Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-04-2003

Evaluatie van beslissingsondersteunende systemen voor bestrijding van Phytophthora in aardappel

Met gebruik van goede adviessystemen en het huidige middelenpakket resulteert een goed uitgevoerde preventieve bestrijdingsstrategie haast automatisch in de laagste kosten en de laagste hoeveelheid actieve stof per hectare.

Dit is een product van Agrobiokon

Inleiding

Beslissingsondersteunende systemen bieden de mogelijkheid het spuitschema te baseren op o.a. weersgegevens, weersverwachting en ziektedruk. Deze systemen stemmen timing en middelenkeuze af op de actueel heersende omstandigheden waardoor de timing geoptimaliseerd en het middelenverbruik gereduceerd wordt. In Nederland zijn 2 commerciële beslissingsondersteunende systemen beschikbaar m.b.t. de aardappelziekte. Dit zijn ProPhy van Opticrop B.V. en PLANT-Plus van Dacom PLANT- Service B.V.

Proefopzet en resultaten

Voor de start van de Europese systeemvergelijkingsproeven in 1999 is een protocol opgesteld waaraan alle deelnemers aan deze experimenten zich gedurende de jaren 1999 – 2001 gehouden hebben. Weerdata waren afkomstig van vaste weerstations in de directe omgeving of weerstations in het gewas zelf. Het functioneren van een beslissingsondersteunend systeem en de hoeveelheid en de typen fungiciden die daarbij ingezet worden, kan niet los worden gezien van de lokale ziektedruk.

Eerste bespuiting
In de praktijk treden grote verschillen op tussen de systemen m.b.t. de datum voor de eerste bespuiting. Een vergelijking tussen systemen door te middelen over alle Europese proeven, zoals voor 1999 is gedaan, laat geen duidelijke verschillen tussen de systemen zien. NegFry en SIMPHYT bleken onder Nederlandse omstandigheden moeite te hebben met de timing van de eerste bespuiting.

Vervolgbespuitingen
Vervolgbespuitingen worden geadviseerd middels inschatting van de kans op nieuwe infecties. Vervolgbespuitingen bleken voor NegFry en SIMPHIT, na een te late eerste bespuiting, niet in staat deze problemen te corrigeren. Hierdoor werden met enige regelmaat NegFry proefveldjes vroegtijdig doodgespoten. SIMPHYT is eveneens 1 keer vroegtijdig doodgespoten en ondervond in 2000 ernstige problemen door een te late eerste bespuiting. Bij wijze van noodmaatregel werd 17 keer een curatief middel geadviseerd op twee van de drie locaties. SIMPHYT en NegFry zijn daarom respectievelijk sinds 2001 en 2002 niet meer in de Nederlandse proeven opgenomen.

Conclusie

Op Europees niveau wordt in het algemeen gevonden dat gebruik van een beslissingsondersteunend systeem het aantal bespuitingen inderdaad vermindert met behoud van een adequate bestrijding van P. infestans.
De Nederlandse systemen PLANT – Plus en ProPhy functioneren in Europa in het algemeen goed. Systemen uit andere delen van Europa (met name SIMPHYT en NegFry) functioneren tot op heden slecht in Nederland (Hansen et al., 2002). Zeer algemeen gesteld functioneert een systeem goed in het gebied, en dus onder de omstandigheden waar(onder) het ontwikkeld is (Kleinhenz & Jörg, 2000). Geen van de systemen bleek onder alle omstandigheden de beste resultaten op te leveren (Kleinhenz & Jörg, 2000; Hansen et al., 2001 & 2002).