Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 03-03-2009

Gerichte inzet van fungiciden in de verschillende groeifasen van het aardappelgewas ter bestrijding van Phytophthora

De Phytophthora-populatie wordt steeds agressiever, de cyclus wordt korter en er kan een snellere uitbreiding van de epidemie optreden als niet wordt ingegrepen. Bestrijding van Phytophthora in de teelt van aardappelen vraagt daardoor steeds meer aandacht.
In dit meerjarige onderzoeksproject zijn bestrijdingsstrategieën ontworpen die Phytophthora en Alternaria goed bestrijden én weinig milieubelasting geven én bedrijfseconomisch aantrekkelijk zijn.

Door de lage ziektedruk gedurende het seizoen 2008 bleef loofaantasting bij de verschillende strategieën beperkt en werd op 2 locaties zelfs helemaal niet waargenomen. Hierdoor is er ook nauwelijks knolaantasting gevonden. Toepassing van lagere doseringen Shirlan in minder gevoelige rassen bleek effectief. Door gebruik van Beslissings Ondersteunende Systemen konden er dit seizoen in Lelystad en Valthermond zonder problemen langere spuitintervallen worden aangehouden, wat een behoorlijke milieuwinst opleverde en natuurlijk ook besparingen in middelenkosten.

Onderzoek

Om voor ieder deel van Nederland een goede vergelijking met de praktijk te kunnen maken, zijn proeven uitgevoerd op 5 verschillende locaties. De locaties zijn zo gekozen dat deze verschillen in teelt- en klimatologische omstandigheden. Per locatie werden 4 verschillende strategieën toegepast. De proeven bestonden uit 2 rassen (1 strategie in het gevoelige ras en 3 strategieën in het matig gevoelige ras). Bij het kiezen van spuitstrategieën is rekening gehouden met het pakket aan toegelaten fungiciden, rasresistentie, Alternariabestrijding en milieubelasting. Bij een minder Phytophthora-gevoelig ras is de dosering Shirlan lager gehouden, gebaseerd op het loofresistentieniveau van het ras. In de tweede helft van het seizoen, wanneer Alternaria begint te spelen, is in één strategie een fungicide gebruikt met een nevenwerking op Alternaria (Sereno of Unikat Pro) en is in een andere strategie een fungicide toegevoegd ter bestrijding van Alternaria (Signum of Amistar). Het aantal bespuitingen verschilde per locatie en strategie. Fungiciden zijn volgens etiket toegepast (een aantal fungiciden mag per groeiseizoen een beperkt aantal keren gespoten worden). Het moment van bespuiting is uitgekozen met behulp van de Beslissings Ondersteunende Systemen Prophy en Plant-Plus. Echter, wanneer het systeem een curatief fungicide vroeg, is van de spuitstrategieën afgeweken.

Lelystad Consumptie (Plant-Plus)
StrategieRasLoofgroeifaseKnolvullingsfase
ABintjeSpuiten met Shirlan (hele seizoen 0,4 l/ha)
BAgriaSpuiten met Shirlan (0,3 l/ha tot bloei en vervolgens 0,4 l/ha)
CAgriaCurzate MUnikat ProRanman 3x
DAgriaRevusInfinito (+ Amistar)Ranman 3x
Westmaas Consumptie (Prophy)
StrategieRasLoofgroeifaseKnolvullingsfase
ALady OlympiaSpuiten met Shirlan (hele seizoen 0,4 l/ha)
BAgriaSpuiten met Shirlan (0,3 l/ha tot bloei en vervolgens 0,4 l/ha)
CAgriaCurzate MSerenoRanman 3x
DAgriaRevusInfinito (+ Signum)Ranman 3x
Valthermond Zetmeel (Plant-Plus)
StrategieRasLoofgroeifaseKnolvullingsfase
AStargaSpuiten met Shirlan (hele seizoen 0,4 l/ha)
BSerestaSpuiten met Shirlan (0,2 l/ha tot bloei en vervolgens 0,3 l/ha)
CSerestaCurzate MUnikat ProRanman 3x
DSerestaRevusInfinito (+ Amistar)Ranman 3x
Vredepeel Consumptie (Prophy)
StrategieRasLoofgroeifaseKnolvullingsfase
APremiereSpuiten met Shirlan (0,3 l/ha tot bloei en vervolgens 0,4 l/ha)
BHansaSpuiten met Shirlan (0,2 l/ha tot bloei en vervolgens 0,3 l/ha)
CHansaCurzate MSerenoRanman 3x
DHansaRevusInfinito (+ Signum)Ranman 3x
Slootdorp Pootgoed (Prophy)
StrategieRasLoofgroeifaseKnolvullingsfase
ASpuntaSpuiten met Shirlan (hele seizoen 0,4 l/ha)
BAgriaSpuiten met Shirlan (0,3 l/ha tot bloei en vervolgens 0,4 l/ha)
CAgriaCurzate MUnikat ProRanman 3x
DAgriaRevusInfinitoRanman 3x

Conclusies 2008

Phytophthora

In 2008 was de infectiedruk in de loofgroeifase laag en werd in de knolvullingsfase hoger. Na een hoog kritieke periode in week 32 werd zowel in Lelystad, Westmaas als Valthermond blad-Phytophthora waargenomen. Strategie D (Revus, Infinito (+ Amistar) en Ranman) gaf hier de beste bestrijding van blad-Phytophthora. In Vredepeel en Slootdorp was er gedurende het hele seizoen geen loofaantasting. Door de lage ziektedruk gedurende het seizoen is er ook nauwelijks knolaantasting gevonden. De geringe knolaantasting, die in Westmaas en Valthermond voorkwam, gaf alleen in Valthermond statistisch betrouwbare verschillen te zien. In het gevoelige ras Starga werd meer knolphytophthora gevonden dan in Seresta, ook al werd er in Starga met een hogere dosering Shirlan gespoten dan in Seresta.

Afbeelding 1. Behandeling van een proefveldje.

Verlaagde doseringen Shirlan

In Lelystad en Westmaas werd in het minder Phytophthora-gevoelige ras Agria tot de bloei met 75% van de Shirlan dosering gespoten zonder nadelige bestrijdingseffecten. Het minder gevoelige ras Seresta in Valthermond kreeg tot de bloei slechts 50% van de dosering Shirlan en na de bloei 75% van de dosering met goede resultaten. In het matig gevoelige ras Starga werd namelijk de volle dosering Shirlan toegepast, maar werd significant meer loof- en knolaantasting waargenomen. In Vredepeel en Slootdorp kwam zowel bij de volledige doseringen als bij de verlaagde dosering van Shirlan geen loofaantasting voor.

Waarschuwingssystemen

Op alle 5 de locaties was in de loofgroeifase de Phytophthora-situatie weinig kritiek gedurende 2 of 3 weken. In Lelystad werden er op basis van de adviezen van Plant-Plus 6 tot 8 bespuitingen in consumptieaardappelen uitgespaard in vergelijking met een wekelijks schema en bedroeg het langste spuitinterval wel 28 dagen. Ook in Valthermond is op basis van Plant-Plus gespoten en werden 9  bespuitingen in zetmeelaardappelen bespaard in vergelijking met een wekelijks schema en bedroeg het langste spuitinterval 20 dagen. Dit heeft niet tot negatieve bestrijdingseffecten geleid. Bovendien is er een behoorlijke milieuwinst behaald in vergelijking met een wekelijks spuitschema.

Afbeelding 2. Het verloop van de loofaantasting, de kritieke perioden en de bespuitingmomenten in Valthermond (volgens Plant-Plus).

Op de andere locaties, waar de beslissingen gebaseerd werden op Prophy, werd meestal elke week gespoten. In de pootaardappelen in Slootdorp kon 1 bespuiting zonder problemen achterwege blijven en in Vredepeel in consumptieaardappelen 1 tot 2 keer. De consumptieaardappelen in Westmaas werden elke week bespoten.

Dit project is na 2008 in gewijzigde vorm [INVALID URL], waarbij de nadruk is komen te liggen op lagere doseringen in combinatie met waarschuwingssystemen.