Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 15-12-2003

Erosie en niet-kerende grondbewerking

In het voorjaar van 2000 zijn proeven aangelegd om de invloed van de grondbewerking op erosie te meten. Het betreft bewerkingen waarbij wordt afgezien van een kerende grondbewerking en waarbij de intensiteit en diepte van de grondbewerking wordt beperkt. Gedurende 5 jaar wordt onderzocht of het mogelijk is om onder Zuidlimburgse omstandigheden, door aanpassing van de grondbewerking, te kunnen profiteren van de voordelen van deze bewerkingsmethode.

Bij de granen is er geen reactie van de opbrengst. Bij de suikerbieten is ploegen iets beter en bij aardappelen sommige niet-kerende systemen. De erosiemetingen in aardappelen en suikerbieten waren wisselend. De niet-kerende grondbewerking was niet duidelijk beter dan het spitten en ploegen. Bij de natuurlijke afstroming waren de resultaten soms tegenstrijdig met die van de regensimulatie.

Inleiding

Wateroverlast en modderstromen (erosie) komen na hevige regenval veelvuldig voor in Zuid-Limburg. Niet alleen binnen, maar ook buiten de landbouw wordt hiervan veel schade en overlast ondervonden. Na uitgebreid onderzoek is voor de landbouw de teelt van een bodembedekker geïntroduceerd. Het erosiebeperkende teeltsysteem in bieten en maïs, waarbij geteeld wordt in een bodembedekker na oppervlakkige zaaibedbereiding (mulch-systeem), beperkte in proeven het bodemverlies aanzienlijk.

Proefopzet

In het voorjaar van 2000 zijn proeven aangelegd om de invloed van de grondbewerking op erosie te meten. Het betreft bewerkingen waarbij wordt afgezien van een kerende grondbewerking en waarbij de intensiteit en diepte van de grondbewerking wordt beperkt. Gedurende 5 jaar wordt onderzocht of het mogelijk is om onder Zuidlimburgse omstandigheden, door aanpassing van de grondbewerking, te kunnen profiteren van de voordelen van deze bewerkingsmethode.

Resultaten

Resultaten 2003

In 2003 vond onderzoek plaats in de gewassen suikerbieten, aardappelen en wintertarwe. Ook de inzaai van een groenbemester (gele mosterd) is meegenomen. Naast de effecten van grondbewerking op de opbrengst, is er ook gekeken naar de effecten op erosie. De erosie is gemeten met regensimulatiemetingen en met natuurlijke afstroming.
De effecten van de grondbewerking op de opbrengst en kwaliteit van wintertarwe zijn in 2003 beïnvloed door slemp. In de objecten ploegen en ploegen mulch kwam slemp voor, waardoor het aantal planten afnam. De aardappelen lieten een klein voordeel zien in opbrengst bij de niet-kerende grondbewerking. Alleen was het opbrengstverschil ten opzichte van het ploegen niet betrouwbaar.
Bij de suikerbieten was er een klein voordeel voor het ploegen ten opzichte van de andere objecten. Maar de verschillen ten opzichte van de andere objecten waren slecht bij één object betrouwbaar.
De groenbemester van 2003 liet geen verschillen zien in opkomst en ontwikkeling.

Via regensimulatiemetingen is het effect op de erosiegevoeligheid vastgelegd in aardappelen en suikerbieten. De resultaten waren wisselend. De niet-kerende grondbewerking was niet duidelijk beter dan het spitten en ploegen. Dit gold zowel voor de suikerbieten als de aardappelen. Het verschil in erosie tussen het spoor en geen spoor (aardappelen) was niet in alle objecten gelijk. Er waren objecten bij die in het spoor minder erosie gaven dan waar geen spoor aanwezig was. Deze resultaten waren moeilijk te verklaren.
Bij de natuurlijke afstroming waren de resultaten soms tegenstrijdig met die van de regensimulatie. Of het droge weer en de structuurtoestand van de grond hierop invloed hebben gehad, is niet aan te geven.

Resultaten 2000-2003

Op de Limburgse löss wordt in deze proef (gestart in 2000) de niet-kerende grondbewerking vergeleken met ploegen. Bij de granen is er geen reactie op de opbrengst. Bij de suikerbieten is ploegen iets beter en bij aardappelen sommige niet-kerende systemen.
De erosiemetingen in aardappelen en suikerbieten waren wisselend. De niet-kerende grondbewerking was niet duidelijk beter dan het spitten en ploegen. Bij de natuurlijke afstroming waren de resultaten soms tegenstrijdig met die van de regensimulatie.