Brancheorganisatie Akkerbouw logo

Kennisakker.nl

Publicatie datum: 02-05-2014

Eindrapportage Bemestingsadviessystemen 2010-2013

Op de proefboerderijen Oostwaardhoeve (Slootdorp, centrale klei) en SPNA Kollumerwaard ( Munnekezijl, noordelijke klei) is een meerjarige proef neergelegd om de bemonstering en de adviezen van 4 laboratoria (BLGG, Albrecht, Altic en Koch) te vergelijken met elkaar en met een zogenaamd praktijkobject, dat wordt bemest  zoals de proefboerderij dat in de praktijk ook doet.

De proef bestaat uit 5 objecten die elk vijf herhalingen tellen. Hiervan is in maart 2010 de beginsituatie vastgesteld, door middel van een monstername en een monster van elk veld op te sturen naar het desbetreffende laboratorium. De uitkomst hiervan was, dat elk laboratorium zijn eigen manier van analyse heeft en dat de analysemethode tussen de laboratoria onderling verschillen. Bij elke uitslag is een advies gevraagd voor de bouwplannen, die op de Oostwaardhoeve en de Kollumerwaard gebruikelijk zijn. Deze adviezen  verschillen erg van elkaar. Zo is er bij het Koch object sprake van geen fosfaat- en kalibemesting en wel van magnesium. Bij Albrecht hoeft ook geen fosfaat gegeven te worden, echter hier moet wel magnesium, zwavel, borium en koper gegeven worden.

In 2010 is de proef aangelegd in aardappelen. Op de Oostwaardhoeve waren dit consumptie aardappelen en op Kollumerwaard waren dit pootaardappelen. Ondanks dat er zeer verschillend bemest werd, is dit niet terug te vinden in de opbrengsten en in de kwaliteit.

Het tweede jaar is er tarwe geteeld. Op de Oostwaardhoeve is zomertarwe gezaaid en op de Kollumerwaard wintertarwe. De omstandigheden in het voorjaar 2011 waren nat, waardoor er op de Oostwaardhoeve 2 van de 5 herhalingen verslempt zijn. Ook hier is weer de bemesting gegeven volgens de adviezen van de laboratoria. Van de objecten zijn gedurende het seizoen diverse malen bladmonsters genomen. Opvallend hierbij is, dat de bespuitingen met zwavel en koper, over het algemeen weer terug te vinden waren in het blad.
De opbrengsten op Kollumerwaard zijn weinig verschillend van elkaar. Ook de kwaliteitsanalyse laat geen grote verschillen zien. Op de Oostwaardhoeve geeft het praktijkobject verreweg de meeste opbrengst. De Albrecht-objecten hebben een hogere Zelenywaarde en ook een hoger percentage eiwit/droge stof.

In het derde jaar zijn er op beide locaties suikerbieten geteeld. De opbrengsten op de beide locaties waren zeer goed. Ondanks dat, net als in voorgaande jaren, de objecten volledig volgens het advies van het betreffende laboratorium zijn bemest, zijn geen significante opbrengst- en kwaliteitsverschillen aangetroffen.

In het laatste jaar is tenslotte weer tarwe geteeld op beide locaties. Ook in dit jaar zijn geen significante verschillen in opbrengst en kwaliteit tussen de objecten aangetoond.