging van de waterconditioners Intake en X-Change aan glyfosaat had bij zowel bron- als leidingwater geen positief effect op de effectiviteit.

Afbeelding. Effect van Easy-mix. Boven: bronwater + glyfosaat, onder: bronwater + glyfosaat + Easy-mix


In een laboratoriumproef werd de invloed van Promotor op de pH van een spuitvloeistof met Basagran of glyfosaat getest. Er werd uitgegaan van spuitvloeistoffen met een pH van 4 tot 10. Toevoeging van een praktijkhoeveelheid Basagran verhoogde bij lage pH’s de pH. Werd hieraan vervolgens Promotor toegevoegd, dan verhoogde dit de pH’s bij lage pH’s verder en verlaagde het de pH bij hoge pH’s. Promotor had hier dus een extra bufferend effect. Als aan de spuitvloeistoffen met verschillende pH’s glyfosaat werd toegevoegd, verschoven alle pH’s naar pH 5. Toevoeging van Promotor veranderde dit niet verder. De pH’s van de spuitvloeistoffen waaraan Basagran, glyfosaat en Promotor was toegevoegd, veranderden niet als deze 4 uur bleven staan.

Hulpstoffen voor fungiciden in ui

De valse meeldauw heeft in 2007 in de Flevopolder pas laat toegeslagen. Door de vele regen ’s nachts kon de schimmel nauwelijks sporuleren, terwijl de regenbuien overdag eventueel gevormde sporen van het blad spoelden. Begin augustus werden in het proefveld 3 vlekken waargenomen. Het loof was toen al aan het strijken, zodat de aantasting niet verder ging.
Half juli werden de eerste bladvlekken waargenomen. Op 23 juli en 2 en 7 augustus is beoordeeld op bladvlekkenziekte.
Acrobat en Tridex zijn fungiciden die een groot effect hebben op valse meeldauw en andere Oömyceten. Ze hebben echter ook een nevenwerking tegen de bladvlekkenziekte in ui. Tridex is daar iets sterker in dan Acrobat. Tridex bevat meer mancozeb per ha dan Acrobat.
Beide fungiciden zonder toevoeging van hulpstoffen verschilden uiteindelijk niet met onbehandeld. Zodra er hulpstoffen toegevoegd werden aan de fungiciden, traden er wel verschillen op. De hulpstof Certain versterkte het effect van Acrobat 100% significant.
Om de verschillen tussen wel of niet toevoegen van de hulpstoffen Fullstop + Zipper beter te definiëren, is een factoranalyse uitgevoerd, waarbij onbehandeld en Acrobat + de hulpstof Certain buiten beschouwing zijn gelaten. Uit de analyse blijkt vooral dat de hulpstofcombinatie Fullstop + Zipper de werking van Tridex tegen bladvlekken significant heeft verbeterd, waarbij het verschil in dosering marginaal is. Dit effect is bij Acrobat alleen significant bij de 100% dosering.

Conclusies

Literatuuronderzoek

Een aantal vragen van de gebruikerscommissie is beantwoord en op een aantal vragen was geen eenduidig antwoord te geven, omdat het toegevoegde gewasbeschermingsmiddel en/of de omstandigheden waaronder gespoten wordt, bepalend zijn voor het resultaat. Ook blijken er voor een aantal hulpstoffen geen of onvoldoende onafhankelijke onderzoeksgegevens te zijn.
Advies voor de praktijk:

  • Probeer gewasbeschermingsmiddelen onder de meest optimale omstandigheden te gebruiken, dit bespaart niet alleen middel, maar drukt ook de kosten van de bespuiting en beperkt het risico op een herhalingsbespuiting;
  • Gebruik hulpstoffen alléén als:
    • de fabrikant van het middel het voorschrijft;
    • het bewezen is dat toevoeging de effectiviteit van het middel verhoogt of;
    • als het echt nodig is; minder gunstige spuitomstandigheden.

Invloed waterconditioners

Toevoeging van hulpstoffen heeft een (zeer) geringe invloed op de effectiviteit. Het is echter middelafhankelijk wat de mate van invloed zal zijn en óf de invloed positief dan wel negatief zal zijn. Easi-mix liet bij lage doseringen van glyfosaat en gebruik van bronwater een geringe verbetering van de effectiviteit zien. Dit is ook te bereiken door de dosering te verhogen, waardoor de kosten van de bespuiting in veel gevallen goedkoper zijn dan bij het toevoegen van een waterconditioner.
Promotor toegevoegd aan spuitvloeistoffen met verschillende pH’s waaraan Basagran was toegevoegd, liet de buffende eigenschappen van dit product zien. Het is de vraag of dit voor de effectiviteit van het middel noodzakelijk is. Bij glyfosaat was toevoeging van Promotor als extra pH-buffer niet zinvol.
Fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen voegen hulpstoffen aan hun producten toe, waardoor de middelen optimaal werkzaam zijn. Het is daarom het raadzaam het advies van de fabrikant ten aanzien van het al dan niet noodzakelijk zijn van het toevoegen van een extra hulpstof op te volgen.

Hulpstoffen voor fungiciden in ui

Met in gedachte dat de fungiciden Acrobat en Tridex slechts een bijwerking hebben tegen bladvlekkenziekte (Botrytis squamosa) in ui en dat de combinatie Tridex + Certain niet getest is, kunnen de volgende conclusies getrokken worden:

  • Het effect van Acrobat 100% dosering wordt significant versterkt door de hulpstof Certain en de hulpstoffencombinatie Fullstop + Zipper;
  • Het effect van Tridex wordt significant versterkt door de hulpstoffencombinatie Fullstop + Zipper, zowel in de 100% als in de 50% dosering.

Als Certain en de combinatie van Fullstof+Zipper het effect van de fungiciden Acrobat en Tridex (die slechts een nevenwerking hebben) op de bladvlekkenziekte in ui kunnen verbeteren, dan is het hoogstwaarschijnlijk dat het effect van deze hulpstoffen/fungicide-combinaties nog groter is als het de schimmelziekten betreft waarvoor betreffende fungiciden bestemd zijn. Hoogstwaarschijnlijk kan dan de dosering van de fungiciden omlaag.