Publicatie datum: 30-12-2009
Effect van granulaten op de aardappelcultivar Karnico en de populatiedynamica van G. pallida op dalgrond
In 2007 is in een veldproef het effect getoetst van drie doseringen en twee toepassingen van Vydate op de populatiedynamica van het aardappelcysteaaltje Globodera pallida en de opbrengst en kwaliteit van het matig resistente aardappelras Karnico op dalgrond.
De G. pallida-besmetting verminderde in deze proef de gemiddelde knolopbrengst, uitgedrukt in veld- en uitbetalingsgewicht, niet. De behandelingen met Vydate hadden evenmin effect op de gemiddelde knolopbrengsten. Het onderwatergewicht werd op alle veldjes, behalve die waar de 10 kg/ha rijenbehandeling was toegepast, negatief beïnvloed door de aaltjesdichtheden.
Alleen de 40 kg/ha volveldsdosering verminderde de reproductie van G. pallida bij lage begindichtheden met gemiddeld 63%, maar niet de vermeerdering bij hogere Pi-waarden.
In 2007 is in een veldproef het effect getoetst van drie doseringen en twee toepassingen van Vydate op de populatiedynamica van het aardappelcysteaaltje Globodera pallida en de opbrengst en kwaliteit van het matig resistente (RV=32% voor de "Rookmaker"-populatie (E400)) ras Karnico op dalgrond met een organisch stof gehalte van 15-20%. Het middel is in doseringen van 20 en 40 kg/ha volvelds en 10 kg/ha in de rij toegepast. Het perceel was besmet met 0.1 tot 70 levende juvenielen per gram grond.
De G. pallida-besmetting verminderde de gemiddelde knolopbrengst, uitgedrukt in veld- en uitbetalingsgewicht, niet. De behandelingen met Vydate hadden evenmin effect op de gemiddelde knolopbrengsten. De opbrengst op de verschillende veldjes, vooral bij hoge aaltjesdichtheden, varieerde sterk. Dit was de oorzaak van het geringe onderscheidende vermogen tussen de behandelingen. De variatie van het onderwatergewicht was geringer. Daarom kon worden aangetoond dat het onderwatergewicht op alle veldjes, behalve die waar de 10 kg/ha rijenbehandeling was toegepast, negatief werd beïnvloed door de aaltjesdichtheden.
Alleen de 40 kg/ha volveldsdosering verminderde de reproductie van G. pallida bij lage begindichtheden met gemiddeld 63%, maar niet de vermeerdering bij hogere Pi-waarden. Op de overige veldjes was er geen verschil in de populatiedynamische parameters.
Simulaties met NemaDecide op basis van de teelthistorie tonen aan dat de aaltjesdichtheden vóór de teelt van Karnico op alle blokken, behalve blok 7, ongeveer 10x zo hoog zijn als verwacht.
Na de teelt van Karnico bleken de waarden voor de parameter a (het maximale vermeerderingsgetal) op de veldjes met 0, 10 en 20 kg/ha Vydate hoger te zijn dan het verwachte gemiddelde op Karnico: gemiddeld 24 in plaats van 6.4. Op alle veldjes was de parameter M hoger dan verwacht: gemiddeld 119 in plaats van 67. De aaltjespopulatie op dit proefveld is daarom opgenomen in het virulentieonderzoek.
Het effect van Vydate is afhankelijk van grondsoort en van de aaltjesdichtheden voor het poten. Daarbij zijn de effecten op aaltjesvermeerdering en schade tegengesteld: Vydate kan opbrengst bij hoge aaltjesdichtheden verbeteren en remt de vermeerdering bij lage dichtheden. De gevonden parameterwaarden voor schade en populatiedynamica op dalgronden – met en zonder Vydate - zijn opgenomen in de databank van NemaDecide.