Publicatie datum: 29-10-2013
Hoge temperaturen en rot in de aardappelbewaring vragen om extra aandacht
Door het warmere weer met vooral hoge nachttemperaturen was het drogen/inkoelen van aardappelen lastig. Bovendien kan rot zich makkelijker uitbreiden bij hogere temperatuur. Rassen met problemen zijn Fontane, Ramos, Lady Olympia en Agria. In de loop van deze week worden vooral de nachttemperaturen lager, dus meer droogmogelijkheden. Afgelopen week zijn er veel percelen aardappelen gerooid waar in meer- of mindere mate rot voorkomt en/of partijen waar vooral op lichte grond, versmering is ontstaan. Dergelijke partijen zullen de komende tijd goed in de gaten moeten worden gehouden en na 3 tot 4 weken is eigenlijk pas te zien of de partij geschikt is voor langere bewaring!
Belangrijk om te handelen naar de situatie van de partij:
- Partij aardappelen met (veel) rotte knollen (ook moederknollen) en waar versmering is opgetreden:
Houd de producttemperatuur op 13-15ºC, eventueel opwarmen met een kachel, zodat regelmatig met drogende lucht geventileerd wordt. Het is belangrijk om deze producttemperatuur voorlopig vast te houden. Dus bij een koude nacht kachels inzetten! Zorg wel dat de temperatuur van het product NIET HOGER wordt dan 16ºC, aangezien dan het rottingsproces sneller gaat. Stel bij de automatische bewaring (in het programma “drogen/wondhelen”) het minimale verschil (differentie) tussen de producttemperatuur en kanaaltemperatuur naar beneden bij. Bijvoorbeeld i.p.v. 3 ºC nu 1,5 ºC instellen, zodat de ventilatoren eerder aanslaan. Dagen dat drogen/inkoelen niet mogelijk is, is intern draaien noodzakelijk om vocht te verdelen en daarmee uitbreiding van rot te beperken. Zet daarbij deuren evt. gedeeltelijk open om vocht af te voeren.
- Partij aardappelen met nauwelijks of geen rotte knollen die (nagenoeg) droog is:
Stel bij automatische bewaring het programma “bewaren” in. Beperking van draaiuren is hier belangrijk om drukplekken te voorkomen. Belangrijkste oorzaak van drukplekken is een te sterke uitdroging van de aardappelen onderin de partij. Sneller inkoelen, met grotere stappen (0,6-0,8ºC per nacht), zeker bij rassen met een langdurig goede bakkleur is dan de beste strategie. Door een groter temperatuursverschil (differentie) tussen kanaal en product in te stellen van ongeveer 3ºC, krijgt u duidelijk minder draaiuren. Ook intern draaien kan bij dergelijke partijen beperkt blijven. Alleen bij een structureel temperatuursverschil groter dan 1ºC tussen de voelers is intern draaien noodzakelijk. Met name rassen met een langdurig goede bakkleur en tafelaardappelen kunnen onderin de partij zonder schade wat kouder zitten. Met deze strategie kunt u eind november/begin december de gewenste bewaartemperatuur (ca. 7-8 ºC) bereiken.