Publicatie datum: 15-10-2005
Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen
Telers van zetmeelaardappelen worden, door verrekening van het OWG in de prijs, uitbetaald op basis van de hoeveelheid geleverd zetmeel. Aan het eiwitgehalte en aan de eiwitopbrengst wordt door de verwerkende industrie AVEBE een toenemend belang gehecht. Voor de teler zal vooral de keuze van het ras, maar ook het niveau van de stikstofbemesting en wellicht ook deling van de stikstofgift van invloed zijn op het eiwitgehalte en op de eiwitopbrengst per hectare. Uit eerder onderzoek is gebleken dat ieder ras vraagt om een specifieke stikstofbemesting voor het bereiken van de maximale (c.q. optimale) zetmeelopbrengst.
Onduidelijk is wat het effect van deling van de stikstofgift is op het eiwitgehalte en op de eiwitopbrengst. Agrobiokon heeft hier daarom onderzoek naar gedaan.
Belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat de teler vooralsnog het bemestingsregime niet hoeft aan te passen voor het bereiken van een maximale eiwitopbrengst. In de meeste gevallen wordt een hoog uitbetalingsgewicht namelijk gecombineerd met een hoge eiwitopbrengst. Nog steeds zal het bemestingsniveau en een bewuste deling van de gift per ras daarom afgestemd moeten worden op het bereiken van een maximale zetmeelopbrengst.
Onderzoek
Op de PPO locaties 't Kompas te Valthermond en Kooijenburg te Rolde is in 2004 onderzoek gedaan naar het effect van het niveau van de stikstofbemesting en -deling op het uitbetalingsgewicht en op de eiwitopbrengst bij de rassen Aveka, Seresta, Festien en Valiant. De opbrengst van rassen is gemeten bij twee verschillende stikstofniveaus als éénmalige gift en ook als gedeelde gift met verschillende tijdstippen van bijbemesting.
Resultaten
Naast de bekende effecten van een hogere stikstofgift, zoals een verhoging van het veldgewicht en een verlaging van het OWG, zijn duidelijk positieve effecten aangetoond op het ruwe eiwitgehalte en negatieve effecten op de winbaarheid van het eiwit. Het hoogste uitbetalingsgewicht werd bereikt met het ras Seresta, gevolgd door de rassen Festien en Aveka. Het uitbetalingsgewicht van Valiant bleef, vooral als gevolg van een laag OWG, fors achter. Hierdoor had het ras Valiant ook een lager winbare eiwitopbrengst dan de rassen Aveka, Seresta en Festien.
Op de locatie Kooijenburg werd bij een totale stikstofgift van 250 kg N/ha een significant hogere winbare eiwitopbrengst bereikt dan bij het lagere niveau van 175 kg/ha. Deling van de stikstofgift heeft op 't Kompas niet bijgedragen aan een verhoging van de winbare eiwitopbrengst. (zie tabel 1).
Ras | N-gift (kg N/ha) | ||||||
175 | 250 | Gemiddeld | |||||
125+50+0 | 125+0+50 | 175 | 200+50+0 | 200+0+50 | 250 | ||
Aveka | 880 | 790 | 895 | 1.030 | 940 | 1.125* | 945 |
Festien | 850 | 875 | 885* | 860 | 900 | 860 | 870 |
Seresta | 910 | 845 | 890 | 985* | 915 | 980* | 620 |
Valiant | 670 | 690 | 800* | 680 | 655 | 820 | 720 |
Gemiddeld | 825 | 800 | 870 | 890 | 850 | 945 | 865 |
* Bij deze gift werd bij dit ras het hoogste uitbetalingsgewicht bereikt
Op de locatie Kooijenburg had late deling van de gift een significante positieve invloed op de winbare eiwitopbrengst.
Bij de rassen Aveka en Seresta viel op beide locaties de stikstofbemesting voor het bereiken van de maximale winbare eiwitopbrengst samen met de stikstofbemesting voor het bereiken van het maximale uitbetalingsgewicht. Op de locatie Kooijenburg was bij de rassen Festien en Valiant voor het bereiken van de maximale winbare eiwitopbrengst meer stikstof nodig dan voor het bereiken van het maximale uitbetalingsgewicht. (zie tabel 2).
Ras | N-gift (kg N/ha) | ||||||
175 | 250 | Gemiddeld | |||||
125+50+0 | 125+0+50 | 175 | 200+50+0 | 200+0+50 | 250 | ||
Aveka | 845 | 890 | 860 | 985 | 1060* | 950 | 930 |
Festien | 815 | 885 | 875* | 935 | 975 | 980 | 910 |
Seresta | 830 | 870 | 905 | 925 | 1035 | 1000* | 930 |
Valiant | 650 | 715 | 690* | 745* | 800 | 710 | 720 |
Gemiddeld | 785 | 840 | 835 | 900 | 970 | 910 | 875 |
* Bij deze gift werd bij dit ras het hoogste uitbetalingsgewicht bereikt
Conclusies
Afhankelijk van de waardering van het eiwit bij de fabriek, zal de teler vooralsnog zijn bemestingsregime niet hoeven aan te passen voor het bereiken van een maximale eiwitopbrengst. Nog steeds zal het bemestingsniveau en een bewuste deling van de gift per ras afgestemd moeten worden op het bereiken van een maximale zetmeelopbrengst. In de meeste gevallen wordt een hoog uitbetalingsgewicht gecombineerd met een hoge eiwitopbrengst.