Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-03-2005

Invloed van organische toevoegingen aan de bodem op schurftaantasting van aardappelen

De beheersing van gewone schurft in aardappelen is een groot probleem. Zeker nu er in sommige regio's geen beregening met oppervlaktewater mag plaatsvinden in verband met de bruinrotproblematiek. Er zijn eigenlijk geen goede bestrijdingsmogelijkheden. In de literatuur werd melding gemaakt dat het toevoegen van organisch materiaal (o.a. mest) aan de bodem kon bijdragen aan de beheersing van gewone schurft.

In 2004 is door PPO-agv onderzoek gestart waarin gekeken is naar het effect van de toevoeging van organische mest aan de bodem op de gewone schurftaantasting. Uit het onderzoek bleek dat het toevoegen van mest (kip en varken) aan de bodem niet leidt tot onderdrukking van gewone schurft. Enige onderdrukking van de schurft werd vastgesteld bij bemesting met zwavelzure ammoniak en ureum.

Inleiding

In de bestrijding van gewone schurft op aardappelen (afbeelding 1) is in de praktijk reeds langere tijd geen wezenlijke vooruitgang geboekt, ondanks dat er veel onderzoek is uitgevoerd. Een bijkomend probleem in de praktijk is dat één van de meest effectieve methoden om schurft te beperken, het beregenen, op veel plaatsen niet meer mag worden uitgevoerd als gevolg van een beregeningsverbod met oppervlaktewater.
Door middel van een literatuurstudie is gezocht naar nieuwe aanknopingspunten om gewone schurft in aardappelen te beheersen. Hieruit bleek dat het toevoegen van organische mest aan de bodem de aantasting door gewone schurft kan onderdrukken. De werking van kippenmest zou berusten op de ammoniak in de mest. Bij vleesvarkensdrijfmest spelen de aanwezige vetzuren en salpeterigzuur een rol.

Afbeelding 1. Verloop van schurftaantasting van geen schurft (links) tot 33% schurftaantasting (rechts).

Onderzoek

In 2004 is een veldproef aangelegd waarin verschillende mestsoorten zijn toegepast. De mestsoorten waren vleeskuikenmest (30 en 60 ton/ha) en varkensdrijfmest (60 ton/ha). Daarnaast zijn (controle)objecten opgenomen die bemest werden met zwavelzure ammoniak en ureum. Verder is een onbehandeld object opgenomen. Dit object werd bemest met meststoffen die geen invloed hebben op schurft.
Om het effect van toedieningtijdstip te onderzoeken is de mest zowel in het najaar als in het voorjaar toegepast. De mest is na het aanbrengen ingewerkt in de bovenste 15 cm van de bouwvoor. Na het poten en aanaarden zijn de ruggen afgedekt met plastic om zo de rug droog te houden en de kans op gewone schurftaantasting te vergroten (afbeelding 2).
Tijdens het groeiseizoen is de stand van het gewas waargenomen en aan de hand van een oogstmonster is de mate van (gewone) schurftaantasting bepaald.

Afbeelding 2. Overzicht van het proefveld met de met plastic afgedekte aardappelruggen.

Resultaten

Ondanks dat er veel mest opgebracht werd, waren er nauwelijks verschillen in opkomst tussen de objecten en tussen de na- en voorjaarstoepassing. De verschillen in grondbedekking tijdens het seizoen waren gering.
De mate van gewone schurft was dit jaar erg laag. Verschillen tussen de objecten waren gering en meestal niet betrouwbaar. De toepassing van 60 ton/ha vleeskuikenmest resulteerde in meer schurft dan de andere objecten. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat door de toevoeging van veel organisch materiaal de grond ruller is geworden dan bij de kunstmestsoorten. Hierdoor is de grond tijdens de knolzetting waarschijnlijk iets droger geweest, waardoor er iets meer schurft ontstond. In de praktijk hoeft men geen nadelige effecten te verwachten van het toepassen van vleeskuikenmest, omdat de giften hier veel lager liggen (7-12 ton/ha).

Figuur 1. Percentage gewone schurft bij toediening van mestsoorten in het voor- en najaar.

Conclusies

Uit het onderzoek van 2004 blijkt dat het toevoegen van vleeskuikenmest en varkensdrijfmest aan de bodem geen invloed had op de mate van gewone schurft. De controleobjecten die in het voorjaar bemest zijn met zwavelzure ammoniak of ureum onderdrukten de schurft in enige mate. De werking van deze meststoffen is al bekend en wordt in de praktijk ook wel geadviseerd.