Publicatie datum: 03-03-2010
Inventarisatie van faunaschade in 10 grote akkerbouwgewassen
Faunaschade is in de akkerbouw een groot probleem en volgens de praktijk wordt faunaschade niet altijd of maar gedeeltelijk vergoed. Op verzoek van het Productschap Akkerbouw is daarom eerst een inventarisatie van de faunaschade uitgevoerd.
Doel van deze inventarisatie is om in beeld te brengen welke informatie beschikbaar is over de financiële gevolgen van wildschade voor de qua areaal 10 belangrijkste akkerbouwgewassen en de achterliggende regels voor schadevergoeding.
De uitgekeerde schade blijkt iets meer dan 1,6 miljoen euro per jaar te zijn. De grauwe gans is met 42% de grootste economische schadeveroorzaker. Wintertarwe is het gewas met de meeste schadeuitkering (62%).
Voor een tegemoetkoming van het Faunafonds bij schade is het van belang dat men weet welke soorten ganzen er op een perceel aanwezig zijn. Niet alle schade van ganzensoorten, bijv. Nijlgans, Canadese gans en soepgans, wordt uitgekeerd. Een poster met de diverse ganzensoorten zou voor de praktijk handig zijn om gemakkelijker onderscheid tussen de ganzensoorten te kunnen maken.
Onderzoek
Als onderdeel van een meerjarig project rond faunaschade in akkerbouwgewassen is in 2009 eerst een inventarisatie gemaakt van de omvang van de schade per gewas, welke de grote schadeveroorzakers zijn, welke regels er ten grondslag liggen aan de schadeuitkeringen en of er mogelijke hiaten zijn in het vergoedingensysteem. Voor de inventarisatie zijn gesprekken gevoerd met taxateurs, met boeren waar zich schadegevallen voordeden en het Faunafonds. Daarnaast zijn de gegevens van schademeldingen en uitkeringen van het Faunafonds in de inventarisatie gebruikt.
Afbakening: zoals met Productschap Akkerbouw overeengekomen, worden vanuit het project geen acties ondernomen voor eventuele aanpassing van de vergoedingen bij de uitkerende instantie.
Resultaten en conclusies
Uit de gegevens blijkt dat de grauwe gans met 42% de grootste economische schadeveroorzaker is. Wordt er naar het areaal dat beschadigd is gekeken dan wordt 38% veroorzaakt door de grauwe gans.
Ganzen (grauwe gans, brandgans, kolgans, rotgans en smient) veroorzaken 79% van het bedrag dat getaxeerd wordt. Wordt er naar het areaal dat beschadigd is gekeken, dan betreft dit 81%.
Voor een tegemoetkoming van het Faunafonds bij schade is het van belang dat men weet welke soorten ganzen er op een perceel aanwezig zijn. Niet alle schade van ganzensoorten, bijv. Nijlgans, Canadese gans en soepgans, wordt uitgekeerd. Een poster met de diverse ganzensoorten zou voor de praktijk handig zijn, om gemakkelijker onderscheid tussen de ganzensoorten te kunnen maken.
Wintertarwe is het gewas met de meeste schade-uitkering (62%). Wordt er naar het areaal dat beschadigd gekeken, dan is 72% van het areaal wintertarwe.
Verder staan graszaad, maïs, zomergraan, suikerbieten, overige akkerbouwgewassen, bonen, aardappelen, voedergewassen en koolzaad qua areaal met schade in de top 10. Als gekeken wordt naar getaxeerde schade, dan betreft de top 10 dezelfde gewassen behalve dat erwten en kruiden naar voren komen in plaats van voedergewassen en koolzaad.
De uitgekeerde schade per jaar blijkt iets meer dan 1,6 miljoen euro te zijn. Het areaal met schade was 7.450 ha in 2007 en 7.150 ha in 2008. In werkelijkheid is het schadeareaal groter, want niet alle schade wordt opgegeven en niet alle faunasoorten komen in aanmerking voor een tegemoetkoming.
Er zit soms nogal wat verschil tussen het getaxeerde bedrag en het uitgekeerde bedrag. Dit wordt volgens het Faunafonds veroorzaakt doordat:
- de aanvrager (grondgebruiker) niet aan de door het bestuur van het Faunafonds in de beleidsregels vastgestelde eisen heeft voldaan, o.a. met betrekking tot voorkoming en beperking van schade;
- ook in veel gevallen (buiten de aangewezen ganzenfoerageergebieden of vogelrichtlijngebieden) in de winterperiode een eigen risico van toepassing is van 5%, met een minimum van € 250 per bedrijf per jaar.
Om meer en betere gegevens over overzomerende ganzenschade te krijgen, zou het verstandig zijn als overzomerende ganzenschade apart werd gemeld. Dus een perceel met winterschade moet ook weer na 1 april aangemeld worden als er ook in datzelfde perceel zomerschade optreedt. Uit de gegevens van het Faunafonds bleek dat 29% van het uitgekeerde bedrag veroorzaakt werd door overzomerende ganzen.
Uit gesprekken met boeren en taxateurs blijkt dat er vaak geen discussies zijn over hoe er getaxeerd wordt door de taxateur, maar wel over het uitgekeerde bedrag. Zo wordt bijvoorbeeld de opbrengst van stro en het extra rijden in verband met bemesting en onkruid niet meegenomen. Ook extra bespuitingen en ongelijke afrijping van graanpercelen blijven buiten beeld bij de vergoeding. Verder blijft de regelgeving een irritatiepunt en vormt een gebrek aan kennis vaak een bron van misverstand.
Aanbevolen vervolgacties 2010
- Het zou aan te raden zijn percelen, waarvan verwacht wordt dat er schade door 'overzomerende' ganzen komt, te volgen. Zo krijgt men een beter inzicht op hoe zo een perceel door ganzen beschadigd wordt en hoe de schade van dat perceel zich ontwikkelt;
- Verder zou, om inzicht in de opbrengstverschillen te krijgen, van enkele percelen met schade de opbrengst bepaald moeten worden en dat zou vergeleken moeten worden met stukken van een perceel die geen schade hebben;
- Het maken van een poster met daarop diverse schadeveroorzakers (vooral ganzensoorten) zou boeren kunnen helpen om te bepalen welke soorten de schade veroorzaken.
(Noot PA: het eerste en derde punt zijn in [INVALID URL] in 2010 opgepakt, het tweede punt niet)