Publicatie datum: 15-03-2005
Emissie van Chloor-IPC uit aardappelbewaarplaatsen
Per jaar wordt naar schatting 40.000 kg actieve stof Chloor-IPC toegepast als kiemremmingsmiddel van aardappelen. Chloor-IPC is een stof die makkelijk verdampt en weer kristalliseert. Waar deze stof na toediening blijft, is niet bekend. Het doel van het onderzoek was na te gaan of puntemissies optreden bij deze toepassing.
In 2002 en 2004 onderzochten PPO en A&F BV in een moderne aardappelbewaarplaats de Chloor-IPC-gehalten in lucht en de luchtstroming tussen bewaarplaats en buitenlucht. De hoeveelheid Chloor-IPC die uit de aardappelbewaring ontsnapt werd berekend.
Uit dit onderzoek bleek dat slechts 9% van de toegepaste hoeveelheid via ventilatie en lekkage van lucht de bewaarplaats verlaat. 50% Van deze emissie vindt binnen één week na toediening plaats.
Het pas toepassen van Chloor-IPC na terugkoelen en een betere afdichting van kieren, in vloeren en wanden kan het percentage emissie terugdringen.
Inleiding
Chloor-IPC wordt de bewaring ingebracht tijdens het inschuren als vloeibare formulering of in poedervorm die over de aardappelen wordt aangebracht. Tijdens de bewaarperiode wordt “gegast”. Een vloeibare formulering wordt hierbij verdampt en in dampvorm de bewaarplaats ingeblazen. Interne ventilatie van de bewaarplaats zorgt dat het middel over de bewaarplaats wordt verdeeld.
In de bouwmaterialen van bewaarplaatsen worden ook jaren na toepassing nog vrij hoge concentraties Chloor-IPC gevonden. Op de schil van de aardappels blijft Chloor-IPC achter en Chloor-IPC wordt aan tarragrond gebonden en verlaat bij het uitschuren de bewaarplaats. Een deel verlaat de bewaarplaats ook bij ventilatie met buitenlucht.
De hoeveelheid CIPC die op de aardappelschil de bewaring verlaat is ca. 1% van de opgebrachte hoeveelheid. Er zijn geen hoeveelheden CIPC bekend die via sorteergrond worden afgevoerd of CIPC-gehalten in sorteergrond. De hoeveelheid CIPC die in de constructiematerialen van bewaarplaatsen zit, kan vele malen de jaarlijkse toediening bedragen. Schattingen van emissie van CIPC via de buitenlucht variëren van 10-50% van de opgebrachte hoeveelheid.
Onderzoek
Na het inschuren van de aardappelen zijn boven het product pompjes gehangen. Deze pompjes bemonsterden de lucht op Chloor-IPC tijdens interne en externe ventilatie en bij geen ventilatie.
Ook werd er gemeten hoeveel lucht de bewaarplaats verliet door o.a. kieren tijdens interne en externe ventilatie en bij geen ventilatie. Het bewaarseizoen werd in twee perioden opgesplitst: van inschuren tot gassen en van gassen tot leeg halen.
Resultaten
Bij interne ventilatie en perioden dat er niet werd geventileerd waren de concentraties Chloor-IPC veel hoger dan bij ventilatie met buitenlucht. Vlak na toediening bleken de concentraties Chloor-IPC hoger en was de hoeveelheid lucht die de bewaarplaats uitstroomde groter, zodat de totale emissie van Chloor-IPC in de eerste dagen na toediening het hoogst was (figuur 1).
De eerste dagen na de eerste keer gassen, vlak na inschuren, verdween 50% van het totale verlies in die periode. De eerste dagen na de tweede keer gassen verdween “maar” 20% van het totale verlies in die periode. Het verschil wordt veroorzaakt doordat na de eerste keer gassen het product nog teruggekoeld moest worden. Bij koelen wordt zeer veel (externe) lucht door het product geblazen. Na de tweede keer gassen werd er alleen intern geventileerd.
Ook zonder ventilatie bleek een aanzienlijke lekkage van de bewaarplaats op te treden. Bij interne ventilatie, de ventilatoren draaien maar de luiken blijven dicht, is de lekkage nog groter. Deze lekkage is verantwoordelijk voor een groot deel van de emissie bij de tweede keer gassen.
De hoeveelheid lucht die door lekkage de bewaarplaats verlaat bleek ca. 10% van de hoeveelheid lucht die in het hele seizoen de bewaarplaats uitstroomt. Dit gaf een emissie van 906 gram Chloor-IPC van de 9.250 gram Chloor-IPC die werd toegediend. Dit is een emissiepercentage van ongeveer 10%. Opvallend was dat lucht die bij gesloten luiken de bewaarplaats verlaat, verantwoordelijk bleek voor 40% van de totale Chloor-IPC-emissie.
Conclusies
Emissie kan dus worden beperkt door tijdens het inschuren geen Chloor-IPC toe te dienen. De partij kan eerst worden gedroogd en de temperatuur worden verlaagd. Na 10 dagen kan dan door gassen de Chloor-IPC in de bewaarplaats worden gebracht. Een betere afdichting van kieren, in vloeren en wanden kan het percentage emissie verder terugdringen.